Mark Buehrle, Hall of Famer?

Door

Vorige week blikten we al even vooruit op de stand van zaken wat betreft de nieuwe lijst met Hall of Fame-kandidaten voor de editie 2021. Als nooit tevoren zijn eindeloze discussies mogelijk over spelers. Van de steroïdengeneratie (Clemens, Bonds, Sheffield, Ramirez, Sosa) tot de moeilijke personen (Schilling, Kent) en van de ondergewaardeerde spelers (Helton, Andruw Jones) tot de borderline gevallen (Pettitte, Vizquel): er zijn legio verschillende manieren om je stembiljet dit jaar in te vullen. Eén naam heeft zich echter heel sneaky in de middenmoot gewurmd. Linkhandige werper Mark Buehrle, die tijdens zijn carrière bij de Chicago White Sox, Miami Marlins en Toronto Blue Jays speelde, is namelijk één van de meer fascinerende case studies als het op Hall of Fame-stemmen in de 2020’s aankomt.

Er zijn duidelijk twee kampen voor Buehrle: het kamp ‘campagne voeren’ en het kamp ‘huh, hoe dan?’. De twee visies staan mooi weergegeven in onderstaande tweetwisseling die ondergetekende met vaste websitevolger en honkbalkenner Pim Spierenburg had, nadat de BBWAA de lijst met genomineerden bekendgemaakt had.

En ja, puur op basis van de oppervlakkige statistieken, z’n naam en wat hij bereikt heeft, zal Buehrle het heel zwaar krijgen om de Hall of Fame te bereiken. Er zal vrijwel niemand zijn die in eerste oogopslag de aimabele lefty op zijn of haar ballot zal zetten. Dat hij een mooie carrière heeft gehad, zal niemand ontkennen. Bijna 500 starts, meer dan 3.000 gepitchte innings, een career ERA van 3.81, 1.28 WHIP, 1.870 strikeouts en 214 wins: het zijn mooie, doch niet legendarische statistieken.

Toch zit er meer logica in een stem op Mark Buehrle dan in géén stem op Mark Buehrle, wanneer je dieper onder het oppervlak kijkt. Humor me.

GEEN PRIJZEN

Het kamp waartoe Pim ogenschijnlijk behoort, waarin Buehrle geen Hall of Famer is, zal groter zijn dan het andere kamp. Sterker nog, ik denk dat het vrij moeilijk is om met een stalen gezicht te claimen dat de beste man vereeuwigd moet worden in de Hall. Het argument tegen de werper is vrij makkelijk te maken op basis van een gebrek aan oogverblindende statistieken en glimmende hardware in zijn prijzenkast. Buehrle won in zijn carrière bijvoorbeeld nooit de Cy Young Award, de prijs voor de beste pitcher van een seizoen. Zijn hoogste notering was een vijfde plek, in 2005, toen hij zijn White Sox naar een World Series-titel gooide. Daarnaast won hij geen strikeout- of ERA-titels. Een K/9 van 5 over zijn carrière is de helft van wat werpers tegenwoordig moeten noteren om serieus genomen te worden.

Buehrle domineerde überhaupt zelden een line-up. Hij had geen ongelooflijk arsenaal tot zijn beschikking. Een high-80s/low-90s fastball, geweldige changeup, tricky curveball en lastige cutter behoorden tot de mogelijkheden, maar hij zette de speedgun nooit in vuur en vlam en blies geen slagmensen weg zoals laatste jaren in MLB gewoon is.

Als je op deze manier naar Buehrle en zijn loopbaan kijkt, blijft er weinig van een Hall of Fame-case over. En toch kun je hem maken.

Mark Buehrle won vier Gold Glove Awards en is één van slechts tien pitchers in de American League die sinds de invoering van de prijs in 1957 er meer dan één won (foto: Ron Vesely)

TIJDSBEELD EN ACCOLADES

Om te beginnen is het belangrijk om te kijken naar de periode waarin Buehrle actief (en succesvol) was in de Major League. Zijn carrière begon in 2000 en eindigde in 2015, wat betekent dat ongeveer de helft van zijn loopbaan middenin het dopingtijdperk plaatsvond. Het waren andere tijden in het honkbal. Slagmensen noteerden buitenaardse statistieken, strikeoutaantallen waren lager dan ooit en het was de periode met het laagste aantal no-hitters en perfect games in de geschiedenis van de sport (slechts zeven in de periode tussen de laatste no-hitter voor de start van Buehrle’s carrière en de start van MLB’s grootscheepse anti-dopingonderzoek dat uiteindelijk zou culmineren in het Mitchell Report, waarna de dopingperiode ten einde kwam; een periode van ruim acht seizoenen).

Het feit dat Buehrle zich tussen al dat dopinggeweld meer dan staande hield (en in de eerste drie jaar van de dopingloze periode die volgde prompt zelf een no-hitter én een perfect game gooide), zegt wel iets.

Er is nog een serieus rijtje accolades van de soft-tossing lefty dat niet zomaar onder de bank geschoven kan worden. Buehrle won wel degelijk tastbare individuele prijzen. Hij pakte bijvoorbeeld vier Gold Gloves: drie in de American League met de White Sox en één in de National League met de Miami Marlins. Er zijn in de American League sinds 1957 slechts 10 werpers geweest die meer dan één Gold Glove Award wonnen; Buehrle is één van hen. Hij voerde vijfmaal de league aan in assists, mede dankzij zijn ongeëvenaarde pick-off-beweging. Ook beëindigde de werper zijn carrière als vijfvoudig All-Star.

MIJLPALEN

Verder bestaat Buehrle’s carrière uit een hele reeks mijlpalen buiten de statistische wereld om. Zo was hij de eerste werper in de geschiedenis van de sport die in twee dagen tijd een World Series game als starter won én als closer een save pakte. Hij deed dit in 2005, door eerst Game 2 tegen de Houston Astros te winnen (7.0 innings, 100 pitches) en in de 14e inning van Game 3 op de heuvel te verschijnen om de wedstrijd uit te gooien. En laten we wel zijn: iedere werper die dit doet nadat hij in de kleedkamer al een paar biertjes gedronken had, is een instant Hall of Famer, toch?

In 2009 brak Buehrle het record voor het uitkrijgen van de meeste slagmensen op rij. Liefst 45 keer achter elkaar veroorzaakte hij een ‘nul’, waarmee hij het oude record van 41 (een aantal alleen bereikt door Jim Barr in 1971 en Bobby Jenks in 2007) verbrak. Buehrle’s record hield vijf jaar stand. In 2014 raakte hij het kwijt aan Yusmeiro Petit, die 46 slagmensen op rij uitmaakte.

BEYOND THE BOXSCORE

De lijst met beyond-the-boxscore accomplishments gaat door. Buehrle is één van slechts zeven werpers in de meer dan 140-jarige geschiedenis van de sport die tijdens hun carrière zowel een perfect game als een no-hitter hebben gegooid. Buehrle deed dit tegen de Texas Rangers (no-hitter, 2007) en Tampa Bay Rays (perfect game, 2009). De enige andere werpers met zowel een perfecto als een no-hitter? Jim Bunning, Roy Halladay, Nolan Ryan, Cy Young, Randy Johnson en Sandy Koufax. Komen die spelers u bekend voor? Dat kan. Ze zijn allemaal namelijk vereeuwigd in de Hall of Fame.

Dan is daar nog de ongelooflijke reeks van 200 gegooide innings per seizoen. Met uitzondering van zijn rookie-seizoen en zijn laatste jaar in de league, toen hij bleef steken op 198.2 innings, gooide Buehrle elk jaar tenminste 200 innings. Dat zijn maar liefst 14 seizoenen op rij. Buehrle bevindt zich daarmee in een groepje van slechts vier werpers die dat gepresteerd hebben. De andere? Greg Maddux, Phil Niekro en Christy Mathewson. Wat die drie met elkaar gemeen hebben? U raadt het al: allemaal Hall of Famers.

HALL OF FAME-VERGELIJKINGEN

Het makkelijkst is misschien nog om Buehrle te vergelijken met een aantal werpers die in Buehrle’s statistische regionen verkeren.

VERGELIJKING 1

  • Jim Bunning: 59.5 WAR, 224 wins, 184 losses, 3.27 ERA, 519 starts, 3760 innings, 2855 strikeouts, 115 ERA+, 1x Cy Young Top 5, No-Hitter, Perfect Game
  • Mark Buehrle: 59.1 WAR, 214 wins, 160 losses, 3.81 ERA, 493 starts, 3283 innings, 1870 strikeouts, 117 ERA+, 1x Cy Young Top 5, No-Hitter, Perfect Game

Jim Bunning is opgenomen in de Hall of Fame.

VERGELIJKING 2

  • Catfish Hunter: 40.9 WAR, 224 wins, 166 losses, 3.26 ERA, 476 starts, 3449 innings, 2012 strikeouts, 104 ERA+, 5.2 K/9, 8x All-Star, Perfect Game
  • Mark Buehrle: 59.1 WAR, 214 wins, 160 losses, 3.81 ERA, 493 starts, 3283 innings, 1870 strikeouts, 117 ERA+, 5.1 K/9, 5x All-Star, Perfect Game

Catfish Hunter is opgenomen in de Hall of Fame.

En Andy Pettitte dan, de man die ongetwijfeld meer stemmen gaat ontvangen dan Buehrle en die in de hoofden van veel Yankees-fans of casual honkbalvolgers mede dankzij zijn New Yorkse jaren mythische hoogten heeft bereikt?

  • Andy Pettitte: 60.2 WAR, 256 wins, 153 losses, 3.85 ERA, 521 starts, 3316 innings, 2448 strikeouts, 1.35 WHIP, 117 ERA+, 3x All-Star
  • Mark Buehrle: 59.1 WAR, 214 wins, 160 losses, 3.81 ERA, 493 starts, 3283 innings, 1870 strikeouts, 1.28 WHIP, 117 ERA+, 5x All-Star

I rest my case.

WAR, WHAT IS IT GOOD FOR?

Hoewel het natuurlijk lastig is om spelers uit verschillende tijdperken met elkaar te vergelijken, heeft WAR ons wel een handig stuk gereedschap geboden om de waarde van een speler over verschillende periodes te bepalen. Zo kun je concluderen dat verreweg de meeste Hall of Famers tenminste 60 WAR noteerden in hun carrière.

WAR is natuurlijk niet heilig en de grens van 60 wil natuurlijk niet zeggen dat er geen Hall of Famers met een lagere WAR zijn, want er zijn er genoeg. Mordecai Brown (58.4), Willie Stargell (57.5), Whitey Ford (57.1), Enos Slaughter (57.0), Mariano Rivera (56.3), Luis Aparicio (55.9), Orlando Cepeda (50.1), Sandy Koufax (48.9), Jim Rice (47.7) en de eerder genoemde Catfish Hunter (40.9) zijn zomaar wat legendarische namen die onder die grens bleven, maar vrijwel alle kwalificerende spelers met een career WAR van 60 of meer bevinden zich in de Hall of Fame.

VOORTSCHRIJDEND INZICHT

Buehrle zit op 59.1 WAR. That’s right, Buehrle is meer WAR waard dan Sandy Koufax en Whitey Ford. Echt? Ja, echt. Maakt dat van Buehrle een automatische Hall of Famer? Nee. WAR zegt ook niet alles over hoe goed een werper in bepaalde perioden van zijn carrière is geweest. Buehrle’s 59.1 WAR verslaat ook Johan Santana’s 51.1 en Felix Hernandez‘ 50.3, terwijl niemand zal twijfelen aan het feit dat prime Santana en Hernandez indrukwekkendere werpers waren dan prime Buehrle. Ergens heeft Buehrle echter wel iets heel erg goed gedaan om boven zulke namen te eindigen. Moet hij het dus een paar jaar langer dan de gemiddelde fan zou denken op de ballot uit kunnen houden? Absoluut. Larry Walker moest tot het tiende en laatste jaar wachten op zijn kans, voordat de BBWAA het licht zag. Tim Raines idem dito.

Wijsheid komt met de jaren. Voortschrijdend inzicht is een ding. Het beschouwen van de tijdsgeest waarin een speler uitkwam en het veranderen van de stemgerechtigde populatie, die steeds jonger en beter analytisch onderlegd is, zijn van steeds grotere invloed. En zelfs haalt hij het uiteindelijk niet, wat nog steeds veel meer voor de hand ligt dan wel, blijft campagne voeren voor spelers zoals Buehrle een must. De unsung heroes, de statistische afwijkingen, de mannen die meer bereiken dan het oog lijkt te denken. De Mark Buehrle’s van de wereld verdienen het.

Coverfoto: Ron Vesely

Ook leuk om te lezen