Scott Entsminger was zijn hele leven lang fan van de Cleveland Browns. Hij had sinds mensenheugenis een seizoenkaart en schreef ieder jaar een nieuw lied over de liefde van zijn leven; een lied dat hij telkens weer trouw opstuurde naar FirstEnergy Stadium te 100 Alfred Lerner Way, Cleveland.
Scott was ook nooit te beroerd om zijn welgemeende advies voor verbetering in drievoud aan te bieden bij de franchise die hem zo dierbaar was. Een franchise die dat advies jaar in, jaar uit in de wind sloeg en, wellicht niet geheel toevallig, al meer dan 30 jaar vaste klant is in de donkere kelder van het playoffloze bestaan in de NFL. Een franchise die medio jaren ‘90 zo verstandig was om Bill Belichick op straat te zetten, alvorens met de staart tussen de benen naar Baltimore te vluchten en te transformeren in de Ravens. Een franchise tenslotte, die sinds de wedergeboorte in 1999 welgeteld twee (2) ‘winning seasons’ genoot.
Zelfspot en relativeringsvermogen was Scott als rechtgeaarde Browns-fanaticus dus niet vreemd. Anders hou je het gewoon niet vol, die tweewekelijkse tripjes naar het stadion, om daar je helden elke keer in schande te zien afdruipen. Jaar in, jaar uit. Waar anderen afhaakten, door schade en schande wijzer, bleef Scott de Browns trouw. Tot de dood hem, twee weken geleden en op 55-jarige leeftijd, definitief scheidde van zijn geliefde.
In ruil voor zo veel loyaliteit en overgave had Scott één laatste wens: zes Cleveland Browns-spelers als kistdragers op zijn begrafenis. “So the Browns can let him down, one last time.”
Deze column was eerder te lezen in Sport Amerika Magazine.
Foto: Getty Images
Reacties