De teambazen hebben gesproken. De Heat sluit het seizoen 2013-2014 af als kampioen, LeBron James is weer de meest waardevolle speler en Gregg Popovich de beste coach. De NBA stuurde ook dit jaar een enquête met de meest nietszeggende vragen die ze konden verzinnen naar de dertig general managers. Met als resultaat even zo nutteloze antwoorden.
Een enkeling geeft eigenwijs antwoord of snapt de vraag niet. Zo ziet iemand in DeAndre Jordan de meeste potentie om hoofdcoach te worden en denkt één van de managers dat James Harden dit jaar eindelijk gaat doorbreken.
Sommige antwoorden lijken op collectieve jaloezie. Geen enkele manager vindt de Heat het leukste team om naar te kijken. De regerend kampioen, met ’s werelds beste basketballer in de gelederen, waar niemand graag naar kijkt. Dat is op z’n zachtst gezegd raar. Ook de clutch van LeBron James heeft het pluche nog niet overtuigd. Slechts twee teamleiders kiezen James als hun man om een laatste allesbeslissende worp te nemen.
De meest vreemde vraag is deze: “welke speler benut zijn van nature beperkte mogelijkheden het beste?”. Met andere woorden: wie heeft er geen talent, maar maakt er toch het beste van? Die twijfelachtige eer valt dit jaar Kevin Love ten deel, met wiens atletisch vermogen volgens mij toch weinig mis is.
Gelukkig zegt het allemaal niets. Vorig jaar dacht de meerderheid dat de Lakers bovenaan zouden eindigen in het Westen. Het zou zomaar een goed voorteken kunnen zijn dat nu niemand meer in hun kansen gelooft.
Deze column was eerder te lezen in Sport Amerika Magazine.
Foto: Getty Images
Reacties