Ik las deze week een column van Kees Jansma, tegenwoordig presentator bij FOX Sports en persvoorlichter bij het Nederlands voetbalelftal. Voor mij is Kees ook en vooral voormalig commentator. Gek genoeg blijft dat laatste altijd redelijk onderbelicht als hij in een praatprogramma verschijnt om het over zijn eigen carrière te hebben. Want voor mij is Jansma één van de beste voetbalcommentatoren die ons land heeft gekend. Heel soms herhaalt Sport1 nog wel eens een klassieke wedstrijd met commentaar van Kees en dan ben ik niet van de boxen weg te slaan. Rustig, veel verstand van voetbal en vooral de toon. Met één stemuithaal meer zeggen dan in drie hele zinnen. Daar ben ik jaloers op.
In zijn column beschrijft Jansma hoe hij vorige week tijdens een trip met het Nederlands elftal de jonge spelers van Oranje moest uitleggen wie die man met donker haar was die vol interesse de training stond te bekijken. Het was een Fin, met de naam Jari Litmanen. Door vele talentvolle spelers werd de voormalig held van onder meer Ajax niet herkend. Een generatiekloof, noemde Jansma het. Daar heeft hij gelijk in. Toch vond ik het pijnlijk om te lezen.
Eerlijk is eerlijk, zelfs ik als voetbalcommentator weet heel veel uit het verleden ook niet. Ondanks het feit dat ik vanaf jonge leeftijd bezeten ben van de sport, is er ergens onderweg een punt gekomen dat ik niet alles van heel vroeger meer opsla of teruglees. Toch staan veel momenten en spelers van voor mijn geboorte (1977) in mijn geheugen gegrift. Ik ken alle FIFA WK-films uit m’n hoofd en heb dozen met videobanden uit vooral de jaren ’70, ’80 en ’90. Over spelers als Eusebio en Alfredo di Stefano heb ik meer gelezen dan gezien. Vaak haak ik dan ook af bij voetbalquizzen waarbij collega’s als Mark van Rijswijk de meest idiote feiten oplepelen en mij dan het soms ook nog eens onbewust het gevoel geven dat het raar is dat ik niet direct weet welke doelman onder contract stond bij Go Ahead en in die periode een WK speelde. Geweldige gozer trouwens, die Mark.
Wat bij mij toch het meest blijft hangen zijn de spelers die enorme indruk op je hebben gemaakt tijdens je eigen leven of via beelden van de periode daarvoor. Dat is liefhebben. De sport liefkozen, er op jouw manier bezeten van zijn. En iedereen doet dat op zijn eigen wijze. Voetballers van tegenwoordig vaak minder dan die van vroeger, dat gevoel heb ik tenminste. En dat is jammer. Want ik denk dat als je ook het verleden van je sport eet, drinkt, slaapt, droomt en denkt, dat dat je beter maakt. Een volstrekt niet te onderbouwen stelling? Zou kunnen.
Peyton Manning (37 jaar) gooide vorige week zeven touchdowns in één duel. Daarmee evenaarde hij het NFL-record. De laatste keer dat iemand dit had gepresteerd was in 1969. Direct na zijn formidabele wedstrijd, kreeg Manning een microfoon onder zijn neus gedrukt. Zonder aarzeling lepelde hij de naam op van Joe Kapp, de quarterback van de Minnesota Vikings in het laatste recordjaar. Zeven jaar later zou Manning pas geboren worden. Dat is klasse. Dat is respect voor het verleden. Dat is voor mij passie en maakt Manning groter dan dat hij al is.
Oh ja, Peter Rufai keepte in 1994 op het WK voor Nigeria. Lang leve Google.
Rufai
Comments are closed.