Column: Praatjes

Door

Los Angeles Angels of Anaheim v Boston Red Sox

Geen idee waar David Ortiz en Albert Pujols het over hadden, maar gezellig was hun gesprekje wel. Het begon nadat Ortiz per ongeluk een iets te harde sliding maakte op Pujols. Geschrokken gaf de eerste honkman van de Angels Ortiz een tikkie op zijn helm. Lachend begon de Red Sox-slagman een praatje. Pujols hield ondertussen nog wel zijn ogen op het spel, maar kletste vrolijk terug. Met een brede grijns trommelde Ortiz nog even amicaal zijn handen op de rug van de Angel en gaf hem een tikkie op zijn kont.

Vriendelijke onderonsjes tussen spelers van verschillende clubs zie je iedere wedstrijd. Met name eerste honkmannen praten veel. Die beschouwen hun honk meestal als hun eigen kantoortje waar af en toe iemand op bezoek komt. Voor iedereen die zich afvraagt waar die gesprekken over gaan: eigenlijk helemaal nergens over.

“Waar kun je een beetje goed eten in de stad? Waar kun je mooie kleding kopen? Dat soort dingen. Het gaat zelden over honkbal”, vertelde oud-speler Bob Watson.

Brandon Moss: “Ik praat over alles als ze maar met mij willen praten. Het weer, mijn swing, het stadion, de stad, kan mij niet schelen ik wil gewoon een praatje. Ik ben soms verveeld en dan moet er iets gebeuren. Iets leuks. Dat is het wel zo’n beetje.”

Voormalig eerste honkman van de Reds Sean Casey was zo ongeveer de grootste ouwehoer in het profhonkbal. “Casey stond zo dichtbij dat zijn gezicht bijna de jouwe raakte”, vertelde Phil Nevin. “Zo’n jongen staat er soms wel vijf minuten en ik sta een paar centimeter bij hem vandaan. Kan ik net zo goed iets tegen hem zeggen”, vond Casey zelf.

In zijn rookie-jaar 1998 wilde Casey heel graag homerunkoning Mark McGwire van de Cardinals spreken. “Ik moest van de coaches diep spelen, ver achter het honk maar toen McGwire voor de derde keer vier wijd kreeg besloot ik dichterbij te gaan staan voor een gesprekje.” Terwijl zijn coaches schreeuwden ‘speel diep, speel diep!’, deed Casey net alsof hij niks hoorde en begon te babbelen. Totdat McGwire zei: “Zeg Case, ik denk dat ze willen dat je dieper gaat spelen.”

Casey’s small talk leverde in ieder geval één goede vriend op: Lance Berkman. Als die voorbij kwam moest Sean altijd even wat zeggen. “Eén keer was Lance letterlijk middenin een zin en ging er vandoor naar het tweede honk. Ik riep nog: doe de groeten aan je vrouw!”

Niet iedereen zit op een praatje te wachten. De snelle honkenstelers zijn moeilijk benaderbaar. Ze willen het liefst zo rap mogelijk weer weg. “Ik zeg altijd: ik hoor je wel. Maar ik doe net alsof”, vertelde Indian Michael Bourn. “Zodra ik een stap van het honk zet is het: mond dicht. Geen gepraat.”

Officieel mag het ook helemaal niet. Volgens regel 3.09 mogen ‘spelers in uniform niet verbroederend met de tegenstander omgaan.’ Die regel is ooit bedacht om de integriteit van de sport te garanderen en corruptie tegen te gaan. Maar honkballers wisselen zo vaak van team, dat ze elkaar allemaal wel kennen. Ze hebben veel vriendschappen met ex-teamgenoten dat het haast onmogelijk is niet te socializen op het veld.

De MLB-organisatie doet er dan ook nooit moeilijk over. Gelukkig maar, want wat moet Brandon Moss anders doen op het eerste honk?

Foto: Getty Images

Ook leuk om te lezen