COLUMN: Freakshow

Door

Eigenlijk was alles gewoon hetzelfde. Het was nog steeds vijf tegen vijf. In de rust werd er nog steeds rondgehupst door een zooitje dansmariekes. En de miljonairsvrouwen langs de lijn zaten nog ouderwets verveeld met hun lokken te spelen.

Maar de Nets en de Raptors speelden het afgelopen weekend twee wedstrijden in Londen en deze ‘historische mijlpijl’ was zelfs voor de Nederlandse media (normaal erg goed in het negeren van basketballiefhebbers) ineens wat éénskolommertjes waard.

Het is inmiddels een beproefd recept, maar zodra ik iets opvang over NBA-wedstrijden in het buitenland word ik onmiddellijk teruggezogen in dat zwarte gat dat ook wel bekend staat als september 2001. Samen met twee vrienden had ik gespaard voor een pre-season game tussen de T-Wolves en Raptors in het Duitse Keulen.

Ik kon verdomme geen krantenwijk meer luchten en de busrit beloofde vooraf al een uitputtingsslag, maar de drie kaartjes in de brievenbus bevestigden definitief die euforische gedachte dat we Kevin Garnett en Hakeem Olajuwon met eigen ogen zouden zien battelen onder de borden.

En toen waren daar ineens vier gekaapte vliegtuigen en schrapte de NBA abrupt alle oefenpotjes in het verre, enge buitenland.

Twee vallende torens, bijna drieduizend doden en één gitzwart basketbaltrauma.

Toen de Atlanta Hawks in 1988 als eerste NBA-equipe het hele circus op het vliegtuig zetten voor wat wedstrijdjes in de Sovjet-Unie, moesten ze simpelweg wel het land uit om een potje te sparren met buitenlandse ballers.

In de NBA zelf was de internationale inbreng immers decennialang nogal dun gezaaid. De buitenlanders waren –de uitzondering daargelaten– een onvoorstelbaar idioot vreemdelingenlegioen. Je kon de hele freakshow zo neerzetten op de kermis, ze zouden nauwelijks opvallen tussen de vrouw met snor en de man met onvolgroeide tweelingbroer uit buik.

De Soedanees Manute Bol (foto) (2.31m) bijvoorbeeld, was alleen al een ritje naar het stadion waard om de dunste ledematen uit de geschiedenis van de mensheid te kunnen aanschouwen. Of neem George Muresan (dito afmetingen) uit Triteni. Meneer had zo’n afschrikwekkend gezicht dat de tegenstander in de bucket pardoes de bal tegen zijn Roemeense reuzenneus aangooide en huilend naar de kleedkamer rende. En wat voor naam was nou Ruben Boumtje-Boumtje?

Goddank zijn de tijden veranderd. Bij aanvang van het huidige seizoen werd er een recordaantal van 84 spelers in de boeken geschreven wiens wieg buiten de Verenigde Staten heeft gestaan. Duitsland en Argentinië leveren met Nowitzki en Ginobili MVP-kandidaten en de Lakers waren zonder hun Spaanse gigante de afgelopen seizoenen onmogelijk kampioen geworden. En wat te denken van een Phoenix zonder Nash? Een Orlando zonder Turkoglu? Chicago zonder Luol Deng?

Maar beste NBA’ers: nu de basketbalallochtonen definitief omarmd worden, kunnen jullie dan ook eindelijk eens kappen met de meest tenenkrommende gewoonte uit het Amerikaanse basketbal? Dat jullie de landstitel winnen is leuk. Maar het maakt je nog niet meteen world champions.

Matthijs Meeuwsen (26) is freelance journalist voor o.a. het Algemeen Dagblad en Nieuwe Revu. Voor SportAmerika geeft hij zijn kijk op zijn andere grote passie: de NBA.

Ook leuk om te lezen