Het is Kerst. Hoog tijd voor SportAmerika om wat prijzen uit te delen aan een aantal spelers waarover op deze site vaak wordt geschreven. Aangezien het seizoen 2015-2016 van de NBA zich tot dusver laat kenmerken door een flink aantal verbeterde teams – o.a.: de Detroit Pistons, Indiana Pacers, Boston Celtics, Charlotte Hornets en Utah Jazz – lijkt het niet meer dan logisch om een All Improved-team samen te stellen.
In tegenstelling tot de publiekelijk gekozen All-Star-teams – als Kobe Bryant dit jaar tot de All-Star Game wordt verkozen, zal deze jongen uit protest niet kijken – en de Sixth Man Award (een kwestie van semantiek), staat de Most Improved Player-award hoog in mijn persoonlijk achting. Het beloont doorgaans een mooi type speler. Iemand die aan zijn persoonlijke vaardigheden blijft schaven. Jimmy Butler, vorig seizoen winnaar van deze titel, is hiervan een perfect voorbeeld.
Bij elk van de vijf gekozen spelers zal een statistische en basketball-technische argumentatie door mij worden bijgevoegd. Niet eens met de uiteindelijke vijf keuzes? Mooi zo! Dat betekent dat jij, o zo geachte en geliefde lezer, genoeg basketball kijkt om je eigen favorieten en under the radar-spelers te hebben. Laten we beginnen met de speler die er aan het einde van dit seizoen hoogstwaarschijnlijk vandoor gaat met de award voor Most Improved Player…
(*Afkortingen stats: minutes/points/assists/rebounds/blocks per game)
(** ‘Shooting line’= field goal-% – 3point-% – free throw-%)
C.J. McCollum, guard (Portland Trail Blazers)
*Stats 2015-2016: 35.1 mpg; 20.1 ppg; 4 apg; 3.4 rpg; **shooting line 44-40-87
Stats 2014-2015: 15.7 mpg; 6.8 ppg; 1 apg; 1.5 rpg; 44-40-70
Het duurde welgeteld één kwart in het huidige NBA-seizoen. Na twaalf minuten in de openingswedstrijd van de Trail Blazers (zie filmpje boven) was de topkandidaat voor de MIP-award van 2015-2016 opgestaan: C.J. McCollum is de naam. De ware basketballnerd had hem misschien al genoteerd, maar voor de gemiddelde NBA-volger was McCollum twee maanden geleden nog een volslagen onbekende. Nu is dat wel anders. McCollum is een bijzonder spectaculaire combo guard die veelvuldig in highlight-clipjes op het internet is terug te vinden.
McCollum is, in de woorden van ene meneer B. Simmons, een ware irrational confidence guy. Een speler die, wanneer zijn spel enigszins begint te lopen, er heilig van overtuigd is dat hij elk, maar dan ook echt elk schot kan raakschieten. En om de zoveel avonden lijkt dit in het geval van McCollum op waarheid te zijn berust. De Blazers’ openingswedstrijd was hier een goed voorbeeld van. McCollum weet, ondanks zijn geringe postuur (1.93m, 89kg) voor NBA-begrippen, heel goed ruimte voor zijn eigen schoten te creëren. Hierbij helpt zijn straight-up dirty ball-handling behoorlijk. Of niet, Dirk?
McCollum is het perfecte voorbeeld van het Amerikaanse sportcliché “when talent meets opportunity“, wat losjes vertaald neerkomt op “juiste man, juiste plek”. Na een massa-exodus van goede spelers uit Portland – Aldridge, Batum, Lopez, Afflalo etc. – is er in de eerste fase van de grote re-build nu behoorlijk wat beschikbare speeltijd vrijgekomen voor de overgebleven talenten in de selectie van de Trail Blazers. En van hen heeft niemand z’n kans beter benut dan C.J. McCollum.
Op het eerste oog ‘past’ McCollum niet echt bij de huidige Blazers. Hij is in vele opzichten een waterkopie van Portlands sterspeler Damian Lillard: een speler die graag de bal in handen heeft, het beste schiet vanuit de dribbel en bovenal volkomen angstloos aanvalt. Maar, misschien wel bij gebrek aan alternatieve opties, vooralsnog lijkt de ‘twee-kapteins-op-één-schip’-tactiek te werken voor Portland.
Aanvallend gezien is Portland met McCollum op het veld een bovengemiddeld team, getuige een Offensive Rating van ruim 105 in de 35 speelminuten per wedstrijd waarin hij meedoet. Hoopgevend voor een team dat verder nergens in uitblinkt (record: 11-20). McCollums gemiddelde aantal speelminuten is dit jaar weliswaar omhooggeschoten (+19.5 minuten), maar zijn offensieve productie is nóg explosiever gestegen: van geen enkele speler in de NBA is dit seizoen de puntenproductie (+13.3) of het gemiddelde aantal assists (+3.0) dusdanig verbeterd als bij McCollum.
Avery Bradley Guarding Mo Williams Might Make Mo Rethink His Game. https://t.co/D0NglosV7p
— BBALLBREAKDOWN (@bballbreakdown) 16 december 2015
Avery Bradley, guard (Boston Celtics)
Stats 2015-2016: 31.8 mpg; 15.4 ppg; 1.9 apg; 2.4 rpg; shooting line 45-41-80.
Stats 2014-2015: 31.5 mpg; 13.9 ppg; 1.8 apg; 3.1 rpg; shooting line 43-35-79.
Voor fans van de Boston Celtics – of van de nuances van kwalitatief goede guard play – is het jammer dat er ook bij de uitreiking van de award voor Most Improved Player doorgaans niet verder wordt gekeken dan de statistiekjes die men in de dagelijkse box scores aantreft. Hierdoor wordt de enorme ontwikkeling van Boston-guard Avery Bradley over het hoofd gezien. Want vraag een handvol ware basketballkenners welke speler uit de ‘oogtest’ naar voren komt als kandidaat voor de titel van Most Improved, en de naam Bradley zal meermaals vallen.
Vorig jaar begrepen vele Celtics-fans niet helemaal waarom hun jonge en briljante coach, Brad Stevens, het zo zag zitten in de bij tijden onopvallende Bradley. Waarschijnlijk besefte Stevens al een flinke poos eerder dan de fans dat hij in Bradley een jonge, niet-uitontwikkelde speler had die uiteindelijk zal uitgroeien tot complete 2-guard. Het imago van Bradley is enorm verbeterd dit jaar, getuige de publiekelijke goedkeuring die de bekendste Celtics-fan van allemaal twee weken geleden uitsprak:
AVERY BRADLEY IS AN ALL-STAR — Bill Simmons (@BillSimmons) 12 december 2015
De reguliere statistieken laten geen bijzonder grote verbeteringen in Bradleys spel zien. Een verhoogde productie als driepuntschutter uitgezonderd (vorig jaar 1.6 3pm per wedstrijd tegen 35%; dit jaar 2.4 3pm tegen 41%). Het zijn de advanced metrics die de werkelijke vooruitgang van Bradley dit seizoen eer aandoen.
Waar Bradley vorig seizoen nog tamelijk matige Ratings neerzette (O-rtg.: 99; D-rtg.: 107), die tezamen uitkwamen op een NetRating van minus-8, blijkt uit zijn ratings van dit seizoen (Offensief: 105; Defensief: 99 – een NetRating van plus-6) dat Bradley de belangrijkste speler uit de huidige Celtics-selectie is. De snelle rekenaars onder de lezers hebben al kunnen uitvogelen dat Boston-incluis-Bradley dit jaar maar liefst veertien punten per honderdmaal balbezit verbeterd is ten opzichte van vorig seizoen.
Leading Scorers by zone as of today. Blake owns the elbows, Ariza owns the corners, Lowry upsets Curry at the top! pic.twitter.com/dRxHPyroaC
— Kirk Goldsberry (@kirkgoldsberry) 8 december 2015
Andre Drummond, center (Detroit Pistons)
Stats 2015-2016: 35.1 mpg; 18.2 ppg; 16.1 rpg; 1.5 bpg; shooting line 52-n.v.t.-38.
Stats 2014-2015: 30.5 mpg; 13.8 ppg; 13.5 rpg; 1.9 bpg; shooting line 51-n.v.t.-39.
De huidige vooruitgang van Detroit als ploeg kan men danken aan vele verbeterde individuele spelers. Reggie Jackson blijkt een point guard van (sub)topniveau. Kentavious Caldwell-Pope is een volwaardige NBA-speler geworden. En ook Marcus Morris is beter dan in voorgaande seizoenen. Maar uiteindelijk valt of staat de ommekeer van de Pistons bij één grote man: Andre Drummond.
Vanuit fysiek oogpunt is Andre Drummond dit jaar uitgegroeid tot meest dominante center in de NBA. Hij scoort de meeste paint points van allemaal (zie bovenstaande shot chart). Daarnaast leidt hij de NBA in rebounds. Met een ruiiiime voorsprong. Drummonds voorsprong in het reboundklassement lijkt nu al onoverbrugbaar: waar de nummers twee en drie (DeAndre Jordan en Dwight Howard) respectievelijk 13.1 en 11.5 rebounds per wedstrijd pakken, verzamelt Drummond gemiddeld 16.1 (!!!) rebounds op een doorsnee avondje. Dominant, heet dat.
Hoofdcoach/technisch directeur Stan van Gundy is in Jaar 2 bij de Pistons hard op weg de succesploeg (2006-2009) die hij in Orlando onder z’n hoede had te recreëren. En hoewel de omringende schutters bij die Magic-teams (Turkoglu, Lewis, Redick, Lee) beter waren dan de huidige verzameling vleugelspelers van Detroit, lijken de twee sleutelposities, die van spelverdeler (Reggie Jackson tegenover Jameer Nelson) en onder de borden (Drummond tegenover Howard) beter bezet bij de Pistons. Drummond heeft nu al meer vooruitgang geboekt als scoringswapen in de low post dan Howard over z’n gehele loopbaan.
Eén van de vele overeenkomsten met ‘jongere-en-vermakelijkere-versie-van-Howard-in-Orlando’ en Drummond is de absoluut onmisbare rol die zij beiden vervullen voor hun ploeg. Detroits NetRating mét Drummond is ruim 20 punten beter dan zonder. Oftewel: de aanwezigheid van Drummond op het veld levert Detroit een positief verschil van één punt per vijfmaal balbezit op, ten opzichte van een vijftal Pistons zonder Drummond.
Harrison Barnes, forward (Golden State Warriors)
Stats 2015-2016: 30.1 mpg; 13.4 ppg; 1.9 apg; 5 rpg; shooting line 50-39-83
Stats 2014-2015: 28.3 mpg; 10.1 ppg; 1.4 apg; 5.5 rpg; shooting line 48-40-72
Er wordt geen speler in de NBA vaker over het hoofd gezien dan Harrison Barnes. Een bijkomstig effect van het veld delen met de beste schutter aller tijden (Curry), de meest veelzijdige speler in de NBA (Green), één van de beste 2-guards van vandaag (Thompson) en de huidige NBA Finals MVP (Iguodala). Maar zonder Barnes bestaat het beste vijftal van de NBA niet, de Lineup of Death (in 64 minuten samen op het veld: NetRating van +70, ze-ven-tig) dankt zijn bestaan ook aan de pas 23-jarige forward uit North Carolina.
Barnes’ vermogen stretch four te spelen in bovenstaande line-up is cruciaal voor Golden State’s succes. Hij is net aan groot genoeg (2.03m, 102 kg) om verdedigend stand te houden tegenover traditionele bigs (à la Millsap, Love, Bosh etc.), en is vervolgens op aanvallend vlak veel te snel en atletisch om door diezelfde grote jongens bijgehouden te worden. Dit jaar buit Barnes deze missmatches beter uit dan voorheen, en zal daardoor in de komende zomer als transfervrije speler All-Star-waardige contractaanbiedingen kunnen verwachten.
Will Barton, forward (Denver Nuggets)
Stats 2015-2016: 29 mpg; 15.7 ppg; 6.1 rpg; 2.3 apg; shooting line 46-41-85.
Stats 2014-2015: 17 mpg; 6.8 ppg; 2.8 rpg; 1.4 apg; shooting line 43-27-79.
Vorige week vergeleek ik het spel van Will Barton met het gooien van een aangezette kettingzaag in een wasmachine op volle toeren. Ik sta nog altijd achter deze vergelijking. Elke keer dat Barton de bal in bezit krijgt, bekruipt mij de neiging om met m’n handen het gezicht te bedekken – alsof je je mobieltje op het tramspoor heb laten vallen, en je Lijn 12 al ziet aankomen. Wonder boven wonder leveren Bartons wildemans-capriolen meer op dan ze afbraak doen aan het spel van de (eveneens ongecontroleerd-wilde) Nuggets.
Twee factoren verklaren Bartons toegenomen productie: een verbeterd afstandsschot en blessures van teamgenoten. Denvers beste vleugelspeler, Wilson Chandler, is langdurig geblesseerd. Ook Danilo Galinari is nog altijd niet topfit. De speeltijd ligt dus voor het oprapen. Barton is in staat Chandlers rol in te vullen, nu hij zijn driepuntpercentage met 14 procent heeft weten op te krikken.
Waar Barton in z’n eerste drie NBA-seizoenen (en op college–niveau bij Memphis) niet meer dan 0.4 driepunters gemiddeld per wedstrijd wist binnen te schieten, tegen lage percentages (<30%), raakt Barton dit jaar maar liefst 1.7 driepunters per wedstrijd. Om precies deze reden ben ik over Bartons opkomst sceptischer dan die van de andere vier spelers uit dit ‘All Improved‘-team. Want een dusdanig plotse stijging in schietpercentages is vaak niet houdbaar op de lange termijn.
Reacties