Tussen Miguel Cabrera, Jose Abreu, Yoenis Cespedes en een paar andere grote en soms dikke spelers stond vannacht een klein mannetje. Jose Altuve, ongeveer één meter vijfenzestig hoog, scheelde gemiddeld twee koppen met de rest van de All Stars uit de American League.
Als je hem op dat moment voor het eerst had gezien zou je al snel denken dat hij verdwaald was. Maar met zijn 130 hits, 41 gestolen honken en een slaggemiddelde van .335 was de tweede honkman van de Astros tussen de beste spelers uit de Major League precies op zijn plek.
Op zich opmerkelijk dat de kleine Altuve het zo ver heeft geschopt. Als hij vroeger in Venezuela had geluisterd naar al zijn coaches was hij al lang gestopt. Meestal vonden ze hem een prima honkballer, maar niemand dacht hij het met zijn lengte zou redden. Hij kon maar beter wat anders gaan doen.
Altuve trok zich niets van al die ongevraagde adviezen aan en probeerde via try-outs Amerika te halen. Bij één georganiseerd door de Houston Astros vertelden de coaches na een paar uur dat hij verder geen moeite meer hoefde te doen en de volgende dag maar beter thuis kon blijven. Eigenwijs kwam Altuve de ochtend daarna toch opdagen. “Ik hoorde dat er die tweede dag tien scouts waren in plaats van twee. Misschien zou eentje van hen mij wel goed vinden. Ik zag het echt als mijn laatste kans.”
Het lukte hem de scouts te overtuigen en hij mocht beginnen in de Minors bij de Astros. Daar begon het gezeur over zijn lengte weer opnieuw. “Overal waar ik kwam moest ik mijzelf bewijzen. Ik moest altijd een beetje extra doen.” Hij kreeg daar de bijnaam Mighty Mouse en kent inmiddels alle grappen. Mensen vroegen altijd of hij de batboy was, hoe lang hij was en naar zijn leeftijd. En telkens kwam weer de opmerking dat hij toch wel klein was om honkbal te spelen. Toen hij in 2011 de Major League haalde schrok oud-manager van de Astros Brad Mills. “Zijn pak leek veel te groot. Ik keek hem aan en zei: Holy Smoke.”
Een paar weken geleden zette de coach hem ineens op de plek van cleanup hitter. Normaal gesproken de dikzak van het team, of degene met de grootste spierballen. Grappig, dacht Altuve. Hij maakte een foto en stuurde het naar zijn vriend en mede-Venezolaan Miguel Cabrera met de tekst: ‘Zo ziet een nummer-vier hitter er uit.’
Laatst zagen de twee elkaar. Cabrera tilde hem even op, gooide hem over zijn schouder en zette hem weer op de grond. “De enige manier om klaar te zijn voor het strandseizoen is af en toe een Altuve optillen”, lachte de eerste honkman van de Tigers.
Altuve blijft intussen bescheiden. Keurig bedankte hij de fans, zijn teamgenoten en God dat hij was uitgekozen voor de All-Star Game. En hij was blij en trots dat hij bij de laatste van Derek Jeter mocht meespelen. “Ik heb op dit moment gewacht”, zei hij tevreden. Maandag ging hij samen op de foto met Derek. Was dat vast binnen. Zo kon voor hem de All-Star Game nog voordat er een bal was gegooid al niet meer stuk.
Foto: Getty Images
Reacties