Soms, heel soms, kan conservatisme verfrissend aanvoelen. In de huidige NBA bijvoorbeeld. Waar soms weinig sprake is van langetermijndenken. Idealiter beschikt men over twee, drie topspelers die hun piekleeftijd naderen of hebben bereikt, waaromheen een kampioenswaardig team kan worden gebouwd. Hiervan zijn de Golden State Warriors en de Cleveland Cavaliers het ideaaltype. Dit soort ploegen zijn volledig op het ‘nu’ gericht. Met reden, want het heden biedt reële titelkansen.
De realiteit voor de meeste NBA-teams is de aanwezigheid van één zo’n topper, omringd door een paar betrouwbare hulpkrachten, met misschien één of twee toekomstige (sub-)toppers en sowieso een lading inwisselbare spelers. Dit geldt voor vele teams: van Toronto tot Phoenix, van New York tot Indiana. Bij deze ploegen is de gedachte: we’re just one piece away. Eén geslaagde toevoeging maakt hun selectie tot die van een contender, aldus deze teams zelf. Dit soort optimisme bestempel ik graag als het ‘wacht-maar-tot-volgend-seizoen’-syndroom.
Een derde archetype van NBA-beleid is het proces der rebuilding. Hiertoe gaan clubs over wanneer de huidige selectie geen enkel toekomstperspectief meer biedt. Het meest extreme voorbeeld hiervan is de tanking-strategie – het moedwillig slechtzijn – van de Philadelphia 76ers. Maar ook ploegen als de Denver Nuggets, Portland Trail Blazers, Orlando Magic en ja, zelfs de Los Angeles Lakers bevinden zich momenteel in totale renovatiemodus.
Het laatste alternatief is het vooropstellen van het beleid zelf. Dit is, getuige de San Antonio Spurs, wanneer goed uitgevoerd, de meest rendabele optie. De moeilijkst uitvoerbare, dat ook. Want consistente bekwaamheid, van spelers, coaches en directie, is uiteraard zeldzaam. In San Antonio kunnen spelers komen en gaan – behalve Tim Duncan, waarschijnlijk een onsterfelijke alien – ‘Het Systeem’ geniet de prioriteit. Een paar teams pogen dapper dit te imiteren. Boston en Atlanta, bijvoorbeeld. En de Utah Jazz.
Leven zonder Deron
De Utah Jazz uit de periode 2005-2011 leken veel op het succesteam van Karl Malone en John Stockton uit de jaren negentig. Ieder seizoen een solide subtopper. Een ploeg waar rekening mee gehouden moest worden. In de vijfenhalf seizoenen (466 wedstrijden) met Deron Williams kwam Utah tot een record van 278-188 (.597). Oftewel, een gemiddeld jaar van 49-33.
Onthoud: Bij de Jazz had Deron Williams een legitieme claim op de titel ‘beste point guard in de NBA’. Hoe erg de beelden van een sjokkende en bakstenen-werpende Williams in een Nets-jersey deze herinnering ook hebben onderdrukt, het blijft waar. Williams was dynamisch. Regelmatig in staat tot 40 point games. Gemiddeld goed voor negen of tien assists. Een spelverdeler met dodelijke handles, een solide driepunter en beresterke drives.
Maar na vijfenhalf jaar bleek Williams het wel gezien te hebben in Salt Lake City. Op 23 februari 2011 werd hij aan de Nets verruild. Dit nog geen twee weken nadat hoofdcoach Jerry Sloan was opgestapt, na een dienstverband van 22 (!) jaar. Naar verluidt vanwege een onherstelbaar slechte relatie tussen hem en Williams. Door de blockbuster deal met New Jersey kreeg Utah de beschikking over Derrick Favors (dat jaar nog de derde overall pick in de Draft), Devin Harris en toekomstige first round picks in de Drafts van 2011 (Enes Kanter) en 2013 (Trey Burke).
Slimme keuzes in de Draft
Na het vertrek van Deron Williams is er verrassend genoeg niet één seizoen aan tanking gedaan in Utah. Toegegeven, in vierenhalf jaar post-Williams is Utah zeker geen topteam geweest – gemiddeld werd er 37 keer per seizoen gewonnen sinds 2011. Maar in slechts één jaar streden de Jazz niet mee om een play-offticket (2014: 25-57). Dit was het gevolg van het vertrek van steunpilaren Paul Millsap en Al Jefferson in free agency.
Een primaire reden voor het uitblijven van echt magere tijden is het beleid van Utah omtrent de jaarlijkse Draft. Alhoewel de twee (#3 en #9) first round picks afkomstig uit de Williams-deal werden verspild aan de inmiddels verruilde Enes Kanter (OKC Thunder) en de tegenvallende Trey Burke, is Utah nagenoeg optimaal omgesprongen met hun overige beschikbare picks in de laatste edities van de Draft.
Met de elfde keuze in de Draft van 2010 werd de opvolger van Williams als franchise player gekozen: Gordon Hayward. Een jaar later werd, naast Kanter, met de twaalfde keuze de bij tijden productieve wing Alec Burks gekozen. In 2014 besteedde Utah de hoogste selectie (#5) aan het achttienjarige Australische experiment/’héél-misschien-een-superster-in-2020′ Dante Exum, maar werd de latere keuze (#23) in diezelfde eerste ronde wederom goed benut: de keuze viel op Rodney Hood, momenteel de startende 2-guard.
Rudy Gobert is on fire on defense. http://t.co/JSIhiMzi4e pic.twitter.com/DY8HTrYlFm
— Kirk Goldsberry (@kirkgoldsberry) 4 maart 2015
Het Franse anker Maar zonder twijfel maakte Utah zijn grootste Draft steal in 2013. Toen werd Rudy Gobert gekozen, bijzonder laat in de eerste ronde (#27). In iets meer dan twee jaar tijd is de Franse reus (2.16m) uitgegroeid tot de beste verdedigende center in de NBA. Een center à la Gobert is zelfs het nieuwe prototype voor de ‘5-positie’ geworden in de hedendaagse NBA: een hyper-atletische rim protector die beweeglijk genoeg is om van basket tot basket te bewegen bij een hoog speeltempo. Zoals mijn waarde SportAmerika-collega Johan Brinkel in de meest recente uitzending van Buckets al aanduidde: sinds Utah de verdedigende hopeloze Enes Kanter heeft verruild, en Gobert als center gebruikt, is het uitgegroeid tot een goed verdedigend team. Sinds de laatste All-Star Break (43 wedstrijden) heeft Utah in de 29 speelminuten per wedstrijd met Gobert op het veld een Defensive Rating van 95. Per 48 speelminuten bezien zou deze rating over dit tijdsframe de beste in de gehele NBA zijn.
The economics of the NBA is rapidly changing. Just ask Alec Burks. pic.twitter.com/r1dIkjUcIU — Kirk Goldsberry (@kirkgoldsberry) 31 oktober 2014
De offensieve alleskunner
In aanvallend opzicht leunt Utah zwaar op Gordon Hayward. Zolang Dante Exum zich niet explosief ontwikkelt als offensief wapen – hetgeen nog langer gaat duren dan verwacht, vanwege de ernstige knieblessure die hem dit gehele seizoen aan de kant zal houden – heeft Utah eigenlijk maar één echte aanvalskracht op de perimeter spelen. Hayward is de Jazz’ beste schutter (41% 3PT), belangrijkste passer (3.3 APG) en topscorer (19 PPG). Daarnaast is hij de enige betrouwbare ball handler in de selectie, en fungeert daarom veelvuldig als point forward.
Het goede nieuws: Utah’s ster wordt alsmaar beter – in elk van de vijf voorgaande seizoenen is zijn puntengemiddelde gestegen. Het slechte nieuws: de Jazz zijn wanhopig op zoek naar extra vuurkracht vanaf de perimeter. Zo werd de wisselvallige Alec Burks (zie bovenstaande shot chart) beloond met een royale contractverlenging, omdat Utah niet nóg ongevaarlijker op de vleugels mocht worden. Een andere scorer zou point guard Trey Burke moeten zijn. Maar de affectie voor zijn eigen krakkemikkige midrange-schotje speelt hem parten. Of zijn contract wordt verlengd, is zéér de vraag.
De overige guards en wings in de Jazz-selectie zijn verdedigend georiënteerde spelers. Elk voegt één of twee leuke dingen toe in aanvallend opzicht, maar NBA-waardige aanvalsopties zijn zij niet. Raulzinho Neto en Joe Ingles zijn uitstekende passers. Lefty Rodney Hood vindt zo nu en dan z’n schot. Maar daar blijft het bij dit drietal dan ook bij.
Dominantie rond de basket
Maar inside is Utah aanvallend sterk. Dit heeft niet te maken met Gobert, uitsluitend dunkend eindstation voor lobpassjes. Het is Derrick Favors die de Jazz tot down low-gericht team maakt. Favors is in vijf jaar tijd stilletjes uitgegroeid tot één van de beste power forwards in de NBA. Zijn statistieken per 36 minutes (20 PTS, 10 REB) zijn beter dan die van All-Star-forwards Kevin Love, Paul Millsap, LaMarcus Aldridge, Pau Gasol en Chris Bosh. Ook is Favors’ field goal-percentage (55%) superieur.
Favors is een klassieke power forward. Hij scoort graag, en bijzonder effectief, uit post-ups. Maar liefst 62% van zijn totale puntenaantal heeft hij gescoord in de paint. Zijn midrange-schot is betrouwbaar genoeg geworden om het sporadische gebruik hiervan te verantwoorden. En, zeer belangrijk, verdedigend staat hij nu zijn mannetje. In zijn eerste vier seizoenen was hij een matige verdediger (D-rating: 106), de laatste twee jaar een bovengemiddelde (D-rating: 101).
Een gevestigde identiteit
Het is duidelijk dat het gebied rondom beide baskets de zone is waar Utah zijn winst boekt op andere teams. In aanvallend opzicht staat Utah dit seizoen twaalfde onder alle NBA-teams qua PITP (Points In The Paint), met 42.5 punten per wedstrijd. Verdedigend laten de Jazz dit jaar de minste PITP toe: per wedstrijd scoren teams maar 37.8 punten in het dichtstbijzijnde gebied rond de basket.
Een ander kenmerk voor het huidige spel van de Jazz is het (opzettelijk) lage tempo. Dit jaar staat Utah laatste onder alle NBA-teams qua pace (95 maal balbezit per wedstrijd). Dit was ook in 2014-2015 al het geval. Ter vergelijking: Phoenix, de koploper in pace in de NBA dit jaar, gebruikt ruim zevenmaal balbezit meer per wedstrijd dan Utah. In het era van pace-and-space kiest Utah moedwillig voor een tegenovergestelde strategie: die van ground-and-pound.
Dat Utah, ondanks een niet bovenmatig begaafde spelersselectie en een onspectaculaire speelwijze, alsnog een kandidaat is voor een plekje in de play-offs wijst erop dat de juiste weg lijkt te zijn ingeslagen met deze jonge ploeg. Hoofdcoach Quinn Snyder verdient hiervoor complimenten. Hij heeft zijn ploeg een unieke identiteit laten ontwikkelen. Het is misschien niet het meest ‘sexy’ spelende NBA-team, maar wat wil je? Het blijft Utah.
Het vooruitzicht
De toekomst ziet er rooskleurig uit voor Utah. De zeven spelers die de meeste minuten maken – Hawyard, Favors, Gobert, Burks, Burke, Hood en Neto – zijn allemaal nog geen 25 jaar oud. Doordat Utah bij de meeste ruildeals toekomstige picks boven spelers prefereert, beschikt het over een bootlading aan selecties in de komende drie edities van de Draft: vijf first rounders (één in 2016; twee in 2017; twee in 2018) en negen second rounders.
Utah is één van de weinige teams die je zoveel Draft-mogelijkheden kan toevertrouwen. Vooral latere selecties van de Jazz pakken vaak goed uit. Ook kan deze berg picks aangewend worden wanneer Utah een ruildeal wil maken voor een topspeler.
De belangrijkste indicator voor een eventuele coup op de transfermarkt is het gunstige salarishuis. Utah heeft veertien van de vijftien huidige selectiespelers voor volgend jaar gebonden. En dat voor 59.4 miljoen dollar. De meest voorzichtige projectie van de salary cap voor NBA-teams in 2016-2017 bedraagt 89 miljoen. Dat betekent dat Utah, als het zou willen, minimaal 30 miljoen dollar aan nieuwe aanwinsten zou kunnen besteden. Met deze kennis in pacht is het niet zo gek als Utah binnen een paar jaar méér dan een subtopper zal zijn.
Graphics: Mike Tibbert
Salarisgegevens: Basketball-Reference
Reacties