Who’s better, who’s best nummer 2: Jim Brown
Jim Brown werd in 1957 door de Cleveland Browns gedraft als eerste pick in de NFL Draft. Hij had er een carrière als All-American opzitten bij Syracuse en won er bijna als eerste kleurling de Heisman Trophy, de prijs voor de beste speler in het land. Die eer moest hij laten aan Ernie Davis, die de trofee in 1961 in ontvangst mocht nemen. Het verhaal van Davis is te zien in ‘The Express’, een aanrader. Naast football excelleerde Brown ook in lacrosse, met een plaatsje in de National Lacrosse Hall of Fame.
Brown was één trendsetter op running back. Hij ving passen, liep kick-offs terug en voerde ook de halback pass uit, met drie touchdownpassen als resultaat. Toen hij op 30-jarige leeftijd stopte met spelen stond hij met zijn statistieken mijlenver boven de tegenstand. Hij eindigde met 12 312 rushing yards en 15 459 total yards. Hij had een gemiddelde van 5,2 yards per carry, een absoluut record. Hij miste geen enkele wedstrijd in zijn carrière, zelfs al deelde hij meer hits uit dan de verdedigers die een poging deden om hem te tackelen.
De vraag blijft hoe hoog de lat zou gelegen hebben mocht Brown niet gestopt zijn na negen seizoenen. Volgens kenners was hij absoluut nog niet over zijn hoogtepunt heen toen hij de sport vaarwel zei. Doet me denken aan Barry Sanders.
In zijn rookiejaar werd de running back Rookie of the year en MVP. In totaal mocht Brown zich drie keer beste speler in de NFL noemen, in 1957, 1958 en 1965. Hij speelde in negen Pro Bowls en was acht maal first-team All-NFL. Zijn prestaties op het veld leverden hem naast een plaats in het 1960s All-Decade Team en het All-Time NFL-team ook een buste op in de Pro Football Hall of Fame.
<iframe width=”425″ height=”349″ src=”http://www.youtube.com/embed/a4QQ9fnAgBU” frameborder=”0″ allowfullscreen></iframe>
Foto: lhorwedelreflections.blogspot.com
Reacties