Turner & Taylor: van bankzitters tot play-off MVP’s

Door

Aan de vooravond van de World Series, ziet het er naar uit dat het vele geld van de Los Angeles Dodgers eindelijk zijn vruchten gaat afwerpen. Wie immers een blik werkt op de financiën van de MLB-teams, ziet dat de Dodgers met een payroll van 265 miljoen dollar meer geld uitgeven dan welke organisatie dan ook.

Veel geld betekent normaal gesproken ook veel duurbetaalde sterren op het veld die het team leiden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij Clayton Kershaw, die met een salaris van $35 miljoen de bestbetaalde speler van de Dodgers is.

Kijk je echter verder naar de top vijf, verschijnen achtereenvolgens Adrian Gonzalez, Andre Ethier, Scott Kazmir en Carl Crawford op de loonlijst. Deze spelers hebben stuk voor stuk dit jaar geen grote bijdrage geleverd. Eentje (Crawford) speelt niet eens meer voor de Dodgers.

Als de dure spelers niet presteren, moeten andere dat doen. Twee spelers die in dat geval opvallen bij LA zijn Justin Turner en Chris Taylor; twee mannen die niet de grootste namen zijn en in het verleden zelfs anonieme bankzitters waren. Ondanks dat Turner inmiddels een jaarsalaris van gemiddeld $16 miljoen heeft, is het noemenswaardig dat zowel Turner als Taylor inmiddels een dusdanig sleutelrol vervullen bij een mogelijke kampioen.

Chris Taylor (Joe Camporeale/USA TODAY Sports)

DE ZOVEELSTE UTILITY-RESERVE

Toen Chris Taylor in 2014 zijn eerste kans kreeg bij de Seattle Mariners, werd hij direct het prototype utility-player. Hij was een speler die overal in het binnenveld ingezet kon worden. Daarnaast beschikte hij over wat snelheid op de honken, maar was hij weinig indrukwekkend aan slag. Zodoende vond Taylor zich het ene moment in de Majors terug en het andere moment weer in Triple-A.

Op 9 juni 2016 had de General Manager van de Mariners, Jerry Dipoto, genoeg gezien. Taylor was een overbodige speler en met een slaggemiddelde van .240, een OBP van .296 en 10 RBI’s (geen homeruns) in 86 wedstrijden leek de mening van Dipoto gerechtvaardigd. De Dodgers wilden de toen 26-jarige Taylor overnemen en stuurden in ruil voor hem werper Zach Lee richting Seattle.

Lee meldde zich bij de Tacoma Rainiers, het Triple A-team van de Mariners. Hier ging hij 0-9 met een ERA van 7.78 en in december 2016 mocht hij zijn koffers alweer pakken. De Padres boden de 25-jarige werper nog een kans, maar sinds augustus zit de lefty zonder werk.

Terwijl Lee thuis op de bank zit, gaat Chris Taylor richting de World Series als NLCS MVP.

MEER DAN EEN UTILITY-SPELER

Sinds zijn komst naar Los Angeles heeft Taylor zich ontpopt tot een meer dan waardevolle speler; iets wat in 2016, toen hij slechts een slaggemiddelde van .206 in 34 wedstrijden had, niet waarschijnlijk leek.

Afgelopen jaar onderging Taylor echter een ware transformatie. Waar hij in zijn eerste 120 wedstrijden slechts één homerun sloeg, sloeg hij er afgelopen jaar maar liefst 21, met daarbij 72 RBI’s. Daarnaast ging het slaggemiddelde omhoog naar .288 en steeg zijn OBP naar .354.

Als kers op de taart was Taylor in de NLCS tegen de Chicago Cubs één van de absolute uitblinkers, met een MVP-award als resultaat. Het moge duidelijk zijn dat de honkbalgoden de Seattle Mariners nog steeds niet gunstig gezind zijn. Taylor bleek toch iets meer te zijn dan ‘zomaar’ een utility-speler.

“WE NEED ROSTER SPACE”

Waar Taylor begin dit jaar nog een grote onbekende was, tekende Justin Turner afgelopen off-season een vierjarig contract met een gemiddeld salaris van 17 miljoen. Het was de bekroning voor een lange, zware route die hem onverwacht een sterspeler zag worden in Los Angeles. Sinds afgelopen week mag hij zich zelfs in hetzelfde rijtje scharen als de legendarische Dodger Kirk Gibson.

Acht jaar geleden, ver voor dit heroïsche moment, was Turner echter een 24-jarige infielder die zijn debuut maakte bij de Baltimore Orioles. De Orioles hadden hem twee jaar daarvoor overgenomen van de Cincinnati Reds, maar na zeventien wedstrijden en een .111 slaggemiddelde mocht Turner al zijn biezen pakken in Camden Yards.

Gelukkig was Turner nog jong en zijn veelzijdigheid maakte hem enigszins waardevol. Zodoende gaven de New York Mets hem in mei 2010 een tweede kans. De daaropvolgende drie jaar vervulde de roodharige infielder de typische utility rol. Hij werd op vele plekken ingezet, maar was in eerste instantie vooral een reservespeler. Dit deed hij niet onverdienstelijk.

In 2013 had Turner in beperkte speeltijd een slaggemiddelde van .280 met een OBP van .319. Met name in de slotfase van het seizoen gingen de statistieken langzaam omhoog.

Het mocht echter niet baten. Ondanks dat Turner een goedkoop puzzelstukje was voor de Mets, liet Mets-GM Sandy Alderson hem na 2013 weten dat er geen ruimte voor hem was. “We need roster space”, was de uitleg van Alderson. Het zou een besluit zijn waar de Mets anno 2017 hoofdschuddend op terug zullen kijken.

Justin Turner, van bankzitter naar All-Star (Rob Carr / Getty Images)

SUPERSTER IN L.A.

Wat volgde was de zoektocht naar een nieuwe kans. Via-via kreeg Turner deze kans bij de Dodgers. Een proefperiode leidde tot een eenjarig contract, voor een miljoen dollar. Met een slaggemiddelde van .340 wist hij dit om te zetten in nog een eenjarig contract voor 2,5 miljoen voor 2015.

Zelfs toen hij in datzelfde 2015 soortgelijke statistieken neerzette, moest Turner het nog steeds met een eenjarig contract doen voor het daaropvolgende seizoen: ditmaal voor vijf miljoen.

Dan, na 2016, volgde de ultieme beloning voor al het harde werk: een vierjarig contract ter waarde van $64 miljoen. De roodharige utility-speler die ooit overbodig was bij de Mets is daarmee nu een duurbetaalde ster in Los Angeles.

Dat laatste is meteen de charme van het honkbal. Zelfs de franchises met het meeste geld – zoals de Dodgers – hebben verrassende helden nodig om de laatste stap richting een titel te zetten. Zelfs al ben je een overbodige utility-speler: ooit kan de dag komen dat je de MVP in een play-off series wordt. That’s baseball.

(Cover photo: David Richard-USA TODAY Sports)

Ook leuk om te lezen