NBA History: Onbreekbare records (1)

Door

 

Waar wij met Sport Amerika dagelijks stilstaan bij al het laatste nieuws in de NBA, is het ook niet slecht om af en toe terug te kijken. Met NBA History kijken we terug naar bijzondere teams en indrukwekkende spelers die gedurende de jaren zoveel indruk hebben gemaakt dat we ze graag nog een keer uitlichten.

Ben Gordon maakte deze week negen op negen driepunters en evenaarde daarmee het record van Latrell Sprewell. Het gebeurt niet vaak dat een record geëvenaard, laat staan gebroken, wordt. Sport Amerika keek daarom eens in de geschiedenisboeken en zocht naar de records die mogelijk tot in de eeuwigheid zullen blijven bestaan. Wat volgt is een overzicht van de meest onbreekbare records uit de NBA. Hierbij deel 1 van 3.

Wilt Chamberlain: 50 punten per wedstrijd

Wilt the Stilt is zonder twijfel één van de beste ‘scoring machines’ in de geschiedenis van de NBA. Hij speelde zijn eerste wedstrijd in 1959 met de toen nog Philadelphia Warriors en scoorde…43 punten tegen de Knicks. Met een lengte van 216cm en 125kg was hij dan ook veel te groot en veel te sterk voor de meeste van zijn tegenstanders. Hij eindigde zijn eerste seizoen met een gemiddelde van 37 punten en zijn tweede met 38 punten per wedstrijd. Maar in zijn derde seizoen (1961-1962) verbaasde hij de hele basketbalwereld door gemiddeld 50 punten te maken. Daarnaast was hij ook nog goed voor 26 rebounds. Hij ondernam bijna 40 schotpogingen en 17 vrijworpen per wedstrijd.

Voor Wilt waren het de perfecte omstandigheden. Er was een enorme ‘scoring boom’ aan de gang. De toen negen teams waren goed voor gemiddeld bijna 119 punten per wedstrijd. Ze ondernamen samen 8.619 schoten en pakten 5.713 rebounds. Ter vergelijking: in het seizoen 2007-2008 scoorden de 30 teams gemiddeld 100 punten, ondernamen ze 6.683 schoten en pakten ze 3.442 rebounds. Met andere woorden, er werd weinig defense gespeeld en het tempo van de wedstrijden was enorm snel. Ieder team speelde zoals de ‘run-and-gun’ Suns van Steve Nash, Amare Stoudemire en Shawn Marion. Dat seizoen was Oscar Robertson daarom ook goed voor een ‘triple-double’ met 31 punten, 12 rebounds en 11 assists. Bovendien waren er nog geen regels voor onder andere ‘goaltending’ waardoor Chamberlain heel wat gemiste schoten rechtstreeks in de korf kon duwen.

De enige speler die het dichtst in de buurt van dit record kwam, was…Wilt Chamberlain zelf. Hij maakte namelijk 45 punten per wedstrijd in het volgende seizoen. Michael Jordan maakt in het seizoen 1986-1987 gemiddeld 37 punten maar dat is nog steeds heel wat punten verwijderd van het record van Wilt.

Wilt Chamberlain: 100 punten in een wedstrijd

Dit is misschien wel het meest bekende record van de man met de meeste records in de geschiedenis van de NBA. Chamberlain maakte 36 van zijn 63 schoten en 28 van zijn 32 vrijworpen, een prestatie op zich voor de anders zwak schietende Chamberlain vanaf de vrijworplijn. Hij eindigde de wedstrijd tegen de Knicks in maart van 1962 met exact 100 punten.

Eerder in het seizoen had hij het bestaande record van 71 punten van Elgin Baylor al gebroken door 78 punten te maken tegen de LA Lakers. Dit en het volgende seizoen zou hij ook goed zijn voor wedstrijden van 73 punten (2x), 72 punten, 70 punten, 67 punten (4x) en 65 punten (2x).

De speler die het dichtst bij Wilt’s record van 100 punten kwam, was Kobe Bryant. Die maakte in 2008 namelijk 81 punten tegen de Toronto Raptors. The Black Mamba maakte 21 van zijn 33 tweepunters, 7 van zijn 13 driepunters en 18 van zijn 20 vrijworpen in 42 minuten. In de tweede helft alleen al maakte hij 55 punten. Andere spelers die enigszins ‘in de buurt’ kwamen: David Thompson met 73 punten in 1978, David Robinson met 71 punten in 1994, Michael Jordan met 69 punten in 1990 en Pete Maravich met 68 punten in 1977.

Wilt Chamberlain: 55 rebounds in een wedstrijd

Chamberlain was niet alleen een ‘scoring machine’ maar ook een ongelooflijke rebounder. Zoals hierboven vermeld, waren de omstandigheden perfect. Het hoge tempo en de daarom vele schoten in combinatie met een lagere efficiëntie in die tijd leidden tot enorm veel beschikbare rebounds. Aan het einde van het seizoen 1959-1960 had Bill Russell, legende van de Boston Celtics en dé rivaal van Wilt, liefst 51 rebounds gepakt in een wedstrijd tegen de Syracuse Nationals. Een jaar later was het de beurt aan Wilt. Hij pakte 55 rebounds in een wedstrijd tegen de…Boston Celtics en Bill Russell, hoewel die de wedstrijd wonnen met 132-129.

Sindsdien is niemand nog echt in de buurt gekomen van dit record. Nate Thurmond pakte 42 rebounds in 1965 en Jerry Lucas 40 in 1964 maar in grofweg de laatste 20 jaar is de speler die het dichtste kwam Charles Oakley met 35 rebounds in 1988. Kevin Love deed zijn best door vorig seizoen 31 rebounds te pakken maar dat zijn er nog steeds 24 minder dan Wilt. Dit is ook logisch want bijvoorbeeld in het seizoen 2008-2009 pakten de 30 teams gemiddeld ‘slechts’ 41 rebounds.

Bill Russell: 11 titels

Wilt Chamberlain mag dan wel een lijst aan records op zijn naam staan hebben, zijn rivaal Bill Russell (foto boven met rechts Kobe Bryant) bezit het misschien wel belangrijkste record. Russell behaalde in een carrière van dertien jaar liefst elf titels. De enige seizoenen dat hij geen titel behaalde waren 1957-1958 toen de St. Louis Hawks (Bob Pettit) wonnen en 1966-1967 toen de Philadelphia 76’ers (Wilt Chamberlain) de titel pakten.

De enige speler die echt dichtbij komt is Sam Jones met tien titels…een ploegmaat van Russell. Verderop volgen nog vier Celtics met acht titels: John Havlicek, Tom Heinsohn, KC Jones en Tom Sanders. De eerste niet-Celtic in het lijstje is Robert Horry met zeven titels, evenveel als Celtic Frank Ramsey. Daarna volgen Bob Cousy (nog een Celtic) Michael Jordan, Scottie Pippen en Kareem Abdul-Jabbar met zes titels. De eerste nog actieve spelers zijn Kobe Bryant en Derek Fisher met vijf titels. Tim Duncan heeft er vier.

Chicago Bulls: 72 overwinningen in een seizoen

72-10… Iedere basketbalfan die zichzelf enigszins serieus neemt, weet feilloos wat deze cijfercombinatie betekent. In het seizoen 1995-1996 wonnen de Chicago Bulls liefst 72 van hun 82 wedstrijden op weg naar hun vierde titel van het decennium. Het team van onder andere Michael Jordan, Scottie Pippen, Dennis Rodman en Toni Kukoc verloor slechts twee maal in het eigen United Center en de laatste drie verloren wedstrijden gebeurden met een totaal verschil van drie punten, dus drie verliezen met één punt verschil. Memorabel was het verlies in Toronto tegen de toen nieuwe Raptors. De ganse club en de fans vierden alsof ze net de titel gewonnen hadden.

De situatie voor de Bulls was nagenoeg perfect. De NBA kende twee nieuwe teams met naast de Raptors ook de Vancouver Grizzlies en ook andere relatief jonge teams zoals de Heat en de Clippers hadden het moeilijk om hun weg te vinden. Bovendien waren een heel aantal gevestigde waarden, zoals de Celtics en de Pistons, aan het heropbouwen. Daarnaast waren de Bulls en Michael Jordan uit op wraak. De Bulls omdat ze wilden bewijzen dat ze nog steeds met voorsprong het beste team ter wereld zijn en Michael Jordan omdat die op zoek was naar eerherstel na zijn uitstap naar het baseball en de zwakke prestatie tegen de Magic in de playoffs van 1995.

De laatste jaren zijn er slechts enkele teams geweest die in de buurt kwamen van de Bulls. De Dallas Mavericks wonnen 67 wedstrijden in het seizoen 2006-2007 alvorens in de eerste ronde te verliezen van de GS Warriors. Ook de Lakers van 1999-2000 wonnen 67 wedstrijden maar pakten wel overtuigend hun eerste titel sinds 1988. De Celtics wonnen in het seizoen 2007-2008 66 wedstrijden op weg naar hun eerste titel sinds 1986 en ook de Cavaliers van 2008-2009 wonnen 66 wedstrijden. Datzelfde seizoen pakten de Lakers uit met 65 overwinningen maar de meeste overwinningen door een team uit LA werden al veel eerder genoteerd…

Daarover en veel meer komt u morgen alles te weten in deel 2 van deze serie!

Foto’s: Getty Images / Google Image

Ook leuk om te lezen