NBA History: De vloek der blessures (2)

Door

 

“Hard work beats talent when talent doesn’t work hard.” Zo luidt een oude wijsheid in de NBA. Maar sommige talenten bereiken nooit hun volledige potentieel dankzij van blessures. Ze zijn daardoor niet in staat om zichzelf fysiek 100% te geven, moeten vaker dan normaal rust nemen en/of zien hun carrière vroeg eindigen. Sport Amerika dook de geschiedenis in op zoek naar de twaalf grootste talenten die last hadden van de vloek der blessures. Deel 2: Larry Bird en Ralph Sampson.

Larry Bird

Deze man heeft eigenlijk geen inleiding meer nodig. Larry Legend wordt terecht beschouwd als één van de beste spelers in de geschiedenis van de NBA. Hij had nagenoeg alles wat een basketbalspeler nodig heeft om succes te oogsten: een dodelijk schot van waar dan ook, geweldig speloverzicht (de man had ogen in zijn rug), hij beheerste de kunst van het passen, kon rebounden als een big man, bezat een killerinstinct, was misschien wel de beste clutch speler ooit (ja, beter dan Jordan) en had het hart van een krijger. Het enige dat hij niet had, was atletisch vermogen. En toch domineerde hij zoals niemand ooit gedomineerd had.

Zijn fysieke onbekwaamheid betekende echter een vervroegd einde aan van een succesvolle carrière. The Hick from French Lick (een klein stadje vlakbij Indiana) tekende voor de meest fenomenale piek ooit. Van 1984 tot 1988 was hij zo goed als onstopbaar. Hij was goed voor gemiddeld 28 punten, bijna tien rebounds, bijna zeven assists, twee steals en een schotpercentage van 52%. Hij won drie MVP awards op rij en won zijn tweede en derde titel, waarbij hij telkens verkozen werd tot Finals MVP.

Maar in diezelfde periode begon vooral zijn rug meer en meer op te spelen. In 1988/1989 moest hij al na zes wedstrijden een punt zetten achter het seizoen. Alles begon toen hij in de zomer van 1985 eigenhandig  een oprit wou aanleggen voor het huis van zijn moeder in Indiana (zijn vader pleegde al vroeg zelfmoord). “Larry had twee jobs tijdens zijn laatste zeven seizoenen: basketball spelen en zorg dragen voor zijn rug”, zegt Dan Dyrek, de toenmalige rugspecialist van Bird.

“Van 1988 tot 1992 was het moeilijk om naar te kijken, moeilijk om verslag over te doen”, zegt een voormalig verslaggeefster van de Celtics. Dyrek gaat verder: “Er waren dagen dat hij in mijn kantoor binnenkwam en nauwelijks recht kon blijven. Hij had de structurele stabiliteit in zijn ruggengraad verloren. Dus we moesten hem zo behandelen dat alles terug in elkaar klikte voor een paar uur, zodat hij kon gaan spelen.”

Bird was zich bewust van de ernst van de situatie maar kon het spelletje niet loslaten. “Elke keer als ik speelde, vroeg ik mezelf af of ik in een rolstoel zou belanden. Weet je, ik had al in 1989 met pensioen moeten gaan. Maar het is die competitie, de kans om nog één keer tegen Magic in de Finals te staan. Maar het gebeurde niet meer”, zegt Bird zelf.

Basketball boven alles dus. Amen, Larry Bird.

Ralph Sampson

Als de hele NBA vier jaar in grote spanning op een speler zit te wachten, moet die wel héél speciaal zijn. Die eer was weggelegd voor de 2 meter 26 lange Ralph Sampson. Sampson was niet alleen groot, hij was ook een groot talent. Hij kon gemakkelijk over zijn tegenstanders schieten, had een aantal degelijke post-moves, was een goede rebounder, een goede verdediger en zelfs een vrij degelijke passer.

Overal waar hij kwam, was er een soort ‘hype’. Tijdens zijn vier jaar bij de Virginia Cavaliers verscheen hij liefst zes keer op de cover van ‘Sports Illustrated’. Hij werd gezien als de nieuwe Wilt Chamberlain maar kon zijn collegeteam nooit naar de absolute top leiden. De Cavaliers bereikten enkel in 1981 de Final Four, hoewel Sampson drie jaar na elkaar alle individuele prijzen won die er te winnen vielen. Sampson sloot zijn collegeloopbaan af met gemiddeldes van zeventien punten, elf rebounds, bijna vier blocks en een schotpercentage van 58%.

Hij werd dan ook zoals verwacht als eerste geselecteerd door de Houston Rockets in de 1983 NBA draft. De reusachtige center stelde niet teleur en won de ‘Rookie of the Year’ award. Met de komst van Hakeem Olajuwon het volgende jaar beschikten de Rockets letterlijk over de ‘Twin Towers’. Sampson won de All-Star Game MVP en een jaar later stonden de Rockets in de NBA Finals.

Om daar te geraken moesten ze langs de Lakers, de verdedigende kampioenen. De Rockets verloren Game 1 maar wonnen de volgende vier. Sampson tekende voor gemiddeld twintig punten, negen rebounds, vier assists en twee bloks, én zorgde voor een legendarisch moment in Game 5. Met een gelijke stand van 112-112 en amper één seconde op de klok nam hij de inbound pass aan, draaide rond en wierp onorthodox de bal door het net. Lakers-forward Michael Cooper viel van verbazing letterlijk op de grond.

In de Finals werd verloren van de Celtics en Sampson had het lastig met ervaren big men als Kevin McHale, Robert Parish en Bill Walton. Maar de Rockets werden door Celtics-coach K.C. Jones “the new monsters on the block” genoemd en leken klaar om de NBA te veroveren.

Spijtig genoeg viel Sampson het volgende seizoen, in een wedstrijd tegen de Celtics, hard op zijn rug. Hij zou nooit meer dezelfde zijn. Na omzwervingen bij de Warriors, Kings en Bullets gaf hij er in 1992 de brui aan. De nieuwe grote ster van de NBA moest na tien seizoenen en 364 gemiste wedstrijden stoppen omwille van aanhoudende blessures.

Video van het lijdensverhaal van Larry Bird:

Foto’s: Googles Images

Ook leuk om te lezen