MLB Draft steals en busts: van Piazza tot Brien Taylor

Door

Een aantal weken geleden mochten de Baltimore Orioles als eerste kiezen in de jaarlijkse MLB Draft. Zoals verwacht kozen zij voor Oregon State’s catcher Adley Rutschman. Dat lijkt nu een volkomen logische keuze, maar of we er over tien, twintig jaar nog steeds zo over denken, valt bijna nooit op voorhand te zeggen. Zo werden er in 1988 bijna 1.400 spelers gekozen voor Mike Piazza. Wij doken in de geschiedenis van de MLB Draft.

Adley Rutschman werd onlangs als eerste gekozen door de Baltimore Orioles. (Orioles Twitter)

HISTORIE VAN DE DRAFT

Om de minder rijke ploegen een eerlijkere kans te geven, werd in 1965 de eerste MLB Draft gehouden. De laagst geklasseerde organisatie mocht als eerste kiezen en dus de beste, beschikbare speler aan de club toevoegen. Daarmee zou de dominantie van de rijkere, betere teams doorbroken moeten worden. De eerste speler die tijdens die draft van ’65 gekozen werd, was Rick Monday. Hij werd destijds gekozen door de Kansas City Athletics.

MEER WETEN OVER DE DRAFTGESCHIEDENIS? LUISTER DAN OOK ONZE PODCASTAFLEVERING!

In de eerste drafts werden er nog voornamelijk high school-spelers gekozen. Omdat zij een stuk jonger waren, boden natuurlijk zij een grotere upside. Toch bleek dit geen verstandige strategie. Bill James constateerde jaren later dat de gekozen college-spelers veel beter presteerden, dan hun collega’s die rechtstreeks van een middelbare school afkwamen. Toch zou het nog tot het eind van de jaren ’70 duren, voordat de keuzes voor ervarenere college-spelers de overhand zouden krijgen.

Rick Monday werd een held in eigen land, toen hij de Amerikaanse vlag afpakte van twee demonstranten die deze op het veld in brand wilden steken. (Facebook)

SIGNING FEE

In eerste instantie zorgde de draft ervoor dat het tekengeld naar beneden ging. Het jaar voor de eerste draft kreeg prospect Rick Reichardt nog een recordbonus van meer dan twee ton. Het zou tot 1979 duren voordat een draftee een dergelijke bonus mocht ontvangen. De bonussen bleven echter wel gestaag groeien en in 1986 was two-sport star Bo Jackson de eerste speler die een bonus van meer dan een miljoen kreeg. De Tampa Bay Buccaneers boden diezelfde Jackson overigens daarvoor al een contract voor $7 miljoen om hem te verleiden tot de NFL.

Tegenwoordig maken teams niet alleen de afweging welke spelers het best is of het best in hun selectie zou passen, maar ook of zij de speler überhaupt kúnnen inlijven. High schoolers kunnen bijvoorbeeld schermen met mogelijke scholarships om zo hun bonus op te schroeven, maar het lijkt er steeds meer op dat een overzees avontuur tot eenzelfde tactiek voor college-spelers zou kunnen uitgroeien.

HOUSTON ASTROS

Dat een organisatie door een aantal opeenvolgende hoge draft picks een succesvol team kan opbouwen, bewezen de Houston Astros recentelijk nog. George Springer, Carlos Correa en Alex Bregman werden sinds 2011 hoog in de verschillende drafts opgevist. Na jarenlang onderin de divisie te hebben gebivakkeerd, deden de Texanen plots weer mee om de prijzen.

Mede dankzij enkele hoge picks in de draft wisten de Houston Astros een winnend team op te bouwen. (MLB.com)

BUSTS EN STEALS

Toch is een hoge draft pick absoluut geen garantie voor succes. De weg naar de majors voor een honkballer is na de draft veel langer dan die van zijn basketballende of footballende collega’s en dus is de kans dat er iets misgaat in de spelers ontwikkeling een stuk groter. De voorbeelden van spelers wiens carrière al voortijdig werd geknakt door blessures zijn legio. Als je wilt, zou je dus vele zogenaamde busts aan kunnen wijzen in de historie van de draft. Vaak volledig buiten de schuld van speler en club om.

Interessanter is het dan om te kijken naar de spelers die de verwachtingen ruimschoots overtroffen hebben. Sterren als Ken Griffey Jr, Alex Rodriguez, David Price en Bryce Harper werden als eerste gekozen in hun drafts en van hen werd dus al veel verwacht. Maar (toekomstige) Hall of Famers Albert Pujols, Mike Piazza en Andre Dawson stonden duidelijk nog niet hoog op de lijstjes van scouts, toen zij de stap naar het professionele honkbal wilden maken.

Albert Pujols actief voor de ploeg die hem uiteindelijk in de dertiende ronde konden oppikken, de St. Louis Cardinals. (AP Photo/Eric Risberg)

ALBERT PUJOLS

De beste speler van zijn generatie zag meer dan 400 spelers voor hem gekozen worden in de draft van 1999. Albert Pujols zal zich hebben zitten opvreten, terwijl andere jongens een voor een onderdak bij een profclub vonden. Al had Pujols eerder gekozen kunnen worden, als hij met minder genoegen had genomen.

De Boston Red Sox wilden hem namelijk al een paar rondes eerder oppikken, maar zij weigerden zijn opleiding te financieren. Omdat de eerstehonkman in een opleiding een noodzakelijk vangnet zag, mocht zijn honkballoopbaan geen succes worden, weigerde de geboren Dominicaan bij de club uit Massachusetts te zullen tekenen.

Pujols is zijn draft altijd als een belediging blijven zien. Nog steeds zegt hij er bijna elke dag aan te denken en het motiveert hem ook nu nog om het ongelijk van iedereen te bewijzen. Dat is hem natuurlijk meer dan gelukt. De eerste 10 jaar van zijn carrière zijn nagenoeg ongeëvenaard. Inmiddels staat de teller van de drievoudig MVP op bijna 650 homeruns, ongeveer evenveel doubles en heeft hij over 19 seizoenen een slaggemiddelde van iets boven de .300.

FERNANDO ARANGO

De St. Louis Cardinals lijken er sowieso een handje van te hebben om in de latere rondes unieke talenten te vinden. Niet alleen Albert Pujols vond zo zijn weg naar de Birds, maar ook Matt Carpenter en Keith Hernandez werden in latere rondes opgepikt. Dit zegt mogelijk meer over de talentontwikkeling binnen de organisatie, dan over het scoutingapparaat dat verantwoordelijk is voor de keuzes in de draft.

Net als alle andere teams lieten zij namelijk 12 rondes voorbijgaan, waarin elk ander team er met de slugger vandoor kon gaan. Sterker nog, de Cards waren helemaal niet zo weg van de slagman. Namens de club hadden drie scouts hem bekeken, maar allemaal kwamen ze terug met een zeer gemiddelde waardering. Geen van de scouts had Jeff Scott, toenmalig scouting director in St. Louis, geadviseerd zelf de speler te gaan bekijken. Het was puur geluk dat Pujols nog beschikbaar was en zijn naam op een van hun lijstjes stond.

Het had heel anders kunnen lopen. De Rays, zij mochten dat jaar als eerste kiezen, beschikten namelijk wel over een scout die helemaal verliefd was op de swing van Pujols. Fernando Arango zou na de draft zelfs zijn ontslag aanbieden, zo gefrustreerd was hij over de beslissing van zijn club om zijn advies te negeren.

Tommy Lasorda was er verantwoordelijk voor dat Mike Piazza catcher werd en terecht kwam in de Major League. (Brad Mangin/National Baseball Hall of Fame Library)

MIKE PIAZZA

Als je het hebt over laag gedrafte sterren hebt, dan valt al snel de naam Mike Piazza. Eigenlijk was de keuze van de Los Angeles Dodgers voor Piazza meer een vriendendienst van Tommy Lasorda aan papa Piazza. Vince Piazza was opgegroeid met Lasorda, en toen het erop begon te lijken dat Piazza junior niet gedraft zou worden, vroeg hij zijn jeugdvriend of diens Dodgers hem niet wilden kiezen.

Piazza, destijds nog een eerstehonkman, wist de scouts tijdens zijn workout niet volledig te overtuigen. Hij sloeg aardig, maar niet goed genoeg om het te redden als eerstehonkman. Ter plekke bedacht Lasorda dat hij dan maar catcher moest worden

Met hun 1390e pick in de 62e ronde van de draft in ’88 visten de Dodgers uiteindelijk de speler van Miami-Dade Community College op. Daar was Piazza terechtgekomen, nadat hij eerder bij de Miami Hurricanes als freshman geen speeltijd had gekregen. Bij de Dodgers en later de Mets groeide Piazza uit tot een van de beste catchers aller tijden.

Andre Dawson was één van de vijf Expos die werd geselecteerd voor de All Star Game van 1984. De andere zijn: Gary Carter, Steve Rogers, Tim Raines en Al Oliver (Toronto Star/CP PHOTO)

ANDRE DAWSON

Een andere speler met een plaque in Cooperstown die veel spelers voor zich gekozen zag worden in zijn draft is Andre Dawson. De latere Cub-legende hoorde zijn naam pas in de 11e ronde van de draft van 1975. Het waren de Montreal Expos die hem naar het noorden haalden.

In zijn jeugd speelde Dawson ook lange tijd football. Hij koos definitief voor honkbal, nadat hij bij een botsing een ernstige blessure aan zijn knie had opgelopen. Hij zou zijn hele carrière last blijven houden van zwakke knieën.

Veel tijd had de outfielder nodig om zich na de draft op te werken tot de big league. Al een jaar later was Awesome Dawson namelijk een september call up en net als Piazza werd ook hij het seizoen na die eerste call up uitgeroepen tot Rookie of the Year. De jaren na zijn RoY-campagne toonde Dawson al aan dat alle teams het verkeerd hadden gezien, maar in de jaren ’80 groeide hij daadwerkelijk uit tot een van de beste spelers in de National League.

‘BUSTS’

Zoals gezegd kunnen er dus allerlei redenen zijn waarom een hoog gekozen speler uiteindelijk niet rendeert. In dergelijke gevallen spreken van een bust doet de speler en de organisatie dan vaak wat tekort. Toch is er in sommige gevallen wel echt te spreken van een bust. Dan hebben we het over spelers die hun eigen carrière op een of andere manier torpedeerden.

Matt Bush wordt gepresenteerd als eerste keuze van de San Diego Padres tijdens de draft van 2004. (Getty Images)

MATT BUSH

Eén speler met al het talent in de wereld, die vooral zichzelf in de weg heeft gestaan, is Matt Bush. Ooit leek the sky the limit voor de speler die zowel als veldspeler en slagman als op de heuvel indruk maakte. De San Diego Padres kozen hem met hun eerste pick in de draft van 2004, in eerste instantie nog als kortestop. De Friars hadden een tekenbonus van ruim $3 miljoen over voor de diensten van het toptalent.

Zijn carrière begon echter al met een valse start. Door een schorsing, die hij kreeg omdat hij betrokken was bij een gevecht in een bar, miste hij al meteen de eerste maanden van zijn carrière. Daarna ging het niet veel beter. Aan slag wist hij geen potten meer te breken en bovendien liep hij in die tijd ook nog een zware enkelblessure op. Vier jaar na  te zijn gedraft als kortestop kozen de Padres ervoor om hem om te vormen tot een pitcher.

Hij startte nog hoopgevend, maar al datzelfde jaar bleek dat Bush onder het mes moest. Tommy John zou hem tot 2009 in de lappenmand houden. Toen hij vervolgens in dronken toestand betrokken was bij een vechtpartij, koos San Diego eieren voor haar geld en betrok hem in een deal met de Toronto Blue Jays.

MATT F’ING BUSH

Het opstootje dat zijn vertrek inleidde, zou nog wel een staartje krijgen. Er bleken namelijk beelden te zijn van het incident en de pitcher kwam er niet al te best vanaf. Een dronken Bush tilde een van de jongens op en gooide hem vervolgens in de richting van diens vrienden, waarbij hij uitschreeuwde: ‘I’m Matt f’ing Bush!’

De Blue Jays namen de speler toch over, maar stelde als voorwaarde dat hij geen enkele misstap meer zou maken. Toen de speler vervolgens een kleine maand later op een feestje in een nieuwe woede-uitbarsting een fastball naar het hoofd van een vrouw gooide, was ook in Toronto meteen de maat vol en kwam er dus al een einde aan zijn Canadese avontuur, voordat deze goed en wel was begonnen.

OP JACHT NAAR EERHERSTEL

Na een jaar zonder honkbal leek de pitcher – nu in dienst van de Tampa Bay Rays – alsnog stapje voor stapje op weg om de majors te bereiken. In 2012 zou hij het seizoen in AAA beginnen, maar in Spring Training was Bush betrokken bij een verkeersongeval. Hierbij reed hij over het hoofd van een motorrijder. Omdat de speler onder invloed van drank bleek te zijn ten tijden van het ongeluk, werd hem het ongeluk zwaar aangerekend. Hij moest ruim drie jaar de gevangenis in en dus kwam ook zijn verblijf bij de Rays ten einde.

TEXAS RANGERS

Na zijn gevangenisstraf lijkt Bush met de hulp van zijn vader, die niet meer van zijn zijde wijkt, vooralsnog op het rechte pad te blijven. En zijn verbeterde gedrag betaalde zich uit. In dienst van de Texas Rangers, waar ook ooit Josh Hamilton zijn gloriedagen beleefde, debuteerde Bush als reliever in de Major League. De eerste keus van ’04 mocht een kleine twaalf jaar na dato eindelijk zijn opwachting maken op het hoogste podium.

BRIEN TAYLOR

In de geschiedenis van de draft zijn er drie number one draft picks die wel een contract tekenden bij het team dat ze gekozen had, maar nooit de Majors bereikten. Dat zijn Steve Chilcott, Mike Appel en Brien Taylor. Alledrie werden ze geteisterd door blessures waardoor hun carrière nooit echt op gang kwam.

Brien Taylor was nog maar 19 jaar, toen hij door de Yankees werd gedraft in 1991. (AP File Photo)

In het geval van Brien Taylor zit er nog wel een verhaal achter die kwetsuur. Taylor zou de ace van de toekomst moeten worden voor de Yankees. Nu nog altijd zegt Scott Boras dat Taylor de beste pitcher was die hij ooit zag. Dat hij nooit de majors zou halen, was te wijten aan een val tijdens een gevecht.

Tijdens een ruzie had Taylors broer Brenden een paar oplawaaien gekregen. Brien ging verhaal halen bij de dader en raakte daarbij zelf ook in een gevecht betrokken. Tijdens dat gevecht – de verklaringen hiervoor lopen uiteen – kwam de pitcher ten val en blesseerde ernstig zijn schouder. Die blessure zou uiteindelijk zelfs het einde van Taylors honkballoopbaan betekenen.

MATT HARRINGTON

Maar dat een speler ook om andere redenen nooit zijn potentieel kan waarmaken, bewees Matt Harrington. In 2000 werd de jonge pitcher door zowel Baseball America als USA Today uitgeroepen tot High School Player of the Year. Na zijn sterke prestaties op high school-niveau kreeg hij een scholarship aangeboden door Arizona State University. Harrington koos er echter voor niet meteen op deze aanbieding in te gaan, maar eerst zijn kansen te wagen in de draft.

Nadat al enkele teams waren afgeschrikt door de hoge eisen van Harringtons agent Tommy Tanzer, waren het de Colorado Rockies die de righty met hun zevende pick kozen. Door hem te kiezen, dacht Tanzer dat de club in principe al akkoord was met de bonuseis van $4.95 miljoen en hij hield gedurende de onderhandelingen vast aan dit bedrag. Dat was de Rockies echter te gortig. Zij wilden niet verder gaan dan $4 miljoen. Harrington en Tanzer gingen hier niet mee akkoord en besloten een seizoen uit te zitten en een nieuwe poging te wagen in 2001.

Met zijn imponerende gestalte leek Matt Harrington op weg naar een succesvolle carrière als pitcher. (Baseball America/Larry Goren)

DRAFT 2

De problemen van de vorige draft hadden gevolgen voor Harringtons draft stock. Hij zakte weg uit de eerste ronde en werd pas in de tweede opgepikt door de San Diego Padres. Weer verliepen de onderhandelingen niet soepel. Dit keer betekende dat zelfs een einde aan de samenwerking tussen Tanzer en zijn pupil. Scott Boras werd naar voren geschoven als Tanzers vervanger. Wat de Padres boden was echter een fractie van het eerdere bod van de Rockies en opnieuw kwam het niet tot een contract.

DRAFT 3, 4 EN 5

Zijn beschadigde reputatie en het feit dat zijn prestaties tegen oudere opponenten in de Independent League tegenvielen, zorgden ervoor dat de toekomst van Harrington er met de dag grauwer uit begon te zien. Hij zou nog driemaal gekozen worden in een draft, maar nooit kwam het geboden contract in de buurt van wat de Rockies hem voorgelegd hadden. De pitcher zou nooit voor een organisatie in de MLB tekenen en toen ESPN hem in 2009 opzocht, werkte hij op de autobandenafdeling van een plaatselijke Costco.

(Coverfoto: MLB.com)

Ook leuk om te lezen