NBA Analyse: De teloorgang van de mid-range jumper

Door

NBA All-Star Game 2013Voor veel basketballiefhebbers staan mid-range schoten in het geheugen gegrift. Een speler dribbelt de bal richting en dan net voorbij de driepuntslijn, behaalt een stap voorsprong op zijn tegenstander, zet zijn voeten recht, recht zijn rug, springt kaarsrecht omhoog en schiet de bal op het hoogste punt richting de basket. Swish. Het zijn de schoten die Michael Jordan, Larry Bird en Kobe Bryant helden maakten. Het zijn ook schoten die minder en minder genomen worden, het zijn relikwieën uit een aan zijn einde komend tijdperk.

Mid-rangers zijn namelijk ongelofelijk inefficiënt. Nu is dat niet in eerste instantie nieuws. Alleen de echt grote spelers zijn goede schutters van de middellange afstand. De percentages die gemiddelde spelers schoten op de mid-range schoten waren slecht (minder dan veertig procent), en alleen de echt goede spelers (zoals Kobe Bryant) kregen daar een paar procent bovenop.

Toch vonden coaches, die vaak opgroeiden zonder driepuntslijn,  jarenlang een open tweepunter altijd nog beter dan een driepunter. Het schot was namelijk dichter bij de basket, dat moest wel beter zijn. Toch? Mispoes.

16-23 feet
De mid-range jumper begint een vies woord te worden in NBA-cirkels en dat is te zien. In het seizoen 2006-2007 nam Tracy McGrady bijvoorbeeld de meeste schoten tussen de zestien en 23 feet van de basket (net binnen de driepuntslijn). McGrady nam bijna negen schoten per wedstrijd van dat gedeelte van het veld. De nummer twee was Kobe Bryant (gemiddeld 8.4 schoten per wedstrijd van 16-23 feet) en derde was Dirk Nowitzki (gemiddeld 7.2 schoten).

Fast forward naar vorig seizoen. Lamarcus Aldrigde van de Portland Trailblazers nam met gemiddeld 7.3 pogingen per wedstrijd de meeste schoten van zestien tot 23 feet. Daarna zit een gat. DeMar DeRozan van de Toronto Raptors is de nummer twee met 5.8 schoten per wedstrijd, voor Al Jefferson die 5.7 schoten per wedstrijd van de middellange afstand nam. Kobe Bryant staat nog steeds in de top tien, maar neemt gemiddeld ruim drie schoten per wedstrijd minder van die afstand. Dat is geen outlier.

Gemiddeld nemen alle spelers gemiddeld een schot minder per wedstrijd op tien tot 23 feet van de basket. Dat is veel op de drie schoten die ze gemiddeld nemen van die afstand. Het is ook allemaal niet zo raar. Iedereen zal snel tot de conclusie komen dat een schot van 39 procent waar je drie punten voor krijgt, meer waard is dan een schot van 41 procent waar je twee punten voor krijgt als team. De schoten die dichtbij de basket worden losgelaten blijven echter heilig. Spelers in de NBA schieten zo’n zestig procent van dichtbij de basket. Dat is beter dan welke driepunter dan ook als zo’n tachtig schoten per wedstrijd neemt als team.

Houston Rockets Introduce Dwight HowardMoreyball
Daryl Morey, de Bill James van de NBA, had dit al lang door. De GM van de Houston Rockets bouwde zijn team gedeeltelijk zoals Billy Beane de Oakland A’s bouwde begin 2000. Moneyball in de NBA werd Moreyball. Daarnaast eiste Morey, net als Beane, dat zijn teams op de statistisch meest verantwoorde manier gingen spelen. Als ze dat immers niet deden, zou zijn team niet werken.

Bij de Rockets zie je daar nu de eerste echte resultaten van. In Houston kwam vorig seizoen 75 procent van alle schoten van dichtbij de basket, of van achter de driepuntslijn. Neem bijvoorbeeld deze wedstrijd tegen de Magic vorig jaar:

Ze scoorden daarmee 106 punten per wedstrijd, het op een na meeste in de NBA. De nummer één (de Denver Nuggets), schoot 69 procent van al hun schoten niet vanaf middellange afstand, na de Rockets het meeste in de NBA. De twee meest scorende teams, waren dus de teams die de mid-range jumper het meest achterwege lieten. Het gemiddelde in de competitie lag namelijk nog op 58 procent. De teams zette hiermee een ongekende historische trend in gang binnen het basketball.

Het nieuwe denken
Alleen al in de eerste wedstrijd van dit seizoen zag je verschillende teams hun strategie voor dit seizoen drastisch hebben veranderd. Zo schoten bijvoorbeeld de Utah Jazz ineens 67 procent van al hun schoten van heel ver of heel dichtbij (vorig jaar 53 procent). Zelfs de nieuwste generatie sterren is al helemaal gemaakt voor het constructief vermijden van een deel van het scoringsgebied. Kyrie Irving, Kevin Durant, Derrick Rose en ook LeBron James vallen allemaal de basket aan of nemen een drietje.

Alleen oudere sterren als Dirk Nowitzki en Kevin Garnett vertrouwen tijdens de wedstrijd nog op een schotje van middellange afstand. Ze hebben daar immers jaren op getraind.

Toch zal de verre tweepunter nooit helemaal uitsterven. Er is een moment wanneer de mid-range jumper nog enigszins acceptabel is. Het is niet een schot dat je graag neemt, maar een schot dat je soms moet nemen. Met nog vijftien seconden en een gelijke stand dribbelt de beste speler van een team de bal richting en dan net voorbij de driepuntslijn. Hij weet een stap voorsprong te behalen op zijn tegenstander, zet zijn voeten naast elkaar neer. Kaarsrecht komt hij omhoog. Alle ogen op hem gericht. De klok tikt in slow motion weg en hij laat de bal op het hoogste punt los. Swish.

Foto: Getty Images

Ook leuk om te lezen