Column: Up for Grabs

Door

Arizona Diamondbacks v San Francisco GiantsElke keer als ik naar honkbal ga denk ik het weer. Wat stelt een honkbal nu eigenlijk voor? Wat is er zo leuk aan een bal proberen te vangen? Vervolgens hoop ik telkens weer dat het mij lukt. Het hoort nu eenmaal bij het bezoeken van een duel in de Major League.

Sommige rituelen bij het buitmaken van een honkbal zijn geweldig. Niks is eigenlijk mooier om te zien, dan de fan die de honkbal teruggooit op het veld, nadat het de tegenstander is die een homerun heeft geproduceerd. Geen souvenir mee naar huis, maar wel applaus van het thuispubliek. Een moment van roem en heldendom is ook een herinnering.

In 1961 was Roger Maris de man waar iedereen over sprak. De rechtsvelder van de Yankees stond op het punt het record van de legendarische Babe Ruth uit 1927 uit de boeken te slaan. In dat jaar kwam ‘The Bambino’ tot zestig homeruns in één seizoen.

Het was het laatste duel van het seizoen op 1 oktober 1961, een thuisduel in het oude Yankee Stadium. Maris moest nog één keer goed uithalen om op 61 homeruns te komen. Inmiddels had een restauranteigenaar vooraf al aangegeven de bal voor vijfduizend dollar op te kopen van de fan die het projectiel wist te vangen. Veel geld in die tijd.

De 19-jarige Sal Durante was zich daar de ochtend van de wedstrijd niet van bewust. Hij verveelde zich en besloot uiteindelijk toch maar naar Yankee Stadium te gaan om een potje honkbal te kijken. Niet veel later ving hij DE bal. Met zijn blote hand nota bene.

In plaats van direct de grote som geld te collecteren besloot Durante de legendarische bal aan te bieden aan Roger Maris. Uit respect en liefde voor de ongekende prestatie. Een fantastisch gebaar, waar veel mensen gelijk voor de dollars hadden gekozen. Maris reageerde op zijn beurt als een heer en weigerde het aanbod. Zijn letterlijke woorden tegen Durante: ‘Kid, keep the ball and make some money!’ Durante verkocht de bal toen alsnog zonder dat iemand daarover klaagde.

Toen Barry Bonds nog een held was en niet werd gezien als dopingrobot sloeg hij 73 homeruns in één seizoen. De 73ste bal vloog op 7 oktober 2001 in San Francisco de hekken over. Zo stijlvol als veertig jaar eerder Sal Durante het unieke verhaal glans gaf, ging het dit keer niet. Na een matpartij rond een bal die vermoedelijk miljoenen waard zou zijn, waren er twee ‘fans’ die het gigantisch met elkaar aan de stok kregen: Alex Popov en Patrick Hayashi. De eerstgenoemde beschuldigde de tweede van diefstal tijdens het tumult dat was ontstaan.

Wat volgde was een ordinaire rechtszaak die bijna twee jaar duurde. Uiteindelijk besloot de rechter dat beide mannen de opbrengst van de honkbal moesten delen, een bedrag van uiteindelijk slechts 450 duizend dollar. Vooral voor Alex Popov een ramp, hij besteedde een veelvoud van dat bedrag aan advocaten.

Het bovenstaande verhaal wordt op een prachtige manier verteld in de documentaire ‘Up for Grabs’ uit 2004. Een absolute must see voor elke honkballiefhebber. En een wijze les. Een honkbal verzilveren is normaal. Maar dat doen zonder respect voor de sport is dodelijk en onverstandig. En vooral uiteindelijk heel duur.

Deze column was eerder te lezen in Sport Amerika Magazine.

Foto: Getty Images

1 Reactie
  1. markkater 11 jaar ago

    De film 61* is ook een aanrader, over de jacht op the bambino’s record tussen Roger Maris en Mickey Mantle. Eén van m’n favoriete honkbalfilms!

Comments are closed.

Ook leuk om te lezen