Anthony Davis zou zonder problemen tot Rookie of the Year worden verkozen. Daar was bij vele NBA-kenners afgelopen zomer geen enkele twijfel over mogelijk. Nu we de helft van het seizoen zijn gepasseerd, blijkt dat de kansen van Davis op de award aanzienlijk zijn geslonken.
Davis maakte faam bij Kentucky, onder coach John Calipari. Hij begon zijn freshman-jaar als grootste talent van het land en werd al gezien als toekomstig nummer één bij de NBA-draft van het daarop volgende jaar. Zijn nieuwe status als topspeler maakte hij bij de Wildcats meer dan waar, hij won het nationaal NCAA kampioenschap en individueel pakte hij ook zo’n beetje alles wat er te winnen viel.
Het was daarom geen verrassing dat hij als eerste gekozen werd in de draft. Maar vanaf de start van het seizoen loopt het niet zoals de grote man van Hornets waarschijnlijk had gehoopt. Davis heeft dit seizoen veel last van blessures. Daar komt bij dat hij, net als Blake Griffin in zijn eerste seizoen, erg moet wennen aan zijn fysiek sterkere tegenstanders. Dit seizoen miste hij al 13 wedstrijden, en daarmee bijna een derde van het totaal gespeelde aantal.
Als je de laatste jaren de lijst van ROY-winnaars bekijkt zijn het vooral de veel scorende spelers die tot winnaar worden gekroond. In dat opzicht is Davis in het nadeel ten opzichte van zijn grootste concurrent: Damian Lillard. De forward scoort gemiddeld 13 punten per wedstrijd terwijl de guard tot bijna 19 punten per wedstrijd komt.
Lillard krijgt van alle rookies ook verreweg de meeste speeltijd en eiste al tweemaal de Rookie of the Month op. De rookie van het bescheiden Weber State presteert constanter en geeft ook nog eens ruim zes assists. Davis kan de extreem hoge verwachtingen nog niet waarmaken. Op de lange termijn is er niets aan de hand voor Davis, maar op dit moment heeft Lillard een voorsprong die bijna niet meer in te halen is.
Reacties