Zoiets heet de Wet van Murphy. Alles wat fout kan gaan, gaat ook fout. Uitgerekend op de dag nadat de Chicago White Sox (op vrijdag) veertien inningen diep moesten gaan tegen de Washington Nationals (en niettemin verloren met 9-5), moest starting pitcher John Danks het in het midden van de tweede inning voor gezien houden vanwege een verrekking van zijn rechter oblique-spier.
De White Sox wachten tot zondag alvorens te beslissen hem op de DL te plaatsen, maar een blessure aan de zijspier voorspelt – zeker voor een pitcher – doorgaans weinig goeds. Zuur voor Danks, die het seizoen was begonnen met een ongelukkige 0-8 start, maar die z’n drie laatste duels op rij had weten te winnen.
Ook voor Chicago kon de blessure niet op een ongelukkiger moment ontstaan. Voorafgaand aan het tweede duel met de Nationals, had manager Ozzie Guillen al beloofd dat hij, vanwege de overuren die de bullpen had moeten maken, in ieder geval geen beroep zou doen op relievers Jesse Crain en Matt Thornton. Beiden hadden op vrijdagavond twee innings gepitcht.
De thuisploeg werd gered door niemand minder dan starter Jake Peavy, die woensdagavond tijdens het derde duel van de Crosstown Classic met stadgenoot Chicago Cubs al een overwinning had opgestreken. Nadat Brian Bruney de Nationals tot en met de vierde inning op nul runs had weten te houden, beklom Peavy vanaf de vijfde inning de heuvel. Tijdens zijn eerste optreden als reliever ooit, tekende de voormalig Cy Young-winnaar, mede dankzij zeven strikeouts, voor vier innings zonder run tegen. Het leverde hem zijn tweede zege binnen vier dagen op, omdat closer Sergio Santos geen fout maakte en zijn vijftiende save verzamelde.
De White Sox hadden in de eerste inning de leiding genomen dankzij een sacrifice fly van Carlos Quentin. Een single met alle honken bezet in de achtste inning van Ramon Castro, gooide de wedstrijd vervolgens in het slot: 3-0.
Reacties