De laatste jaren neemt een nieuwe generatie spelers de NBA over . Het betekent dat we afscheid hebben genomen of afscheid aan het nemen zijn van enkele supersterren die het eerste decennia de NBA domineerden. SportAmerika biedt een overzicht. Deze week de pointguards en we beginnen met een blanke jongen die Sacramento terug op de basketballkaart zette. Deel 1: Jason Williams.
Jason Williams kreeg van teamgenoot Chris Webber de bijnaam White Chocolate vanwege zijn attractieve speelstijl die perfect paste bij de Kings van toen. De ploeg die destijds gecoacht werd door Rick Adelman was erg aanvallend ingesteld waarbij de filosofie simpel was: meer punten scoren dan de tegenstander. De verdediging was van ondergeschikt belang maar aanvallend was het genieten. De Kings waren het enige team dat in het seizoen 1998/99 meer dan honderd punten gemiddeld per wedstrijd scoorde en de aanvalsleider op het veld was een blanke jongen met krankzinnige tatoeages die met passes strooide alsof Pistol Pete Maravich weer op het veld stond.
Williams werd in 1998 als zevende gedraft door de Kings nadat hij eerder dat jaar door de universiteit van Florida geschorst was wegens herhaaldelijk gebruik van marihuana. Zijn schorsing en zijn eerdere transfer van de universiteit van Marshall naar Florida zorgde ervoor dat hij slechts 48 collegewedstrijden had gespeeld. Koppel dit aan zijn schorsing wegens marihuana en je zult begrijpen dat menig NBA team twijfelde over het aantrekken van Williams.
De Kings namen de gok en hij stelde de club niet teleur. In zijn tweede jaar was het niet meer het nummer 23 van de Bulls dat het meest verkocht werd in fanshops, maar was het nummer 55 jersey van de ploeg uit Sacramento die het meest over de toonbank ging. Williams flashy spel sprak menig jonge basketballer aan en paste perfect in de hype van de And1 mixtapes die destijds plaatsvond. Williams nam geregeld belachelijk verre driepunters die vaak binnenvielen. Passen deed hij het liefst achter zijn rug langs en dribbelen door zijn benen. In Webber vond hij de ideale teamgenoot om zijn krankzinnige passes aan kwijt te kunnen, al dan niet via een alley-oop.
Williams heeft een aantal moves op zijn naam staan die men eerder alleen gezien had op pleintjes of in de NBA uitgevoerd door wijlen Maravich. Eén van zin favoriete moves was de fake behind the back pass waarna een score of alsnog een pass volgde. Legendarisch is echter “The Elbow Pass” tijdens de rookie game in 2000, waar Williams bij de tweedejaars speelde. Bij een break haalde hij de bal achter zijn rug waarna hij hem met zijn elleboog naar Raef LaFrentz passte, die de bal niet kon afmaken. LaFrentz miste vanwege een fout die op hem werd gemaakt, maar moest later ook toegeven dat hij de bal nooit had zien komen. Het publiek reageerde ondanks de misser van de Lafrentz echter uitzinnig.
Williams loodste de Kings in 1999, 2000 en 2001 naar de play-offs waar ze een plaag waren voor de Los Angeles Lakers en met name voor de sterke Utah Jazz. De finale werd nooit bereikt maar de Kings gaven in deze periode hun visitekaartje af aan Amerika met het meest aantrekkelijke spel om naar te kijken.
In 2006 pakte Williams dan eindelijk een kampioenschapsring als speler van de Miami Heat. Tevens speelde hij bij de Orlando Magic en de Memphis Grizzlies, waar hij dezelfde capriolen uithaalde als in Sacramento. De grote hoogten die hij met zijn spel in Sacramento behaalde, heeft hij nooit meer kunnen evenaren. Williams heeft echter een aantal prachtige jaren in het Westen gehad, waardoor ik nog steeds een beetje fan ben van de Kings.
Jason Williams beëindigde zijn loopbaan in de zomer van 2011.
Foto’s: Getty Images
Reacties