11. Vinnie Johnson: ‘The Microwave’. Deze tweevoudige NBA-kampioen met de Detroit Pistons kreeg zijn bijnaam van Celtics guard en general manager Danny Ainge. Johnson was in staat om in kort tijdsbestek erg veel punten scoren en ‘hot’ te worden. Zo heet dat hij een wandelende magnetron leek.
12. Ray Allen: ‘Jesus Shuttlesworth’. Allen kreeg deze bijnaam door zijn meer dan verdienstelijke rol in de sportfilm He Got Game van Spike Lee. Een fantastische schutter met dito bijnaam.
13. Robert Parish: ‘The Chief’. Parish was een van de Big Three bij de succesvolle Boston Celtics in de jaren tachtig. Zeer stoïcijns en gedegen deed hij zijn werk en hij was hiermee erg belangrijk voor het succes van de ploeg uit Massachusetts. Zijn teamgenoot Cedric Maxwell vergeleek hem daarom ook met de stille en grote indiaan Chief Bromden uit de legendarische film One Flew Over the Cuckoo’s Nest uit 1975.
14. Joel Przybilla: ‘Vanilla Gorilla’. De enige reden waarom Przybilla deze bijnaam kreeg was omdat hij groot (2.16) en blank is, verder niks. Maar hilarisch is de naam zeker. En laten we eerlijk zijn: hij kon ook een prima potje ballen.
15. Rick Mahorn: ‘Rick The Brick’. Mahorn maakte onderdeel uit van de ‘Bad Boys‘ van de Detroit Pistons. Stadionspeaker George Blaha noemde hem “The baddest Bad Boy of them all”. Hij speelde spijkerhard en tijdens screens leek het of hij gemaakt was van steen, vandaar de bijnaam ‘The Brick’.
Het standaard zinnetje voor een ‘incredible play’ van Derrick Rose: ”Too big, too strong, too fast, too good”. Die is wel kicken.
Maar mijn favoriete blijft toch wel die van Paul Pierce; ”The Truth”. Bazer kan niet.
Ik was er nog één vergeten te vermelden. Blake Griffin a.k.a. ‘The Flying Lion’: https://www.youtube.com/watch?v=7n1Vv1u7ZJk
Comments are closed.