Elke zondag gebeurt er wel iets opmerkelijks in de NFL. Of het nou om een speler, team of play gaat, het maakt niet uit. In MMQB bespreken we de meest opvallende momenten van de zondagavond. Deze keer: quarterback Aaron Rodgers.
De Green Bay Packers, en met name quarterback Aaron Rodgers, lijken de laatste weken ontketend. Sinds de pijnlijke nederlaag in New Orleans in week 8 van dit seizoen, speelden de Packers twee keer op Lambeau Field. Gesteund door een uitzinnige, koukleumende menigte, leidde Aaron Rodgers, opgegroeid in de warmte van Californië, zijn team met overmacht naar twee belangrijke zeges: 108 punten voor, slechts 34 tegen. Een duidelijker voorbeeld van home-field advantage is er momenteel niet.
Vorige week kwam Rodgers ook al in deze rubriek ter sprake, toen hij de Chicago Bears op 55 punten trakteerde door even zes touchdowns in één helft te scoren. Gisteren hielp hij de Packers met drie touchdowns opnieuw om meer dan vijftig punten op het bord te zetten, ditmaal tegen de hulpeloze Philadelphia Eagles. De Eagles, die met Mark Sanchez under center eerder nog eenvoudig van Carolina wonnen, zagen hun aanval vastlopen in vrieskou. Rodgers speelde de sterren van de hemel en in combinatie met de uitstekende Green Bay-verdediging, leverde dat een eindstand van 53-20 op.
De laatste elf wedstrijden van Rodgers op The Frozen Tundra eindigden niet allemaal in overwinningen, maar de touchdown-interception-ratio is indrukwekkend; de elite-quarterback gooide 29 touchdowns, zonder ook maar één interception te gooien. Rodgers werd enkele jaren terug uitgeroepen tot MVP van 2011 en lijkt zijn vorm van toen opnieuw gevonden te hebben. Dankzij de afgelopen twee wedstrijden heeft hij zich weer vol in de MVP-strijd gekatapulteerd.
De Packers hebben inmiddels de weg naar boven weer gevonden en zijn thuis nog ongeslagen. Met wedstrijden tegen de Patriots en NFC North-leider Detroit Lions nog in het vooruitzicht, is het maar goed dat de Packers dan opnieuw gebruik kunnen maken van het thuisvoordeel van Lambeau Field.
Foto: Getty Images
Reacties