Gisteren behandelden wij negen spelers die terugkeren op de Hall of Fame Ballot van dit jaar. Over enkele dagen wordt bekendgemaakt welke spelers dit jaar zullen toetreden tot de National Baseball Hall of Fame. Gekwalificeerde leden van de Baseball Writers Association of America mogen slechts tien spelers selecteren op hun kieslijst. Na de negen spelers van gisteren volgen er vandaag nog eens negen en dan morgen nog eens de spelers die voor het eerst op de ballot verschijnen.
Mike Mussina
* % stemmen in 2015: 24.6% (20.3% in 2014)
* Career stats: 270-153, 3.68 ERA, 2813 K’s in 3562.2 innings, 83.0 WAR
Hier lees je alles wat je moet weten over de Hall of Fame-case van Mike Mussina. In wat tijdens zijn loopbaan de zwaarste divisie van allemaal was (AL East) was Mussina voor zowel de Orioles als later de Yankees voor een lange periode een van de beste werpers in de American League.
Jeff Kent
* % stemmen in 2015: 14.0% (15.2% in 2014)
* Career stats: .290/.356/.500, 2461 hits, 377 HR, 1518 RBI, 55.2 WAR
In een tijdperk waarin de homerun een steeds groter onderdeel uit zou maken van de sport en waarin zelfs middle infielders als Alex Rodriguez, Barry Larkin, Derek Jeter en Nomar Garciaparra homeruns begonnen te slaan, was Jeff Kent eigenlijk een van de weinige tweede honkmannen die dat ook deed. Roberto Alomar was verreweg de beste tweede honkman in die tijd en is dus ook al Hall of Famer, maar Kent was na hem toch wel de nummer twee. Zijn gemiddelde van .290 met 27 homeruns zou hem in de huidige markt als free agent een megacontract opleveren (kijk maar eens naar Robinson Cano) en zijn topseizoen (2000) leverde hem dankzij een .334 met 33 homeruns en 125 RBI de National League MVP Award op. Toch zakte hij vorig jaar al van 15.2% naar 14% en lijkt hij het nooit echt te zullen halen.
Fredd McGriff
* % stemmen in 2015: 12.9% (11.7% in 2014)
* Career stats: .284/.377/.509, 2490 hits, 493 HR, 1550 RBI, 52.4 WAR
McGriff gaat de geschiedenisboeken in al een hele goede eerste honkman. Bijna 500 home runs, een loopbaan van bijna 20 seizoenen waarin hij vier Silver Slugger Awards won en vijf keer All-Star was. Het is een prachtige staat van dienst, maar hij heeft de pech dat er de laatste jaren zo ontzettend veel goede eerste honkmannen in de MLB rondliepen (en nog steeds lopen). Door zijn matige defensieve kwaliteiten valt zijn WAR tegen en ook op basis van JAWS komt hij tekort. McGriff zal het moeten doen met zijn Hall of Fame-waardige bijnaam: ‘Crime Dog’.
Larry Walker
* % stemmen in 2015: 11.8% (10.2% in 2014)
* Career stats: .313/.400/.565, 2490 hits, 383 HR, 1311 RBI, 72.6 WAR
Walker speelde in zijn carrière voor de Expos, de Rockies en de Cardinals. Hij was 5 keer All-Star, won 7 Gold Gloves en 3 Silver Slugger Awards. Walker floreerde in het hooggelegen Colorado en werd in 1997 MVP in de National League. Hij sloeg dat jaar .379 met 37 homeruns en 115 RBIs. Walker won bovendien naast dit seizoen nog twee keer de batting title in de NL. Zijn career slugging percentage was .566 en zijn on-base percentage .400. Hele mooie stats, die hem zeker een kans geven om Cooperstown te bereiken. Een belangrijke bedreiging voor zijn verkiezing in het feit dat er veel schrijvers zijn die vinden dat hij heel veel profijt heeft gehad van de omstandigheden in Colorado, waar de ballen door de ijle lucht net even wat verder lijken te vliegen. Is het terecht dat hij wordt benadeeld, omdat hij veel wedstrijden in Coors Field speelde? Zijn OPS+ (Ballpark adjusted on base plus slugging) is 141 en alleen Bonds, Bagwell, McGwire, Martinez en Piazza scoren hoger op deze ballot. Niet helemaal terecht dus, maar hij heeft er wel last van: in zijn eerste jaar op de ballot behaalde hij 20.3%, maar door de drukte op de ballot zakte hij al naar 11.8%.
Gary Sheffield
* % stemmen in 2015: 11.7%
* Career stats: .292/.393/.514, 2689 hits, 509 HR, 1676 RBI, 253 SB, 60.2 WAR
Gary Sheffield is misschien de meest interessante speler op de ballot. In die zin, dat je je echt kunt afvragen of hij het wel of niet gaat halen. Op het eerste oog zien zijn statistieken er heel erg goed uit: een slaggemiddelde van tegen de .300, ruim 2500 hits, meer dan 500 homeruns. Dat zijn stats waar meerdere spelers de Hall of Fame makkelijk mee binnen kwamen. Sterker nog: er zijn slechts dertien spelers met een combinatie van 2500+ hits, 500+ HR, 1600+ RBI en 1600+ runs. Toch lijkt het twijfelachtig of hij het zal redden. Dat heeft hij vooral te danken aan zijn gedrag buiten het veld. Zo was hij niet altijd de grootste vriend van de pers en moeten die schrijvers hem nu de Hall of Fame in stemmen. Bovendien werd zijn naam genoemd in het Mitchell Report tussen allerlei andere spelers die steroids gebruikt zouden hebben. En hij was verdedigend op verschillende posities historisch slecht. Dat gaat hem zeker niet helpen.
Sheffield moet hopen dat hij de komende jaren steeds kan overleven (lees 5% kan halen) en dat, wanneer het iets rustiger wordt met supersterren, schrijvers hem later vaker op hun ballot mee zullen nemen. Als een van de beste rechtshandige slagmensen aller tijden zou hij die kans toch moeten krijgen.
Mark McGwire
* % stemmen in 2015: 10.0% (11.0% in 2014)
* Career stats: .263/.394/.588, 1626 hits, 583 HR, 1414 RBI, 62.0 WAR
Mark McGwire kennen we natuurlijk allemaal. Hij was het gezicht van Major League Baseball eind jaren negentig. Met groot gemak joeg hij de ballen het stadion uit en in 1998 brak hij het 37 jaar oude single season homerun record van Roger Maris. McGwire sloeg in dat seizoen, dat bekend staat om de homerun race tussen McGwire en Sammy Sosa, 70 homeruns. Op basis van zijn homeruns (hij werd vier keer league leader in longballs) zou hij een ‘lock’ moeten zijn voor de Hall of Fame: hij sloeg er 583. Iedereen in zijn buurt staat in de Hall of Fame of zal daar waarschijnlijk ooit een plek in krijgen.
Toch is het lang niet zeker dat hij Cooperstown ooit bereikt. Zijn andere statistieken zijn niet overtuigend en veel mensen beschouwen hem als cheater, omdat hij aan de steroids zat. Sommige schrijvers zullen hem dit nooit vergeven, anderen vinden het geen criterium voor de Hall of Fame omdat het in die tijd niet verboden was. In een poging om zijn imago te zuiveren, bekende McGwire tijdens zijn loopbaan gebruikt te hebben, nadat hij dit eerder in ‘Supreme Court’ onder ede ontkend had. Hij zag dat eerdere bekentenissen van A-Rod, Pettitte en Giambi positieve invloed hadden op het imago van deze spelers en hoopte waarschijnlijk op deze manier de harten van de schrijvers en fans opnieuw te veroveren. Voorlopig lukt het nog niet erg, hij stond al eens rond de 20% , maar blijft de laatste jaren ronde de 10% hangen.
Sammy Sosa
* % stemmen in 2015: 6.6% (7.2% in 2014)
* Career stats: .273/.344/.534, 1475 hits, 609 HR, 1667 RBI, 58.4 WAR
‘Slammin’ Sammy’ was de publiekslieveling van de Chicago Cubs eind jaren negentig en begin deze eeuw. Zijn homeruns, gevolgd door het kenmerkende hupje, brachten Cubs fans plezier in tijden waarin er lang niet altijd reden was om te juichen. Samen met Mark McGwire bracht hij de fans weer terug naar de stadions tijdens de homerun race. Beide heren verbraken het record van Roger Maris voor meeste homeruns in een seizoen. Sosa was een echte slugger. Niemand heeft meer seizoenen met meer dan 60 homeruns achter zijn naam staan als Sosa, die het drie keer deed (1998, 1999 en 2001).
Iedereen genoot van Sosa, maar later kwamen we erachter dat hij het – net als veel generatiegenoten – niet helemaal netjes deed. Niet alleen werd hij in verband gebracht met doping. Hij werd ook al eens geschorst voor het gebruiken van een knuppel met kurk erin om de ballen verder te kunnen slaan. Deze controverse lijkt hem de kop te gaan kosten als het een mogelijke verkiezing tot de Hall of Fame betreft.
Nomar Garciaparra
* % stemmen in 2015: 5.5%
* Career stats: .313/.361/.521, 1747 hits, 229 HR, 370 2B, 44.2 WAR
Er was een tijd dat Nomar Garciaparra in één adem werd genoemd met andere jonge korte stops als Derek Jeter en Alex Rodriguez. Hij was de laatste van de drie die doorbrak, maar net als zijn voorgangers Jeter en A-Rod deed hij dat met een voorheen ongekende aanvallende kracht voor een korte stop. Nadat Jeter in 1996 AL Rookie of the Year was geworden, viel die eer een jaar later ten deel aan Nomar. Over zijn zes eerste volledige seizoenen (seizoen 2001 vanwege blessures buiten beschouwing gelaten) had hij een gemiddeld WAR van 6.8 per seizoen. Fangraphs, een vooraanstaande website op het gebied van Sabermetrics, geeft aan dat een speler met een WAR van boven de 6.0 in een seizoen een speler van MVP-kaliber is. In 1998, het jaar waarin hij een career high 35 homeruns sloeg, had hij – of anders in elk geval Derek Jeter – de MVP Award ook verdiend, maar de prijs ging naar Juan Gonzalez en Nomar moest genoegen nemen met de tweede plek.
“Nomah” werd een volksheld in Boston en omgeving en hoe wrang moet het voor hem dan ook geweest zijn dat, vlak na zijn vertrek in een trade naar de Cubs in 2004, zijn Red Sox hun eerste titel sinds een eeuwigheid pakten. Het bleek overigens dat Epstein destijds wel een goede keuze gemaakt had, want zijn imposante piek was voorbij. Zijn laatste goede seizoen kwam in 2006 voor de Dodgers, maar Garciaparra – die als laatste van de drie doorbrak – was de eerste grote korte stop die besloot te stoppen. Zijn korte piek zal er uiteindelijk waarschijnlijk voor zorgen dat hij Cooperstown niet gaat halen.
Reacties