Het charmeoffensief van Jay Cutler

Door

Vooropgesteld, ik ben niet objectief. Verre van dat zelfs. Ik ben namelijk fan van Jay Cutler. Groot fan. Zonder roze bril, dat dan weer wel. Ik zie ook best dat ruim de helft van z’n vele picks gewoon op zijn conto komen. Dat-ie gefrustreerd raakt als de zaken niet lopen zoals hij ze voor ogen had. Ook zijn negatieve lichaamstaal ontgaat me niet. Of z’n jerk face. Maar ik zal de eerste zijn die hem verdedigt, en de laatste die ‘m laat vallen.

Jay Cutler, you love ‘m or you hate ‘m. En dat er legio footballfans zijn die hem haten, werd afgelopen winter pijnlijk duidelijk, toen hij vlak na de rust van de NFC Championship game tegen de Green Bay Packers geblesseerd afhaakte. Hij werd niet van ’t veld gereden, maar verliet de strijd op eigen kracht. Om, ogenschijnlijk ongeinteresseerd, het vervolg vanaf de zijlijn gade te slaan.

Nog voor het duel was afgelopen, ontplofte Twitter. ’n Afhaker was-ie, een quitter, die z’n team in de steek liet. Een softie, een huilebalk, hadden we het altijd al niet gezegd? ’n Choker, die ’t als het erop aankomt laat afweten.

Het waren niet alleen de fans. Verscheidene van z’n (ex-)collega’s maakten ‘m vanachter hun computer met de grond gelijk. Maurice Jones-Drew, bijvoorbeeld. Ross Tucker. Kirk Morrison. Lance Moore. Darnell Dockett. Deion Sanders. Asante Samuel. Stuk voor stuk maakten ze gehakt van de Bears’ quarterback.

,,If he was my teammate, I would be looking at him sideways.” En: ,,Folks, I never question a players injury, but I do question a players heart.” En: ,,When the going gets tough… QUIT…” Ouch.

Jay Cutler reageerde niet. Hield z’n kaken stijf op elkaar. Of ’t hem raakte, die regelrechte haat, zelfs van z’n collega’s? Niemand die het wist.

Tot een paar weken geleden dan, toen een volledig afgetrainde Nummer 6 zich op de eerste dag na de lockout in Halas Hall, het trainingskamp van de Chicago Bears, meldde. Cutler was tijdens de werkonderbreking kennelijk als een waanzinnige tekeer gegaan. Rank, gespierd, handvol kilo’s kwijt, geen onderkin meer. En naar verluidt had-ie als een wezenloze op z’n voetenwerk getraind.

Een week later volgde in de Chicago Sun-Times een groot verhaal Cutler. The Jay Cutler you don’t know, luidde de titel. Tal van mensen uit z’n heden en verleden kwamen erin aan het woord. Dat-ie heus geen slecht mens is, integendeel. Dat je ‘m veel kan verwijten, maar toch niet dat-ie een softie is.

Deze week volgde eenzelfde soort verhaal in Sports Illustrated – en dat was opvallend. Het was namelijk voor het eerst dat een nationaal medium Jay Cutler niet probeerde neer te zetten als een arrogante en ongeinteresseerde jerk. Met name FOX heeft er ’n handje om de wedstrijden van de Bears te larderen met de meest onflatteuze tussenshots van de QB.

Maar in het SI-verhaal niets van dat alles. Louter positieve kritieken. Van de vader van het twaalfjarige jochie Tucker LeGrone bij wie type 1 diabetes was geconstateerd, bijvoorbeeld, die Cutler een email stuurde. ,,Hij antwoordde binnen tien minuten”, vertelt Jake LeGrone. ,,Hij nam alle tijd voor ons, en adviseert Tucker nu wat betreft zijn dieet en insuline, terwijl-ie nog nooit van ons had gehoord.”

Denk trouwens niet dat Jay Cutler hier in Chicago geen fout kan doen. De verdeeldheid in Chitown is al minsten even groot als in de rest van het land. Love or hate – geen middenweg. Maar op donderdag werden de diverse radiostations plotseling overspoeld met telefoontjes van Bears-fans die van hun stoel waren gevallen. Da’s helemaal zo’n kwaaie nog niet, die Cutler van ons, was de teneur.

De quarterback had eerder die ochtend namelijk een interview gegeven (podcast) aan de Mully & Hanley-show op 670 The Score, en was daarin voor zijn doen opvallend openharig en aimabel geweest. Niet een keer had-ie tijdens het zeventien minuten durende vraaggesprek op z’n welbekende zeikerige toontje een vraag weggewuifd. Sterker nog: hij had zich juist opvallend zelfkritisch getoond.

Over de aanval van de NFC North-kampioen van vorig jaar bijvoorbeeld: ,,Als ik een Bears-verdediger was geweest, was ik verschrikkelijk kwaad geweest op onze aanval. Ik bedoel, het was niet om aan te zien. Ik zou er niet naar kunnen kijken. Mike Martz en ik zaten de banden te bekijken, en ik schaamde me dood. Hoe hebben we vorig seizoen in godsnaam wedstrijden kunnen winnen, vroeg ik me af.”

Persoonlijk interesseert het me hoegenaamd geen fluit of mijn quarterback een aardige gozer is of niet. Als-ie touchdowns gooit, ben ik ’n happy camper. Maar dit – ogenschijnlijk vakkundig geregisseerde – charmeoffensief zal ‘m in ieder geval geen kwaad doen.

 

2 Reacties
  1. Tiel 13 jaar ago

    Yup, hier ook ook Cutler-fan. Ik twijfel niet aan iemand’s toughness als die persoon zo vaak gesacked wordt en nooit zijn O-line de schuld geeft of iets. Kanon van een arm, nergens bang voor en gewoon een goede QB. Ik zou hem tien keer lever voor m’n team hebben dan Eli Manning (bijvoorbeeld) en die kan geen kwaad doen.

  2. Dennis 13 jaar ago

    De Bears moet DeAngelo Hall binnenhalen, Cutler weet ‘m altijd makkelijk te vinden 😉

Comments are closed.

Ook leuk om te lezen