In een uiterst competitieve league staan de komende maanden wederom in het teken van een stevige strijd. Niet op het veld weliswaar, maar in de verschillende trainingszalen. De clubs, die bij de start van het seizoen maximaal vijftien spelers onder contract mogen hebben, formaliseren deze periode hun zogenaamde training camp rosters (met maximaal twintig spelers) met naast de bekende namen veel onbekende spelers, die vechten voor een gekoesterde plek binnen een NBA-selectie. Wie zijn deze spelers? Daarop proberen we in de rubriek ‘De zestiende man’ antwoord te geven. Vandaag: Aaron Harrison.
Lees hier de vorige editie van ‘De zestiende man’ met Jimmer Fredette.
Topsport is bikkelhard. Dat werd wel bewezen op donderdag 25 juni 2015. Het was de dag dat de NBA draft plaatsvond. Een spannende dag voor alle talenten die dromen van een carrière in de sterkste competitie van de wereld, maar extra spannend voor de universiteit van Kentucky.
Met maar liefst zeven ingeschreven spelers uit het vrijwel onverslaanbare superteam van John Calipari, bestond er een reële mogelijkheid dat alle spelers geselecteerd zouden worden. Daarmee zou Kentucky haar eigen record (zes gedrafte spelers) van 2012 verbreken.
Lang leek het erop dat het daadwerkelijk een recordbrekende avond voor de Wildcats zou worden. Karl-Anthony Towns (eerste), Willie Cauley-Stein (zesde), Trey Lyles (twaalfde) en Devin Booker (dertiende) werden allemaal in de eerste ronde gekozen. Andrew Harrison (44ste) en Dakari Johnson (48ste) volgden in de tweede ronde, waardoor alleen de één minuut oudere tweelingbroer van Andrew Harrison, Aaron, overbleef met nog twaalf resterende picks.
Het restant van de draft was vervolgens extreem pijnlijk voor Aaron. Na blijdschap vanwege de selectie van alle teamgenoten, en in het bijzonder zijn tweelingbroer, volgde een enorme teleurstelling. Een Zweed (Marcus Eriksson), een Haïtiaan (Cady Lalanne) en zelfs een onbeduidende Indiër (Satnam Singh) hoorden hun naam opgelezen worden door Deputy Commissioner Mark Tatum, in tegenstelling tot Harrison, die daarmee de U van Undrafted achter zijn naam kreeg genoteerd.
Veel tijd om bij de pakken neer te gaan zitten had Harrison echter niet. Voor slechts een vergoeding van 127 dollar per dag (een pijnlijk contrast vergeleken met zijn voormalig teamgenoot Towns, die een contract ondertekende van gemiddeld 6,5 miljoen dollar per jaar) kreeg de geboren Texaan namelijk een kans zich te bewijzen bij het Summer League team van de Hornets.
Bij kennismaking met de trainersstaf van Charlotte vertelden ze hem echter direct dat hij geen schijn van kans had de NBA te halen op de positie die hij al zijn gehele leven speelde (shooting guard), doordat zijn schot veel te inconsistent was. Zijn enige redding was om zich te laten transformeren tot een point guard, uitgerekend de positie die zijn broertje altijd bekleedde.
Hoewel dergelijke mededelingen de meeste spelers flink van de slag zouden brengen, nam Harrison de uitdaging aan, en deed dat zeer verdienstelijk, met nota bene zijn beste wedstrijd in een rechtstreeks duel tegen broer Andrew. Het leverde hem na afloop van de zomercompetitie een contractje, zij het slechts gedeeltelijk gegarandeerd, op.
Daarmee is de nieuwbakken point guard er overigens nog lang niet. Met veertien gegarandeerde contracten (waaronder die van spelverdelers Kemba Walker, Jeremy Lin en Brian Roberts), lijkt het erop dat Elliot Williams en Harrison moeten gaan strijden om de laatste selectieplek. Mathematisch heeft Harrison dus vijftig procent kans. Daarmee is hij aanzienlijk dichterbij om volgend seizoen actief te zijn in de Association dan zijn tweelingbroer, die afhankelijk is of de ploeg die hem gedraft heeft, Memphis, hem wil vastleggen. Vooralsnog lijkt dat niet het geval. Bikkelhard. Maar met broer Aaron als voorbeeld, is het slechts een kwestie van tijd voordat beide tweelingbroers samen actief zijn in de NBA.
Foto’s: Twitter
Reacties