Column: Steph Curry

Door

StephenCurry
Vorige week zag ik in binnen 48 uur Cristiano Ronaldo en Lionel Messi spelen. Op dinsdag verzorgde ik het commentaar bij Barcelona-Paris Saint Germain, op woensdag pakte ik de hogesnelheidstrein naar Madrid en zat ik als liefhebber op de tribune bij Real Madrid-Atletico Madrid. Omdat de NOS na dit seizoen de rechten van de Champions League kwijtraakt, besloot ik nog maar eens extra te genieten. Het kan immers jaren duren voordat ik in de gelegenheid ben deze wereldsterren met mijn eigen ogen te bewonderen.

Bij thuiskomst bleek mijn vrouw de verhalen over Messi en Ronaldo zat te zijn. Vooral over de Argentijn loop ik na elke trip toch weer leeg over wat ik heb mogen aanschouwen. Wat mij betreft de beste voetballer uit de geschiedenis. De boodschap was duidelijk, mijn echtgenote wilde dat kleine mannetje uit Rosario zelf ook wel eens zien. Even later boekte ik twee vliegtickets naar Barcelona en kocht voor een godsvermogen kaartjes voor Barcelona-Getafe. Later, als Messi gestopt is en de Sagrada Familia nog altijd niet af is, zal ook zij tegen onze dochter kunnen zeggen dat ze de meest geweldige voetballer aller tijden heeft zien spelen in Camp Nou. Onbetaalbaar.

Verdriet is een groot woord om het gevoel te beschrijven als ik bedenk dat ik Michael Jordan alleen van de televisie ken. Hij is een van de weinige sporters, samen met Diego Maradona, die ik graag in het echt in actie had gezien. Jordan in zijn rode Chicago Bulls-tenue zwevend door de lucht op weg naar weer een krankzinnige dunk en Maradona in het hemelsblauw van Napels, die als een balletdanseres over de grasmat van het imponerende San Paolo schuift, dat ondertussen uit z´n voegen barst door 60.000 Zuid-Italianen die gemeenschappelijk een voetbalorgasme beleven. Wat een tijd moet dat zijn geweest.

In de NBA playoffs kreeg deze week een andere basketballer in zijn uppie een stadion compleet stil. In New Orleans schoot Stephen Curry raak vanuit een onmogelijke situatie. De 27-jarige point guard van de Golden State Warriors lijkt in de vorm van zijn leven en heeft zich inmiddels ontwikkeld tot de speler waar iedereen in Amerika het over heeft in de maanden dat het om de prijzen gaat. Curry gaat langzaam van het stempel extreem goed naar bijzonder.

Vorig jaar was ik in San Francisco voor een paar duels van de San Francisco Giants. Na de vlucht van ruim tien uur stapten we in de metro en stopten in Oakland naast het Coliseum. Het stadion van de Warriors ligt ernaast en met een Bud Light keken we even later naar Steph Curry. Mijn ogen rolden, mijn hartslag sprong omhoog. Een geweldenaar. Toen ik mijn vrouw wilde zeggen dat deze man zien basketballen een zegen is, bleek dat de jetlag haar had geveld. Terwijl Curry de ene na de andere driepunter raakte, sliep zij door het kabaal van de menigte heen. Gelukkig is de vlucht naar Barcelona en Messi minder vermoeiend.

Deze column was eerder te lezen in Sport Amerika Magazine.

Foto: Getty Images

Ook leuk om te lezen