Nu de Royals hebben bedacht om voortaan het liedje ‘Don’t stop believin’ bij thuiswedstrijden te draaien, ben ik in de war. Want bij welke club hoort de song van Journey nou eigenlijk? Naast de Royals kun je de muziek ook horen bij de Giants, Dodgers en Tigers.
Om het nog verwarrender te maken hoorde het liedje in 2005 bij de White Sox. Dat was de schuld van A.J. Pierzynski. “Het begon als een grap”, vertelde Pierzynski. De catcher zat op een avond met medespelers Joe Crede en Aaron Rowand aan een bar in Baltimore. “Crede riep naar een lounge-singer: ‘Speel iets van Journey!’ De man zong ‘Don’t stop believin’ en daarna vroeg ik het iedere keer als we ergens wat gingen drinken.”
Pierzynski begon het liedje in de kleedkamers te draaien voor iedere wedstrijd. “Het is een mooi lied en het hele team nam het over.” Het leek ook te werken, want de club haalde de World Series en sweepten daarin de Houston Astros. Blij nodigden de spelers Journey-zanger Steve Perry uit op hun kampioensfeest. Die kwam nog opdagen ook en samen met Perry vierden ze de winst en zongen ze het liedje.
De aantrekkingskracht van de song uit 1981 komt mede door de tekst. Het gaat over twee jonge mensen die proberen te ontsnappen aan een uitzichtloos bestaan. Dat gaat natuurlijk niet gemakkelijk en je raadt het al: ze moeten daarbij niet opgeven en blijven geloven in zichzelf.
Hoewel de Detroit Tigers en ijshockeyclub de Detroit Red Wings het lied ook hebben gekozen vanwege de zin: ‘just a city-boy born and raised in South Detroit.’ Perry verzon deze regel tijdens een slapeloze nacht. “Ik probeerde Oost, West en Noord, maar niets klonk zo goed als Zuid.” Het grappige is dat er helemaal geen wijk bestaat die Zuid-Detroit heet.
Dat ijshockeyers het lied gebruiken was voor Perry geen probleem. De White Sox? Hartstikke leuk. De Tigers? Ook goed. Hij kon zelfs leven met een mierzoete cover-opname van de Alvin and the Chipmunks, een stelletje irritante tekenfilmeekhoorns. Maar toen de Dodgers het liedje uitkozen om het publiek op te zwepen in de achtste inning had Perry er de pest in.
De zanger is opgegroeid in de San Francisco Bay Area en zijn hele leven lang al een Giants-fan, de grote rivaal van de Dodgers. Als Perry in het Dodgers-stadion was voor wedstrijd van de Giants dan vertrok hij chagrijnig voor de achtste inning. “Ik moet wel weg, want ik wil het niet horen. Het zit mij echt dwars dat zij het als rally-song gebruiken. Ik wou dat wij eerder waren geweest. Het lied gaat over hoop en kracht en het werkt voor hen. Verdomme!”
Gelukkig voor Perry ‘stalen’ de Giants het liedje in 2010. Een lokale artiest Ashkon maakte een eigen versie en de Giants omarmden de song tijdens de play-offs. Na het winnen van de World Series hoorde het lied definitief bij de Giants.
Zanger Perry is opgelucht. Iedere keer dat hij in het Giants-stadion is zingt hij blij zijn eigen liedje luidkeels mee. Gekleed in een Giants-jas en met een Giants-petje op zijn hoofd zwaait hij woest met zijn armen op de muziek.
Ik stel voor ‘Don’t stop believin’ aan de San Francisco Giants te geven, waar het thuishoort. Net zoals de Red Sox als enige club verbonden zijn aan ‘Sweet Caroline’. En voor de Royals en de rest: blijf er vanaf en bedenk zelf iets!
Foto: Getty Images
Reacties