Bestaat er een NFL-team met een zonniger toekomst dan de Cincinnati Bengals? Ik verneem de suggesties graag, want buiten de Seattle Seahawks (die nu al top zijn) ken ik ze niet. Een 34-30 overwinning op Aaron Rodgers’ Green Bay Packers zorgt ervoor dat je opgemerkt wordt door footballend Amerika. De loftrompet over het sublieme draftwerk van de Bengals is op deze plek al eens eerder gestoken en dat doen we gewoon nog eens dunnetjes over. Want de draft is onmiskenbaar de bron van alle zonneschijn in Cincinnati.
Neem nu de veelgeprezen Bengals defensive line met Carlos Dunlap, Domata Peko, Geno Atkins en Michael Johnson. Ze kwamen alle vier binnen via de draft maar geen van allen in de eerste ronde. Dunlap is de hoogste draftkeuze, 54ste in 2010. Daarna Michael Johnson: derde ronde, 70ste in 2009. De formidabele Atkins? Vierde ronde, 120ste in 2010. Twee jaar later vond de door President Mike Brown geleide front office doodleuk een startende strong safety (George Iloka) in de vijfde ronde.
Aan de andere kant van de bal hetzelfde verhaal. Mohamed Sanu, Giovani Bernard, Marvin Jones, Andrew Hawkins; vroeger dan in ronde twee kwamen ze niet. Met zoveel geslaagde lagere draftkeuzes heeft Cincinnati de luxe om in de eerste ronde zorgeloos te opteren voor best player available. Resultaat: WR AJ Green (vierde in 2011), CB Dre Kirkpatrick (zeventiende in 2012) en TE Tyler Eifert (21ste in 2013). Een beter recept voor succes in de NFL bestaat niet. Enig resterend obstakel? Andy ‘middelmaat’ Dalton. Quarterback. Tja.
Deze column was eerder te lezen in Sport Amerika Magazine.
Foto: Getty Images
Reacties