COLUMN: Beleving

Door

Bobby KnightSlaapdronken kijk ik naar de rode cijfers op de wekkerradio die een hels kabaal produceert: 04:45 am. Ik vraag me af wie in hemelsnaam die wekker zo vroeg gezet heeft? Ikzelf. Terwijl de rode ‘5’ verandert in een ‘6’ sta ik op. Vijf minuten en een plens water in mijn gezicht later sta ik beneden. Koffie, dat heb ik nodig. Herstel: sterke zwarte koffie, zwarter nog, dan de nacht die buiten nog altijd heerst.

Na twee slokken te hebben genomen wordt mijn rust verstoord. Buiten verlichten twee koplampen van een oude pick-up truck het houten farmhouse waarin ik mij bevind. Jason, bestuurder van de wagen, stapt uit en loopt naar binnen. De deur staat uiteraard gewoon open, dat kan hier nog. “Hey what’s up man, can I get a refill before we go?” vraagt hij terwijl hij met zijn thermosflesje richting de keuken loopt. Een minuut later rijden we door het heuvelachtige landschap van Zuid-West Wisconsin in de richting van Richland Center voor de early practice. Om 05:30u worden we in de zaal verwacht. De tijd van ‘two-a-days’ is aangebroken: twee trainingen per dag. En hoewel deze ochtendtraining vrijwillig is,  is iedereen aanwezig.

Jazz

“Well good morning Jazz!! You ready?” vraagt mijn coach als ik de zaal binnenstap. Hij heeft zoveel moeite om mijn toch niet al te complexe naam correct uit te spreken dat hij besloten heeft mij deze nickname te geven. Deze bijnaam was overigens wel toepasselijk:  net als de muziekstroming leek mijn basketbalspel op dat moment nergens op. “I guess so…” antwoord ik. “You better be, or it’s gonna be a long one!” voegt hij er lachend aan toe. Hij krijgt gelijk. Twee uur, tientallen sprints, basketbal drills later en 20 vrije worpen later mogen we eindelijk uitgeput douchen. “Good hustle guys!” roept de coach ons na. Laat in de middag wordt alles nog eens dunnetjes over gedaan. Alles om als team het best mogelijke niveau te halen. Dat terwijl de competitie waarin we speelden van zo’n beetje het laagst mogelijke college niveau is: Sports are a big deal.

Gameday

Het was traditie dat de spelers van het team op de dag van de wedstrijd hun colleges volgden in het trainingspak van de ploeg. Om alvast te focussen op de aanstaande strijd, zo zei de coach. Dat werkte prima, op een of andere manier kon ik me in ieder geval niet erg concentreren op het college wiskunde van Jeganathan Sriskandarajah. Ik ben overigens nog altijd benieuwd wat de coach van die naam zou maken. Omdat de wedstrijd al vroeg begon moest ik eerder weg uit zijn verder uitermate boeiende verhaal over X en Y. Dit was geen enkel probleem, sport gaat voor studie.

Aangekomen in de kleedkamer schalde ‘Hearts on fire’ van John Cafferty al uit de speakers van de ghettoblaster. Ook traditie. De coach begon zijn tactische bespreking. Op het krijtbord tekenende hij enkele plays die van pas zouden komen tijdens de wedstrijd. De bespreking werd altijd beëindigd door de coach met de zin “Bring it in”. Het signaal voor het team om een cirkel te vormen en de yell “ONE, TWO, THREE, TOGETHER” door de ruimte te laten schallen. 40 minuten lang werd er vervolgens vol intensiteit, passie en vuur gespeeld, win or lose. Elke wedstrijd, elke training. Dit was serieus. Zelf moest ik tijdens wedstrijden vaak lijdzaam toezien hoe er gewonnen of verloren werd. Al was mijn spel – in tegenstelling tot het eerder genoemde muzikale genre – er wel op vooruit gegaan na alle trainingsarbeid. Alleen bij grote achterstand of voorsprong mocht ik mijn afritsbroek dumpen en mijn steentje bijdragen. En ook ik gaf alles wat ik had in de spaarzame minuten die ik mocht spelen.

Ondanks mijn nuchtere Nederlandse inborst werd het competitieve vuur ook in mij aangewakkerd. De manier waarop de sport werd beleefd werkte meeslepend. Het is ook goed mogelijk dat de Rocky IV soundtrack gewoon aanzet tot bovenmenselijke prestatiedrang. Oordeel zelf:

http://www.youtube.com/watch?v=Qitn6FRc0oc

Ook leuk om te lezen