Mijneeuh… Mijn naam is Matthijs en ik weet geen reet van collegebasketbal. Hè, dat lucht op. Voor je het weet heb je als NBA-columnist immers de indruk gewekt dat je naast de profpotjes ook nog eens de statistieken van spek-en-bonenwedstrijden als Delaware-Drexel doorploegt. Ja, ik ben gek op basketbal, maar Delaware-Drexel jongens. Zelfs de liefde kent haar grenzen.
Nee hoor, het is niet dat ik neerkijk op de pro-to-be’s – integendeel – maar iedere liefhebber die is opgegroeid voor de doorbraak van het internet weet dat we begin jaren ’90 al op onze blote knietjes ‘senk joe’ mochten zeggen voor ons Mart Smeetsaltaartje als er op zondagmiddag anderhalve minuut NBA werd getoond bij Studio Sport (uiteraard pas na de samenvattingen van het zitvoetbal en onderwaterhockey). Bewegende beelden van collegewedstrijden kon je helemaal op je basketbalbuik schrijven. De NCAA was een schimmenwereld. Een stel dribbelende demonen waarvan je het bestaan slechts kon vermoeden.
Het resultaat van een jeugd zonder collegebasketbal is dat ik zelfs anno 2011 pas met de grootste beloftes in aanmerking kom als ze zichzelf in hun zondagse pak hijsen voor de jaarlijkse koemarkt. Ik ben verzot op de draft omdat die ene lijst voor mij de ultieme verbeelding is van grenzeloze mogelijkheden. Zestig totaal gelijkwaardige, nog nietszeggende namen die pas invulling zullen krijgen op het moment dat ze op het parket stappen. Natuurlijk, Kyrie Irving heeft sinds vorige week over het algemeen een grotere kans om geschiedenis te schrijven dan Targuy Ngombo, maar wie had in 1999 gedacht dat Manu Ginobili – eveneens nummertje 57 – de Spurs nog geen acht jaar later naar alweer zijn derde titel zou leiden? Exacto.
Het briljante aan de draft zit hem ook in haar eenvoud. Het is een systeem zo simplistisch dat zelfs de jengelende jongetjes achter de dranghekken bij de Albert Heijn het hadden kunnen verzinnen. Degenen met de meest teleurstellende verzamelingen Superdieren mogen loten wie er als eerste een nieuw kaartje mag kiezen en hebben zo de grootste kans op een waardevolle toevoeging. Alleen helaas (lees: goddank!) is net als met de dierenkaartjes niet elke keuze wat hij lijkt. De Indische gans lijkt in eerste instantie misschien een goede pick, maar als je hem later voor de zeventiende keer dubbel hebt had je met terugwerkende kracht zelfs nog liever de Herculeskever gekozen.
Ook in de draft wemelt het van dit soort ongelukkige keuzes, en laten dat nou net de verhalen zijn die me – buiten de grootste verrassingen – zo fascineren. Greg Oden (#1, 2007), Kwame Brown (#1, 2001), Michael Olowokandi (#1, 1998): wie terugkijkt op eerdere edities treft een slagveld aan gesneuvelde basketbalbeloftes. Zo vroeg ik me afgelopen maand veelvuldig af in welke Wallmart de voormalige Bucksmanager nu vakken staat te vullen die het in 1998 een goed idee vond om Dirk “MVP” Nowitzki meteen naar Dallas te sturen voor Robert “WTF” Traylor.
Maar de mooist draft bust allertijden blijft nog steeds Sam Bowie (foto) die in 1984 door Portland werd verkozen boven ene Michael Jordan. Alleen die naam had toch al genoeg moeten zijn om de verantwoordelijke koekenbakker te doen beseffen dat hij de stomste beslissing allertijden nam. Sam Bowie. Een uitsmijter buiten bij de bananenbar misschien, maar toch niet de man die je hoger plaatst dan de soon-to-be beste basketballer uit de geschiedenis. Tsja, kennelijk ben ik niet de enige die geen reet van collegebasketbal weet.
Matthijs Meeuwsen (26) is freelance journalist voor o.a. het Algemeen Dagblad en Nieuwe Revu. Voor SportAmerika geeft hij zijn kijk op zijn andere grote passie: de NBA.
Foto: dailycaller.com
leuk verhaal, maar misschien is het ook eens leuk om het verhaal om te draaien. heel laat gekozen in de draft maar toch een all star worden. zoals redd in de 2e ronde en toch een all star, ben wallace niet eens gedraft en toch een all star. ginobilie(schrijf het verkeerd) laat in de 1e ronde en goed 1 van de beste internationale spelers. en zo kunnen we ook nog wel even doorgaan.
en in het rijtje van jou verhaal past ook wel milicic (ook verkeerd geschreven) als dacht ik 3e gedraft boven bosh, wade en nog wel wat andere
Dank! Ginobili was een na laatste (57e) in de 2e ronde van ’99 (zie column). Michael Redd (43e) + Darko Milicic (2e) zijn idd ook goede voorbeelden, maar had ik geschrapt omdat t anders zo lang wordt he 😉
Comments are closed.