Babe Ruth en ‘The Rape of the Red Sox’

Door

Honderd jaar geleden verkochten de Boston Red Sox hun sterspeler George Herman ‘Babe’ Ruth voor $100.000,- aan de New York Yankees. Hoe kon een talentvolle linkshandige werper uitgroeien tot de meest gevreesde slugger van zijn tijd en lang daarna? Waarom koos de club – die op dat moment drie van de laatste vijf World Series had gewonnen – ervoor hun beste kracht van de hand te doen? En welke gevolgen had de overgang van Ruth naar de Yankees voor beide organisaties? We duiken andermaal de geschiedenisboeken in om antwoorden op die vragen te vinden. Vandaag deel II: Babe Ruth & The Rape of the Red Sox.

HOME RUN IS KING

In deel I schreven we dat Babe Ruth aan het eind van de jaren tien van de vorige eeuw was uitgegroeid tot een icoon van een nieuw tijdperk. Na het Dead Ball Era zou de homerun steeds belangrijker worden. Ruth was de beste homerun hitter van zijn tijd, maar toch zouden de Red Sox hem al op betrekkelijk jonge leeftijd van de hand doen. Hoe kon het gebeuren dat de beste speler plots van een jaarlijkse contender vertrok naar een team dat in haar geschiedenis nog geen enkel succes had gekend?

THE RAPE OF THE RED SOX

Kort nadat in oktober van 1919 de Cincinnati Reds verrassenderwijs de World Series hadden gewonnen ten koste van de White Sox, kwamen Red Sox-eigenaar Harry Frazee en Jacob Ruppert van de Yankees een deal overeen. Frazee zou een aanbetaling van $25.000,- in contanten ontvangen, plus driemaal datzelfde bedrag in termijnen, voor de diensten van ace en homerun king Ruth. Daarmee werd het lot van beide clubs voor de volgende decennia bezegeld. Hoewel het ging om een recordbedrag zou sportjournalist Burt Whitman later spreken van ‘The rape of the Red Sox’, waarmee hij de gevoelens van veel Red Sox-supporters behoorlijk accuraat heeft verwoord.

Babe Ruth tekent in het bijzijn van Harry Frazee en Jacob Ruppert zijn transferovereenkomst naar de Yankees. (Baseball Hall of Fame)

TALENTVOLLE RED SOX

De timing van de overeenkomst is vanuit sportief oogpunt bezien bovendien hoogst opmerkelijk. Ondanks dat ze dat jaar de World Series zijn misgelopen, lijkt de jonge selectie van de Red Sox in 1919 een succesvolle toekomst in het verschiet te hebben liggen. Naast Ruth beschikken zij dan namelijk over de ervaren buitenvelder Harry Hooper, die al in 1912 de World Series met Boston won en dus vier titels achter zijn naam heeft staan, de uitstekende catcher Wally Schang en nog enkele formidabele pitchers in Sad Sam Jones, Herb Pennock, Bullet Joe Bush en het pas 19-jarige talent Waite Hoyt.

NOG ALTIJD ONHANDELBAAR

Ondanks dat zijn gedrag sinds zijn dagen in het weeshuis sterk verbeterd is, blijft Ruth ook gedurende zijn honkballoopbaan niet de makkelijkste persoon in de omgang. Bovendien is hij ook nog eens zeer verslavingsgevoelig. Drank en vrouwen genieten zijn voorkeur. In de bar van zijn vader dronk de kleine George al de laatste beetjes uit de glazen van de klanten en hij is er altijd van blijven houden. Zijn dorst naar het vrouwelijk schoon was zo mogelijk nog groter. Hij zou zijn hele leven een fervent rokkenjager blijven. Ploeggenoten met wie hij een kamer deelde, brachten meestal alleen met zijn koffer de nacht door.

IMPERFECT GAME

Tekenend voor zijn opvliegende karakter is de beruchte wedstrijd van 23 juni 1917. Die dag nemen Ruths Red Sox het op tegen de Washington Senators. Al vanaf zijn eerste worp stoort de Babe zich aan de kleine slagzone die scheidsrechter van dienst Brick Owens hanteert. Wanneer Ray Morgan, de openingsslagman van de Senators, na vier opeenvolgende wijdballen naar het eerste honk mag gaan, slaan de stoppen bij de pitcher door. Hij stormt van de heuvel af en haalt meerdere keren uit naar de umpire. Vanzelfsprekend mag Ruth meteen inrukken. Ernie Shore komt hem vervangen en nadat Morgan uitgaat bij het stelen van het tweede honk, sneuvelen ook de volgende 26 slagmannen.

Babe Ruth kennen we tegenwoordig eigenlijk alleen nog maar in het tenue van de Yankees. (New York Daily News)

FINANCIËLE PROBLEMEN

Toch valt er op de prestaties van Ruth op het veld weinig aan te merken. Jaar in jaar uit toont hij zich de beste speler in de league en de ster begint steeds luider te eisen dat zijn jaarsalaris van $10.000,- niet langer volstaat. Het moeizame gedrag en de sterallures van hun beste speler zouden factoren zijn geweest die meespeelden in de beslissing om Ruth van de hand te doen. Toch lijken vooral financiële motieven de doorslag te hebben gegeven. Door geldzorgen dreigde eigenaar Harry Frazee de club namelijk kwijt te raken en de verkoop van zijn beste speler was de makkelijkste manier om op korte termijn aan veel geld te komen.

FRAZEE

Harry Frazee had een fortuin verdiend in de theaterwereld. In 1916 ging het hem voor de wind en hij besloot zich te wagen aan America’s Pastime. Hij kocht de Red Sox van Joe Lannin en binnen een paar jaar won hij tweemaal de World Series. De Eerste Wereldoorlog zou echter een fikse financiële aderlating blijken voor zowel zijn theateronderneming, als voor de Red Sox. Hij moest zelfs geld van de club lenen om andere schulden af te betalen. Toen Lannin begon aan te dringen om zijn laatste termijn uitbetaald te krijgen, sloot Frazee de infame deal met de Yankees.

BAN JOHNSON

Het was niet de eerste keer dat Frazee en de Yankees zaken deden. Sterker nog, er was in de jaren daarvoor een hechte band tussen de twee partijen ontstaan. De katalysator daarachter was een gemeenschappelijke afkeer van American League-commissioner Ban Johnson. Frazee en Johnson waren nooit goede vrienden, maar Frazees aanstellen van Johnsons goede vriend Ed Barrow als manager leek de kou uit de lucht te halen. De situatie tussen de twee bobo’s zou echter escaleren rond de transfer van Carl Mays naar de Yankees in 1919.

CARL MAYS

Mays debuteerde in hetzelfde jaar als Ruth en de twee werpers leken de toekomst van de rotatie in Boston. Mays’ manier van gooien was opvallend. Hij was een zogenaamde submariner die met zijn werphand zowat over de grond schraapte. De pitcher was bijna even talentvol als gehaat, zowel bij zijn tegenstanders als bij zijn ploeggenoten. Die eerste stoorden zich aan zijn voorliefde voor het raken van slagmannen – Mays was ook de pitcher die de fatale bal tegen het hoofd van Ray Chapman gooide – , terwijl de tweede het niet konden waarderen dat hij ze de huid vol schold wanneer ze een veldfout maakten.

Pitcher Carl Mays was de eerste Red Sox-speler die de overstap maakte naar de Yankees. (Library of Congress)

Als in 1919 de run support van zijn teamgenoten plots stokt, voelt Mays zich door hen in de steek gelaten. Wanneer hij in een wedstrijd dan ook nog eens een bal van catcher Schang, die een honkloper probeert uit te gooien op het tweede honk, op zijn hoofd krijgt, is voor hem de maat vol. Hij besluit per direct te vertrekken en weigert nog voor de club uit Boston uit te komen. Volgens hem is het voor beide partijen beter als ze uit elkaar gaan.

OVERSTAP NAAR DE YANKEES

Frazee ziet in een verkoop de beste oplossing, maar dat is tegen het zere been van Johnson. Die wenst de actie van Mays niet beloond te zien worden, aangezien dat een ongewenste precedent zou kunnen scheppen. Johnson schorst de pitcher, maar Frazee en de Yankees trekken zich hier niks van aan. Zij weten zich inmiddels gesteund door White Sox-eigenaar Charles Comiskey. Gedrieën dreigen zij over te stappen naar de National League en zetten daarmee de commissioner voor het blok. Die geeft toe, maar de verstandhouding is voor altijd gebrouilleerd.

NO, NO, NANETTE

Vaak wordt gezegd dat de verkoop van Babe Ruth nodig was om de productie van het stuk No, no, Nanette te financieren. Waarschijnlijk is dit gerucht ontstaan, omdat deze show Frazee’s grootste succes zou worden. Dit stuk werd echter pas halverwege de jaren twintig opgevoerd. Waarschijnlijk had Frazee het geld gewoon nodig om het hoofd boven water te houden in die tijd van financiële tegenslagen. De zorgen van Frazee vormden voor zijn gezworen rivaal Johnson een uitgelezen kans om de avonturen in het professionele honkbal van de showbusinessman te beëindigen. Een gedwongen verkoop van de Red Sox lag op de loer en dus was een verkoop van de iconische sterspeler plots bespreekbaar.

CURSE OF THE BAMBINO

De goede band tussen de twee clubs zal ongetwijfeld een rol hebben gespeeld in de voltooiing van de deal. Het kantoor van Yankees-eigenaar Ruppert bevond zich een paar deuren verder in dezelfde straat als dat van Frazee. Naast Ruth en Mays zouden in de daaropvolgende jaren ook catcher Schang, korte stop Everett Scott, derdehonkman Joe Dugan en de pitchers Hoyte, Pennock, Jones en Bush de overstap maken naar de Bronx. Terwijl de organisatie uit Boston steeds verder wegzakt in de kelder van de American League, groeien de Yankees mede dankzij al deze oud-Red Sox uit tot een ware dynastie.

Coverfoto: Getty Images

Ook leuk om te lezen