Slam dunk: Bijgeloof in de NBA

Door

Michael Jordan droeg twintig jaar lang zijn universiteitsonderbroek en Jason Terry sliep in de nacht voor de wedstrijd altijd in een (gedragen) broekje van de tegenstander. Bijgeloof geeft basketballers het gevoel dat ze het toeval onder controle hebben, maar ondertussen is er geen sport waarin kleine momenten zo bepalend zijn.

Als Ray Allen dat ene schot in Game 6 mist of als Kawhi Leonard in diezelfde wedstrijd allebei zijn vrije worpen raak gooit, zouden we nu schrijven dat er geen coach slimmer is dan Popovich, geen point guard beter dan Parker, geen carrière mooier dan die van Duncan en geen talent groter dan Leonard. En LeBron James? Die zou niet clutch zijn.

San Antonio Spurs v Miami Heat - Game 6In zijn Cleveland periode hield ook LeBron er nogal bizarre rituelen op na. Hij gooide voor de wedstrijd een wolk talkpoeder over zichzelf heen en deed speciale handjeklapchoreografieën met elk van zijn teamgenoten. In de loop der jaren zijn die dwangmatige handelingen steeds minder geworden. En tijdens deze Finals bleek zelfs de meest waardevolle talisman van de King niet meer heilig.

Het was in het vierde kwart van Game 6. James blokte een schot van Tim Duncan en de hoofdband verdween uit beeld. LeBron-zonder-hoofdband leek sterker dan ooit en besliste de wedstrijd. LeBron lachte, haalde zijn schouders op en deed in Game 7 gewoon zijn hoofdband weer op. Omdat hij dat gewend is, omdat het lekker zit of om zijn wijkende haargrens te verstoppen. Maar niet omdat hij het nodig heeft.

LeBron James gelooft niet meer in bijgeloof. Hij gelooft in zichzelf en dat is meer dan genoeg.

Deze column was eerder te lezen in Sport Amerika Magazine.

Ook leuk om te lezen