OKT: Opnieuw Kwalitatief Teleurstellend

Door

USSR v USA

Ach, eigenlijk had natuurlijk geen weldenkend mens echt gerekend op Nederlands succes tijdens het Olympisch Kwalificatie Toernooi in Duitsland. Niet alleen had de thuisploeg een veel grotere reputatie, ook de verrassende winnaar Oostenrijk en Italië bleken veel te sterk. En zo werd het OKT voor Nederland Opnieuw Kwalitatief Teleurstellend.

Wederom geen Olympische Spelen dus voor de Nederlandse ijshockeyers. Logisch zo op het eerste gezicht. De laatste keer dat ze deelnamen herinner ik me nog goed. Lake Placid, 1980. Het liet ter plekke weinig herinneringen achter. Ik was in die hal, dertien jaar later, en wat dacht je? Geen spoor van de Nederlandse deelname van toen. Zeventien(!)–vier(!) kreeg Oranje op de broek tegen de fenomenale Sovjet-Unie. Larry van Wieren. Jack de Heer. Corky de Graauw. Zomaar wat grote namen van toen. Verdediger George Petrnousek. Toen ik drie jaar geleden in Tilburg het WK bezocht, kwam ik zijn gereserveerde stoeltje (kleine foto) tegen.

stoeltjewkruud-001Nederland is er dus niet bij, volgend jaar in Sotsji. En laat ik er nou eigenlijk niets logisch aan vinden. Nederland is schaatsland nummer één in de wereld. Van Jaap Eden via Ard Schenk tot Sven Kramer, we hebben de internationale schaatsbanen beheerst. Daar komt bij dat Nederland een topland is in hockey op (kunst)gras. Europese, Olympische en wereldtitels sieren ons palmares. Het is toch compleet zot dat wanneer je die twee vaardigheden combineert, Nederland er weinig van kan? Of in ieder geval toch totaal geen rol speelt op topniveau. Simplistisch gedacht? Misschien. Toch blijf ik het vreemd vinden.

Ik heb wel eens geroepen dat het eigenlijk hartstikke slecht gaat met de sport in Nederland. De Lange Mannen wonnen in de jaren negentig veel, met het goud van Atlanta als climax, maar intussen stelt volleyballend Nederland weinig meer voor. Met wielrennen lijken wij de enigen die clean rijden, wat overigens gezien de recente ontwikkelingen niet zo blijkt te zijn. Hoe dan ook, zodra de prijzen verdeeld worden, spelen we geen rol. In de jaren zeventig en tachtig maakten Nederlanders de dienst uit.

Ik herinner me ook nog goed de heroïsche Europese duels die Nashua Den Bosch en Parker Leiden uitvochten. Tegenwoordig vraag ik me wel eens af of Nederland nog wel een nationale basketbalploeg heeft. De clubteams doen er internationaal helemaal niet meer toe. Net zoals de voetbalploegen. Niveau Zweden, Polen of Roemenië. Gelukkig is er nog korfbal.

Goed worden is een keuze. Je kunt beslissen om die studie later op te pakken en alles, ik bedoel alles, opzij te zetten om in je sport de beste te worden. Dat zou ook – nee, misschien wel juist – in ijshockey kunnen. In Nederland is eigenlijk alles voorhanden.

Wil Nederland kans maken dat er ooit opvolgers – en dan liefst betere – komen voor De Heer, Van Wieren en consorten, zullen dus nu tien- tot twaalfjarigen gerekruteerd moeten worden en onder leiding van een aantal mondiale topcoaches klaargestoomd voor de Spelen van 2026 in … doe maar Heerenveen. Weet je tenminste zeker dat je automatisch geplaatst bent!

Foto boven: Getty Images — De Verenigde Staten verslaan topfavoriet Sovjet-Unie in de halve finale van het Olympische ijshockeytoernooi van 1980 in Lake Placid. De wedstrijd die later de boeken in zal gaan als het Miracle On Ice.

Ook leuk om te lezen