Zo’n 35 jaar geleden lanceerde een Japans bedrijf de Super Mario Series voor hun platform. Het kleine, mollige mannetje met zijn rode petje veroverde vanaf het eerste moment de harten van alle gamers over de gehele wereld. De échte Super Mario was in 1984 al begonnen met het veroveren van harten. Mario Lemieux debuteerde op 11 oktober 1984 namens de Pittsburgh Penguins in de NHL en de French Gretzky zou uitgroeien tot één van de allerbeste spelers die deze planeet ooit heeft gekend. Nu de league voorlopig stilligt, wordt het hoog tijd om een ode te brengen aan deze legende. Lemieux speelde 17 seizoenen in de NHL en won veel, heel veel prijzen. Hij stopte pas definitief na zijn 40e verjaardag en vocht ook naast het ijs belangrijke gevechten uit.
MET GROTE STAPPEN NAAR DE NHL
Vader Jean-Guy Lemieux zag al vroeg de potentie van de kleine Mario. Of was het misschien een vurige wens? In elk geval was niets Jean-Guy te dol om zijn zoontje te helpen een goede ijshockeyer te worden. Dat Mario één van de allerbeste spelers ooit zou worden, had senior waarschijnlijk niet verwacht toen hij zelfs de woonkamer ter beschikking stelde aan een pas 2-jarige Mario. Geboren in het ijshockeygekke Montreal bond Mario Lemieux al snel zijn schaatsjes onder. Het talent droop er al snel af en in het seizoen 1980-1981 scoorde de 15-jarige Lemieux 62 goals in 47 wedstrijden namens de Montreal Concordia in de QMAAA. Hij zette daarmee zijn eerste stappen op weg naar een bestaan als professioneel ijshockeyer. In de Quebec Major Junior Hockey League speelde hij voor Laval Voisins. Z’n eerste seizoen was met 30 goals nog bescheiden, maar daarna werd het gewoonweg eng.
Super Mario kondigde het al aan en de Canadees hield woord. Lemieux was van zins alle records te verbreken en zo geschiedde. Z’n eerste jaar in de QMJHL bleek slechts een voorbode op wat komen ging. Tijdens zijn tweede seizoen werd Mario Lemieux geselecteerd voor Canada -20 en dat was niet zonder reden. Voor de Voisins scoorde hij 84 goals in 66 wedstrijden en nog eens 12 keer in de play-offs. Ook daarmee was zijn honger nog niet gestild. In het seizoen 1983-1984 scoorde Super Mario in 70 duels het indrukwekkende aantal van 133 goals. Dit opgeteld bij zijn 149 assists maakte een totaal van 282 punten. Guy Lafleur, de eerste die in de NHL de grens van 50 goals slechtte, had tot dan toe het record met 130 treffers. Heel verrassend was het dan ook niet dat Mario Lemieux in de amateur draft van 1984 als eerste gekozen werd.
REDDER VAN DE PENGUINS
Toen hij hoorde dat de Pittsburgh Penguins hem hadden gedraft, maakte het hart van Lemieux niet direct een sprong van blijdschap. Niet alleen waren de Penguins op dat moment één van de slechtste teams in de league, maar de partijen hadden voor de draft al met elkaar gesproken over een contract. Mario miste de waardering, maar zou later alsnog overstag gaan. Pittsburgh speelde sinds 1967 in de NHL, maar had nog niets noemenswaardigs bereikt. Aan het begin van de jaren tachtig werd zelfs gesproken over een vertrek van de franchise. De Penguins konden de fans in Steel City niet bekoren en vaak kwamen er nog geen 7.000 mensen op een wedstrijd af. Wat dat betreft, kwam Lemieux als geroepen. De jonge Canadees verspilde weinig tijd om de fans voor zich te winnen.
Op 11 oktober 1984 openden de Penguins hun seizoen in de Boston Garden en al in z’n eerste shift was het raak voor Mario Lemieux. Een schot van Ray Bourque werd door de debutant geblokt en vervolgens liet hij Pete Peeters volkomen kansloos. In de tweede periode vinkte hij ook maar vast z’n eerste assist af door Warren Young te laten scoren. Ondanks die twee punten begon Lemieux met een 4-3 nederlaag aan zijn avontuur in de NHL. Het was de eerste nederlaag, maar zeker niet de laatste van dat seizoen. Pittsburgh mocht dan over de Rookie of the Year én een toekomstig superster beschikken, veel speelde de ploeg nog niet klaar. Lemieux tikte in zijn eerste jaar al de 100 punten (43G, 57A) aan, maar desondanks werden de Penguins “gewoon” zesde en laatste in de divisie.
GEDULD
Duidelijk was inmiddels dat de Penguins met Mario Lemieux iets bijzonders in huis hadden. Hij mocht rugnummer 66 (het rugnummer van Gretzky (99) maar dan andersom) dan ook met verve dragen. Na een seizoen met 100 punten volgde er een met 141 punten, maar de grote gemene deler in beide gevallen was dat de overige Penguins te weinig toevoegden om in de buurt van de play-offs te komen. Niet zelden moest Lemieux het helemaal alleen doen en multi-point games waren dan ook eerder regel dan uitzondering.
Aan het einde van de jaren tachtig kregen de Penguins wat meer te vertellen. In 1988-1989 miste Mario Lemieux wat duels en daardoor wist hij net de barrière van 200 punten niet te slechten. Le Magnifique bleef steken op 199 punten. Tijdens dit seizoen zorgde Lemieux voor een unicum. Op de laatste dag van ’88 schoot hij zichzelf de boeken in. De Pens speelden die dag een uitwedstrijd tegen de Devils en Mario Lemieux deed zijn bijnaam alle eer aan. Pittsburgh won met 8-6, Lemieux was bij alle goals betrokken en scoorde zelf vijf keer. Nu is dit alleen al een hele prestatie, maar Super Mario deed het ook nog op vijf verschillende manieren: even strength, powerplay, shorthanded, penaltyshot en empty-netter. Lemieux sloot het jaar af met 85 goals en won voor het tweede achtereenvolgende jaar de Art Ross als topscorer in de league.
Voor het eerst in het tijdperk Lemieux bereikten de Penguins de play-offs. Ze hadden niet eens een geweldige Lemieux (5 punten) nodig om de Rangers in de eerste ronde te sweepen. Tegen de Flyers ging het in de tweede ronde mis. Met 5 goals en 3 assists was Mario in Game 5 (10-7 winst) weer eens fenomenaal, maar een uitschakeling in zeven wedstrijden kon zelfs hij niet voorkomen.
PIEKEN EN DALEN
Voor wie nog niet duidelijk was wat hij allemaal in zich had, liet Mario zich van zijn beste kant zien tijdens de Canada Cup in ’87. Wayne Gretzky werd verkozen tot MVP van dat invitatietoernooi, maar naast The Great One schitterde ook Le Magnifique. In 9 wedstrijden verzamelde Lemieux 18 punten (11G, 7A) op weg naar de derde van uiteindelijk vier titels voor Canada. In ’91 werd dit toernooi voor de vijfde en laatste keer gehouden.
Na z’n onvoorstelbare seizoen met 199 punten moest Lemieux in ’90 een stapje terug doen. Een rugblessure speelde hem parten, maar ondanks dat zette hij een formidabele prestatie neer door in 46 wedstrijden op rij minimaal één punt te noteren. Hij kwam daarmee vijf wedstrijden tekort om het record van Gretzky, natuurlijk hij, te breken. Lemieux deed dit echter met een slechte rug en tijdens deze streak had hij vier wedstrijden met vijf punten. Op 14 februari 1990 riepen de Rangers de reeks een halt toe en Mario besloot daarna zijn rug wat rust te gunnen. Hij keerde terug voor de laatste wedstrijd van de competitie tegen de Sabres. Lemieux eindigde met 123 punten en dat waren er slechts 19 minder dan topscorer Gretzky, die 14 wedstrijden meer speelde.
In Pittsburgh waren ze inmiddels wat minder afhankelijk van hun superster geworden. En dat was maar goed ook. De rug bleef Lemieux kwellen en de center miste de gehele eerste seizoenshelft in 1990-1991. Pas op 26 januari ’91 maakte hij, op bezoek bij de Quebec Nordiques, zijn opwachting. Met 3 assists liet hij zien het spelen nog niet verleerd te zijn. De Penguins hadden op dat moment al ene Jaromir Jagr in de gelederen en in de schaduw van Lemieux waren onder meer Kevin Stevens en Mark Recchi tot wasdom gekomen.
EINDELIJK!!!
Het was dan ook aan hen te danken dat de Penguins een factor van belang werden in dat seizoen. Bij afwezigheid van Lemieux moesten anderen de handschoen oppakken en gelukkig voor Super Mario en de Pens gebeurde dat. Hoewel Lemieux slechts 26 wedstrijden speelde tijdens het reguliere seizoen (en daarin nog tot 45 punten kwam) won Pittsburgh voor het eerst in de clubgeschiedenis een divisietitel. En voor de tweede keer tijdens zijn tijdperk plaatsten Lemieux en de Penguins zich voor de play-offs.
Met slechts 26 wedstrijden in de benen begon Lemieux aan het postseason. Hij en zijn ploeggenoten hadden hun handen vol aan de Devils in de eerste ronde, maar uiteindelijk kwamen de Pens na zeven duels als winnaar bovendrijven. Super Mario verzamelde in die serie 8 punten (3G, 5A). Pittsburgh had vijf wedstrijden nodig om zich te ontdoen van de Capitals en nu kwam Lemieux al tot 9 punten. De eerste twee rondes had de captain nodig om warm te draaien, want het beste bewaarde hij voor de Conference Final en de Stanley Cup Final.
De Boston Bruins begonnen goed aan de finale van de toenmalige Prince of Wales Conference. Ondanks 4 punten van Lemieux in de eerste twee duels moesten de Penguins deze aan de B’s laten. Super Mario besloot daarop een tandje bij te schakelen en scoorde in elk van de volgende vier wedstrijden tegen Boston één keer en gaf in totaal ook nog zeven assists. Met in totaal 15 punten hielp Mario Lemieux Pittsburgh, het voormalig lelijke eendje, naar hun eerste Stanley Cup Final.
DE EERSTE
Tegenstander in die finale waren de Minnesota North Stars, net als de Penguins een team dat in 1967 in de league gekomen was. Zij begonnen aan hun tweede finale en wilden het beter doen dan tien jaar eerder. In ’81 vielen zij ten prooi aan de Rangers en kregen tegen Lemieux en zijn Penguins nu kans op revanche. De eerste wedstrijd voorspelde ook veel goeds voor de North Stars, want in Pittsburgh kregen de Penguins met 5-4 klop. Wel was er weer een goal voor Super Mario, die voor de zesde wedstrijd op rij scoorde.
Lemieux zou in de SCF alleen niet scoren in Game 3, een wedstrijd waarin hij niet speelde en die prompt door de Penguins werd verloren. In de wedstrijd daarvoor had Lemieux reeds een staaltje van zijn ongekende klasse laten zien. Hij zette verdediger Shawn Chambers en goalie Jon Casey voor schut met een schitterende treffer die nog lang op het netvlies bleef staan. Met een 2-1 achterstand in de serie keerde Mario Lemieux terug in Game 4. In dat duel en de twee duels die volgden, noteerde Super Mario een totaal van 9 punten. Hij scoorde twee punten in Game 4 (5-3 winst), drie punten in Game 5 (6-4 winst) en vier punten in Game 6 (8-0 winst). Aan de hand van hun geweldenaar wonnen de Penguins hun eerste Cup en als MVP in de play-offs mocht Lemieux (44 punten) zijn eerste Conn Smythe Trophy in ontvangst nemen.
GREATEST SHOW ON EARTH
Anything you can do once, you can do twice en dus drukten de Penguins in ’92 hun neus opnieuw aan het venster. Rick Tocchet werd voor de trade deadline binnengehengeld en hij bleek een prima klik met Lemieux te hebben. In slechts 19 wedstrijden voor de Pens bracht Tocchet 30 punten op het bord. Dat hij mocht spelen op een lijn met Mario Lemieux had daar ongetwijfeld mee te maken. De captain zelf miste weer wat wedstrijden vanwege blessures, maar kwam toch nog tot 131 punten. Voor de zevende keer in acht seizoen verpulverde hij dus de grens van 100 punten. Overigens zou hem dit nog drie keer lukken en twee keer zou hij zelfs nog minimaal 160 punten scoren.
De club die jarenlang niets voorstelde in de NHL en in de jaren tachtig zelfs dreigde te vertrekken uit Steel City was dankzij Mario Lemieux en consorten een ware bezienswaardigheid geworden. In 1991-1992 miste Le Magnifique opnieuw bijna 20 wedstrijden, maar dat weerhield hem er niet van 131 punten te noteren. Daarmee tikte Lemieux een gemiddelde aan van ruim 2 punten per wedstrijd. Gretzky moest dat seizoen genoegen nemen met 121 punten en hij speelde 10 wedstrijden meer. Toch was de scoringsdrang van Lemieux niet genoeg voor een divisietitel. Die ging namelijk naar de Rangers, maar diezelfde Rangers werden in de tweede ronde van de play-offs vakkundig geëlimineerd door Pittsburgh. Daar kon zelfs een gebroken hand van Lemieux niets aan veranderen…
GROOTSTE ZEGE
De Penguins hadden in de ronde daarvoor zeven wedstrijden nodig om een einde aan het seizoen van de Capitals te maken. Washington had de eerste twee wedstrijden gewonnen, maar in Game 3 was daar Super Mario. Met drie goals en drie assists leidde hij z’n Pens naar een 6-4 zege en een uiteindelijke overwinning in deze serie. Hij zou daarin niet minder dan 17 punten scoren.
Tijdens dit postseason ging het voor Lemieux niet vanzelf. Hij bleef niet vrij van blessures en zou 15 van de 21 wedstrijden in actie komen. In die 15 duels was hij dan wel weer goed voor 34 punten. Ruim voldoende voor zijn tweede Conn Smythe Trophy én zijn tweede Stanley Cup. Na de zeges op Washington en New York werden op weg naar titelprolongatie ook Boston (4-0) en Chicago (4-0) aan de zegekar gebonden.
Tijdens het seizoen dat volgde, kwam de grootsheid van Mario Lemieux pas echt aan het licht. Aanvankelijk leek hij op weg naar een jaargang waarin hij alle records zou laten sneuvelen. Niet zelden noteerde hij minimaal(!) 4 punten in één duel. In januari 1993 kwam de speler echter met een schokkende mededeling. De Ziekte van Hodgkin was bij hem geconstateerd en hij zou voorlopig even niet in actie komen voor de Penguins. De wedstrijd tegen de ziekte was immers vele malen belangrijker.
Op 2 maart 1993 onderging Lemieux zijn laatste behandeling. De center stapte vervolgens op het vliegtuig om die avond nog te spelen tegen de Philadelphia Flyers. Om het verhaal nog mooier te maken, scoorde hij één keer en gaf hij één assist in de met 4-5 verloren wedstrijd. De Flyers-fans wisten dat ze iets bijzonders zagen en gaven Super Mario een staande ovatie. In de Battle of Pennsylvania is dit een zeldzaamheid.
HALL OF FAME
Nadat hij zijn ziekte had overwonnen, kwam Lemieux opnieuw met een prestatie die de ijshockeywereld liet duizelen. De captain van de Penguins miste zo’n twee maanden, hervatte zijn seizoen met een achterstand van 12 punten op Pat Lafontaine op de topscorerslijst en besliste die strijd uiteindelijk nog in zijn voordeel. Een ontketende Lemieux speelde 60 wedstrijden in 1992-1993 en kwam tot maar liefst 160 punten. Dat waren er 12 meer dan Lafontaine die met 148 punten tweede werd in de strijd om de Art Ross Trophy. Na zo’n waanzinnige jaargang was het niet meer dan logisch dat ook de Masterton Trophy naar Lemieux ging.
Halverwege de jaren negentig lastte Mario Lemieux een sabbatical in. Hij zou de fans daarna nog twee seizoenen laten genieten van zijn magistrale kunsten. De Penguins waren hun dominantie kwijt, maar Lemieux was zijn klasse bepaald nog niet verloren. Nadat hij 1994-1995 aan zich voorbij liet gaan, kwam hij in 1995-1996 ijzersterk terug. Met 161 punten legde hij opnieuw beslag op de Art Ross Trophy voor de topscorer in de league. Hij zou die Trophy zes keer winnen en die 161 punten kwamen in het seizoen dat zijn zoon Austin werd geboren. De kleine Lemieux kwam te vroeg ter wereld, maar ondanks alle zorgen toonde zijn vader z’n ongekende klasse. Een dag na de geboorte haalde Lemieux keihard uit tegen de St. Louis Blues van Wayne Gretzky door vijf keer te scoren en twee assists te geven. Pittsburgh won met 8-4 en The Great One keek bewonderend toe.
In ’97 was Lemieux goed voor 122 punten, maar het zou zijn laatste jaar in de league zijn. Tegen alle procedures in besloot de NHL hem al na een paar maanden op te nemen in de Hall of Fame. Toch hadden we nog niet het laatste van ‘m gezien.
OPNIEUW DE REDDER
In hun streven winnaars te maken van de Penguins was het managent aan het begin van de jaren negentig buiten het huishoudboekje getreden. De club stond op omvallen, maar de hulp kwam uit onverwachte hoek. Of misschien ook wel niet. Mario Lemieux besloot de club over te nemen en opnieuw naar zijn hand te zetten. Eerder deed hij dit als speler en nu wilde hij dit doen vanuit de bestuurskamer. Al kwam hij hier ook op terug. Niet dat Lemieux de Penguins weer snel van de hand deed, maar hij besloot in 2000 terug te keren op het ijs. Tijdens een persconferentie maakte Le Magnifique duidelijk dat hij het spelletje miste, maar eigenlijk was de reden die Jaromir Jagr jaren later gaf veel mooier. Te mooi ook om te factchecken.
Tijdens zijn comeback deed Lemieux wat hij tijdens zijn hoogtijdagen al zo vaak had gedaan. Super Mario deed de ijshockeywereld weer versteld staan door ruim twee jaar na zijn afscheid “gewoon” weer te scoren en twee assists te geven. Lemieux was toen al 35 en zou dat seizoen 43 wedstrijden spelen, 35 keer scoren en hij verzamelde in totaal nog 76 punten. In 2002-2003 speelde Lemieux 67 wedstrijden en daarin kwam hij tot 91 punten. Pas in 2005-2006 (10 wedstrijden) gingen de schaatsen definitief naar zolder, maar niet voordat hij in Salt Lake City nog Olympisch goud had gewonnen. Een grote prijs die ontbreekt in de uitpuilende prijzenkast van Gretzky.
GESTOPT MAAR NIET KLAAR
Op 16 december 2005 kwam er een einde aan de indrukwekkende loopbaan van Mario Lemieux op het ijs. Hij speelde 915 wedstrijden verdeeld over 17 seizoenen. Daarin scoorde Super Mario 690 goals en gaf hij 1033 assists. Gemiddeld scoorde Lemieux 1,88 punten per wedstrijd. Dat is net iets minder dan de 1,92 van Wayne Gretzky. De twee grootmeesters stonden 25 keer tegenover elkaar op het ijs en Gretzky toonde zich met zijn teams 17 keer de beste. Daarbij moet niet worden vergeten dat Lemieux tijdens zijn eerste jaren in de league niet omringd werd door de beste spelers.
In 2009 won Mario Lemieux zijn derde Stanley Cup. Dit keer niet als speler, maar als eigenaar van de Pittsburgh Penguins. Met Sidney Crosby en Evgeni Malkin als grote aanjagers wonnen de Pens de titel opnieuw in 2016 en 2017. Er staan in totaal vijf Stanley Cups achter zijn naam en nog altijd is hij eigenaar van de club. Twee van die Cups won hij als speler, maar we kunnen slechts gissen hoeveel hij er had kunnen winnen als zijn lichaam wat meer had meegewerkt. De discussie over wie beter was, laten we even aan ons voorbij gaan. Daarvoor heeft zowel Lemieux als Wayne Gretzky de liefhebber veel te veel mooie momenten bezorgd.
Cover Photo: Kevin Levine/Allsport
Reacties