NFL Onder de Loep (15) – Cincinnati Bengals

Door

 

De Cincinnati Bengals werden de afgelopen seizoenen door schade en schande wijzer. Een record dat op en neer gaat van 4-11(-1) in 2008 naar 10-6 in 2009 en weer terug naar 4-12 in 2010 is het kenmerk van veel, maar niet stabiliteit. Zo’n beetje alles dat fout kan gaan bij een professioneel football team ging ook fout in Cincinnati. Wat begon met enorme wisselvalligheid en evolueerde in steeds dramatischer prestaties op het veld, eindigde in een hoogoplopend intern conflict. Kortgezegd: de Bengals vochten elkaar de tent uit. Dat kwam niet voor iedereen als een verrassing. Terrell Owens en Chad Ochocinco op wide receiver samenbrengen is vragen om problemen, vooral wanneer ze, zonder dat zelf in de gaten te hebben, op hun laatste benen lopen.

De voornaamste afleiding kwam echter niet van het kleurrijke duo ‘T.O. & 85’. Nee, die eer was weggelegd voor Carson Palmer, de 2003 number 1 draft pick, jarenlang franchise QB van de Bengals en voormalige ‘Great Red Hope’ van Cincinnati en omstreken. Palmer liet gedurende het seizoen een conflict met team owner Mike Brown escaleren naar een buitenproportionele halszaak. Palmer wilde nooit meer voor de Bengals spelen, dreigde met vervroegd pensioen en eiste een trade. Die kwam er niet meteen. Brown was koppig en weigerde Palmer te belonen. Totdat de Oakland Raiders een aanbieding deden die Brown niet kon weigeren: eerste en tweede ronde draft picks voor een 32-jarige quarterback op zijn retour. Brown zei ‘dank u vriendelijk’, schrapte Palmer van de loonlijst en keek nooit meer achterom. Brown had immers een plan.

Mike Brown’s Bengals gaven afgelopen zomer een masterclass ‘rebuilding on the fly’ weg. Rebuilding on the fly is de verkorte variant van het normale ‘rebuilding’, dat je over een periode van meerdere jaren voltooid door goed te draften en in free agency slimmer te zijn dan de rest. De basis van de verkorte variant is dat de jaren van geduldig investeren worden overgeslagen en er in een kort tijdsbestek op cruciale posities in het team verjonging wordt doorgevoerd. On the fly dus. In de praktijk werkt die verkorte variant meestal niet zo goed. Het combineert immers twee totaal botsende concepten: bouwen en snelheid. Toch sloegen de Bengals deze ‘common knowledge’ volkomen in de wind en gaven de offense een complete metamorfose: exit Palmer, Ochocinco en Owens, entree Andy Dalton en AJ Green.

Naarmate de lockout zich voortsleepte namen de twijfels over die beslissing toe. Andy Dalton moest immers in hooguit een maand tijd een, voor hem als rookie ongekend gecompliceerd, playbook uit het hoofd leren, om vervolgens de uitzonderlijk moeilijke transformatie te ondergaan van college QB naar NFL QB. Een welhaast onmogelijke opgave voor NFL ready QB’s en number one picks als Peyton Manning of Matt Ryan, laat staan voor een 2e ronde keuze als Dalton. Bovendien had Dalton niet de atletische vermogens van een Cam Newton, die zich met vergelijkbare problemen geconfronteerd zag maar kon vertrouwen op zijn enorme fysieke talenten en de status van number one pick. Dat Cincinnati ook nog eens het volledige starting receiver corps had vervangen door Jerome Simpson en Dalton’s collega-rookie AJ Green (4e draft keus overall) leek teveel van het goede. Green was dan wel een supertalent in de traditie van Calvin Johnson, Larry Fitzgerald en Andre Johnson; rookie seizoenen waren ook voor wide receivers allesbehalve makkelijk. Zeker met een onzekere quarterback situaties als in Cincinnati.

Van de Bengals werd voor het seizoen, op zijn zachts gezegd, dan ook niet veel verwacht. De divisierivaal Cleveland Browns werd getipt als break-out team van het seizoen; voor de Bengals wachtte zogenaamd een jaar van ups & downs. Na een verrassende uitoverwinning op datzelfde Cleveland in de eerste wedstrijd van het seizoen, werden die pessimistische bespiegelingen voorzichtig naar de achtergrond gedrukt, om twee wedstrijden later alweer volledig terug te keren, als gevolg van twee nipte verliespartijen tegen Denver en San Francisco. Het onverwacht overtuigende spel van Dalton, gekoppeld aan de instant impact van AJ Green en de klasse van Jermaine Gresham en Cedric Benson hield de hoop echter levend. Terecht, zo bleek in de weken die volgden.

Dalton leidde de Bengals naar 5 winstpartijen op rij en een vroege play-off kandidatuur, tegen alle verwachtingen in. Wat daarbij nog het meest opviel was de manier waarop Dalton zich manifesteerde op het veld. Hij speelde als een veteraan, nam goede beslissingen en was in alles het tegenovergestelde van wat normaal van rookie QB’s verwacht mocht worden. In de schaduw van de sensatie die Cam Newton heet, was Dalton één van de beste rookie QB’s in jaren. Met een completion percentage van 58.1, 212.4 passing yards per wedstrijd en 20-13 touchdown om interceptions deed Dalton amper onder voor erkende NFL quarterbacks als Jay Cutler en Michael Vick. Dalton’s passer rating van 80.4 maakte hem de 20e QB in de NFL, een op het oog onopvallende prestatie maar eentje die pas echt tot zijn recht komt wanneer vergeleken met de passer ratings van rookie QB’s uit voorgaande jaren. In de afgelopen 10 jaar (inclusief 2011) behaalde alleen Ben Roethlisberger, Matt Ryan en natuurlijk Cam Newton hogere ratings. Voorwaar geen slecht gezelschap.

De rol die AJ Green speelde bij het aanpassingsproces van Dalton kan niet onderschat worden. De naadloze samenwerking van Green en Dalton wordt geïllustreerd door het all-time NFL record in yards en receptions voor een rookie QB/WR tandem dat het duo dit seizoen op hun naam zette. Green bood Dalton vanaf de eerste dag een betrouwbaar doelwit en ontwikkelde zich razendsnel tot een ware playmaker. ‘AJ’ was verreweg de beste rookie receiver in de league (een status die behoorlijk standhoudt wanneer vergeleken met rookie receivers over de afgelopen 10 jaar) en behoorde in veel opzichten tot de top 20 van beste receivers in de NFL. Green maakte daarmee het leven van Dalton als rookie QB een stuk eenvoudiger en leverde een onmisbare bijdrage aan de productiviteit van de jonge Bengals offense.

Dat Cincinnati uiteindelijk met de hakken over de sloot de playoffs haalde en van de laatste 7 wedstrijden er slechts 3 won, mag de pret dus allerminst drukken. De Bengals boekten vooruitgang op een moment waar het tegenovergestelde verwacht werd, in het eerste jaar van de ‘rebuild’ met Andy Dalton en AJ Green. De playoffs zijn niet meer, maar ook niet minder, dan de forse kers op een verrassende taart. Die kers kan zoeter worden als er gewonnen wordt van de verzwakte Houston Texans, maar ook wanneer dat niet lukt komt de Cincinnati Bengals alle lof en dankbaarheid toe. Lof voor de moed om het roer om te gooien en te vertrouwen op rookies. Dankbaarheid voor het handboek voor rebuilding on the fly dat Cincinnati dit seizoen schreef, for everybody to see.

 

    Eerder in deze rubriek: PHILADELPHIA EAGLES | DETROIT LIONS | CAROLINA PANTHERS | NEW ENGLAND PATRIOTS | GREEN BAY PACKERS | PITTSBURGH STEELERS | TAMPA BAY BUCCANEERS | SAN FRANCISCO 49ERS | BALTIMORE RAVENS | CHICAGO BEARS | NEW YORK GIANTS | NEW ORLEANS SAINTS | SEATTLE SEAHAWKS | HOUSTON TEXANS |

 

Ook leuk om te lezen