NBA History: De vloek der blessures (4)

Door

 

“Hard work beats talent when talent doesn’t work hard.” Zo gaat een oude wijsheid in de NBA. Maar sommige talenten bereiken nooit hun volledige potentieel of het verwachte succes omwille van blessures. Ze zijn daardoor niet in staat om zichzelf fysiek 100% te geven, moeten vaker dan normaal rust nemen en/of zien hun carrière een stuk vroeger eindigen. Sport Amerika dook de geschiedenis in op zoek naar de twaalf grootste talenten die last hadden van de vloek der blessures en stelt ze per twee aan u voor. Vandaag: Penny Hardaway en Danny Manning.

Penny Hardaway

Het is 30 juni 1993, NBA draft night. De Orlando Magic beschikken voor het tweede jaar op rij over de eerste selectie. Een seizoen eerder hadden ze Shaquille O’Neal gedraft. Zoals verwacht selecteren de Magic Chris Webber, voormalig lid van de illustere ‘Fab Five’ van Michigan. Hierdoor zijn ze verzekerd van een droomduo in hun frontcourt. Shawn Bradley wordt als tweede geselecteerd door de Philadelphia 76’ers en als derde hoort Anfernee Hardaway zijn naam, gekozen door de Golden State Warriors. Hardaway’s bijnaam is ‘Penny’, gekregen van zijn erg Zuiders sprekende grootmoeder die hem altijd ‘Pretty’ noemde.

Maar tot ieders verbazing én boegeroep van sommige fans stuurden de Magic Webber vrijwel meteen naar Golden State voor Hardaway en drie first round draft picks (later: Todd Fuller, Vince Carter en Mike Miller). Penny wilde graag samenspelen met Shaq en had in een extra workout bij de Magic al zijn talenten laten zien. De Magic waren overtuigd dat ze de juiste beslissing namen. Penny startte aanvankelijk als shooting guard en leerde ondertussen de knepen van het vak van veteraan Scott Skiles. Hij verloor nipt de strijd om Rookie of the Year van Webber maar zijn naam was gemaakt, mede door een knappe prestatie in de playoffs.

Hardaway werd al snel vergeleken met Magic Johnson. Beiden waren erg groot voor een point guard, namelijk een stuk over de twee meter. Daardoor konden ze ook rebounden als een wing en waren ze meer dan eens goed voor een ‘triple-double’. Penny was wel een speler die makkelijker voor de eigen score ging. Hij had dan ook een killer drive en kon makkelijk ‘finishen’ rond de basket. Bovendien had hij een degelijk spel met zijn rug naar de basket en een behoorlijk schot. In zijn tweede jaar was hij de beste point guard in de NBA en was hij de in Finals goed voor gemiddeld 26 punten, acht assists, vijf rebounds met een schotpercentage van 50%. Het jaar erop eindigde hij derde in de MVP-race en hij pakte ondertussen een gouden Olympische medaille in Atlanta. Met Shaq in LA scoorde hij na elkaar 42, 41 en 33 punten tegen de Heat in de playoffs van 1997.

Spijtig genoeg kwam een einde aan zijn dominantie omwille van een zware knieblessure. Meerdere operaties later, waaronder een ‘microfracture surgery’, was zijn explosiviteit nagenoeg helemaal weg. Zijn periode in Phoenix naast Jason Kidd, het befaamde ‘Backcourt 2000’, eindigde dan ook op een sisser. Na omzwervingen bij de Knicks en de Heat moest Penny er een punt achter zetten…

Danny Manning

Sommige spelers zijn beter bekend om hun carrière in college dan in de NBA. Danny Manning is één van die spelers. Vraag tegenwoordig maar eens rond wie deze man nog kent. Eind jaren 80 was het wel wat anders. Toen was er slechts één speler waarover gepraat werd als het over college basketball ging. Manning was lid van de Kansas Jayhawks die in 1986 de Final Four bereikten en in 1988 de NCAA titel pakten. Met een balans van 21-11 was dat verre van verwacht. Het totaal aantal verliezen is dan ook het hoogste van alle NCAA kampioenen in de geschiedenis. Manning wás de Jayhawks en het team kreeg vaak de bijnaam ‘Danny and the Miracles’. In de finale tekende de 2m12 grootte forward voor 31 punten, achttien rebounds, vijf steals en twee blocks.

Manning werd als eerste geselecteerd door de LA Clippers. Hij startte sterk aan zijn rookie seizoen en toonde zijn talenten als efficiënte scorer, verrassende passer en all-around speler. Maar Manning blesseerde zich vreselijk aan de linkerknie. Na amper 26 wedstrijden zat zijn seizoen erop en er werd zelfs even gevreesd voor zijn carrière. Hij kwam sterker terug als ooit tevoren en werd verkozen tot All-Star in 1993. Twee jaar later moest zijn rechterknie echter noodgedwongen onder het mes. Veel minuten spelen zat er niet meer in. Hij vond zich dan maar opnieuw uit als bankspeler en won de ‘Sixth Man of the Year’ award in 1998. Daarna ging het steil bergaf met Manning en zijn knieën. In 2003 hing hij na een carrière van vijftien jaar de sneakers aan de haak, waarvan geen enkel op volle kracht…

Lees hier de vorige vloek der blessures (3): Bernard King en Brad Daugherty.

Wie de beste plays van Penny Hardaway als Magic nog eens wil bekijken, check volgende clip:

Foto’s: Getty Images

Ook leuk om te lezen