Ik weet niet hoe het met u zit, maar jongens wat ben ik dankbaar voor Jerry Jones. U weet wel, de schatrijke, megalomane eigenaar van de Dallas Cowboys. De man die het onmogelijke flikte door in zijn eerste zes jaren als baas drie Super Bowls te winnen, om in de achttien jaren daarna zo veel catastrofale blunders te maken dat iedereen dat allang weer vergeten is. Jerry Jones is niet voor niets de laatste in zijn soort: een eigenaar die tegelijkertijd GM is. Hij bakt er namelijk helemaal niks van.
Niet dat we het vergeten waren, maar Jerry herinnerde ons een kleine maand geleden nog maar eens aan zijn totaalincompetentie. In de draft waren de Dallas Cowboys eigenaren van de achttiende keuze en naarstig op zoek naar welk superieur defensief talent dan ook. Maar toen het de beurt van de Cowboys was, besloot Jerry in zijn eindeloze wijsheid om terug te traden met de San Francisco 49ers, in ruil voor de 31ste en 74ste keuze. Met die 31ste pick selecteerde Jones vervolgens doodleuk Travis Frederick, een center met een hoge tweederondegraad, volgens scouts die een roze bril droegen.
We lachten hartelijk om zoveel stupiditeit in Dallas en doken de zomerstop in. Totdat bloggers vorige week het draft board van de Cowboys achterhaalden uit video’s van Jones in diens war room. Oh Jerry! Wat bleek? De Cowboys hadden Sharrif Floyd (DT) als vijfde op hun draft board staan. Dezelfde Floyd ging uiteindelijk pas als 23ste naar de Vikings.
Jerry Jones kiest liever niet voor de gouden combinatie ‘best player available + need’. Deze strategie leverde zijn Cowboys sinds 1996 welgeteld één playoffzege op.
Deze column verscheen eerder in Sport Amerika Magazine.
Foto: Getty Images
Reacties