Column: Grootspraak

Door

Miami Heat Media Day
Vorige week vond traditiegetrouw de NBA mediadag plaats. Het is de dag voor maffe teamfoto’s – met als hoogtepunt de spagaat van Mavericks’ Dalembert – en updates over het aantal kilogram spiermassa dat spelers er op vooruit zijn gegaan. Maar de mediadag draait vooral om wie de grootste mond heeft.

Zo kibbelden Kevin Durant en Dwyane Wade over een lijstje van Sports Illustrated en verloor opschepper pur sang Brandon Jennings een wedstrijdje stoere opmerkingen maken van oud-teamgenoot Larry Sanders.

Dwight Howard kondigde op zijn beurt aan dat hij – door te oefenen met z’n ogen dicht – komend seizoen tenminste driekwart van zijn vrije worpen raak gaat gooien (afgelopen seizoen lukte dat nog maar in de helft van de gevallen). LeBron James blies nog iets hoger van de toren en liet de media weten dat hij van plan is om de grootste basketballlegende ooit te worden.

Helaas voor James kan er ook qua grootspraak maar één de beste zijn. De grootste aller tijden heeft recht op de grootste mond, Michael Jordan is baas boven baas. Naar eigen zeggen zou elke huidige NBA-speler het onderspit delven in een duel tegen MJ. LeBron James? Twee vingers in de neus. Kobe Bryant? Iets lastiger, maar dat komt omdat Bryant al Jordan’s moves jat.

Deze week kwam ook het gerucht voorbij dat Jordan komend seizoen zijn opwachting zal maken in een NBA-wedstrijd. Dat zou geweldig zijn. Maar als ik MJ was, zou ik mijn recht op grootspraak niet zomaar op het spel zetten.

Deze column was eerder te lezen in Sport Amerika Magazine.

Foto: Getty Images

Ook leuk om te lezen