President Obama staat bekend als liefhebber van American football. Zo pleitte hij in 2008 al eens voor een play-off systeem in college football. En in één van zijn zeldzame tweets op persoonlijke titel sprak hij in september niet over verkiezingsbeloftes, maar deelde hij zijn hoop dat de referee lockout snel eindigde.
Vorige week zondag, een week voor de Super Bowl, belichtte hij zijn lievelingssport vanuit een serieuzer perspectief. In een interview met magazine The New Republic sprak hij zijn zorgen uit over het “ingebouwde geweld” dat aan de sport kleeft en zei: “Ik denk dat fans het moeilijk zullen krijgen met het feit dat de sport geleidelijk zal veranderen om het geweld in te dammen.”
Obama refereerde naar een probleem dat steeds prominenter op de agenda van Roger Goodell komt te staan, aangewakkerd door tragische incidenten als de zelfmoord van 12-voudig Pro Bowler Junior Seau in mei vorig jaar. Begin januari maakten artsen bekend dat de linebacker leidde aan chronisch hersenletsel, opgelopen in zijn footballcarrière.
Al die tragiek ten spijt: ‘Big Hit’ compilaties trekken miljoenen kijkers op YouTube en de Superdome juicht zondag als Colin Kaepernick groggy opstaat na een sack. Topsport vervaagt grenzen. Op het gebied van gezondheid en op het gebied van sportiviteit, bij fans en sporters.
Soms is dat moeilijk te bevatten. Zeker als je niet bent ondergedompeld in een van beide groepen en goed zichtbaar in andere sporten die, net als American football, worstelen met de grenzen van het toelaatbare.
Lance Armstrong die op primetime moest uitleggen waarom hij in hemelsnaam als ex-kankerpatiënt en het effect van chemokuren kennende, nog meer rotzooi in zijn lichaam spoot. Eenzelfde soort publieke boetedoening wacht straks Yankees-ster Alex Rodriguez die in 2009 al diep door het stof ging voor steroïdengebruik tussen 2001 en 2003. Nu staat zijn naam in de administratie van een dopingapotheker in Florida.
In topsport draait alles om winnen. Whatever it takes. Sporters blijven altijd grenzen opzoeken voor die eeuwige roem. Legaal of illegaal, maar altijd bewust. Het maakt daarbij niet uit hoeveel dopinglijsten de WADA uitvaardigt of hoeveel ‘Heads Up Football’ campagnes Roger Goodell promoot.
Dan de sporters zelf maar in bescherming nemen? Zie de Pro Bowl. De beperkingen die blessures moeten voorkomen, zorgen voor een parodie op American football. Fans, media en Goodell zijn klaar met het jaarlijkse uitstapje naar Hawaï. Zelfs een pleidooi van Peyton Manning om de wedstrijd op de agenda te houden, kan die publieke opinie niet keren.
Uiteindelijk slaat alles terug op een Romeins gezegde: ‘Brood en Spelen’. Een soort onuitgesproken vraag van het publiek naar nieuwe hoogtepunten van sportspektakel, om zo tevreden te blijven. Hoe meer leeuwen in de gladiatorenarena, des te beter. Ook Obama, als machtigste persoon van de wereld, kan daar weinig aan veranderen.
Deze column is geschreven door Lennart Bloemhof
Foto: Getty Images
Reacties