Vergeten legendes in de NBA: David ‘Skywalker’ Thompson en George ‘Iceman’ Gervin

Door

DavidThompson_Gervin

Tal van legendarische basketballers zijn door de jaren heen in de vergetelheid geraakt. In deze miniserie stoffen we de cv’s van enkele vergeten legendes echter weer af. Vandaag een duo: David ‘Skywalker’ Thompson en George ‘Iceman’ Gervin.

Thompson en Gervin, die later beiden in de Hall of Fame zijn opgenomen, streden in het seizoen 1977-1978 om de topscorerstitel van de NBA. Het zou de spannendste scoringsrace in de geschiedenis van het Amerikaanse basketball worden.

Inspiratie voor Jordan

David Thompson speelde dat speelde dat seizoen voor de Denver Nuggets. Hij was er een echte ster. Vier keer nam hij deel aan de All-Star wedstrijd halverwege het seizoen en eenmaal werd hij zelfs MVP van de prestigieuze demonstratiewedstrijd. Door Thompson’s ongekende prestaties voor de Nuggets is zijn rugnummer 33 in de vitrine gezet: geen Nuggetsspeler mag het nog dragen, uit respect voor de Skywalker. Die bijnaam dankt Thompson aan zijn enorme sprongkracht. Seconden lang zweefde hij richting de basket. Hij was één van de pioniers van de ‘hang time’.

Thompson speelde tijdens zijn college-carrière bij de University of North Carolina, waar Michael Jordan opgroeide en later ook zou uitkomen voor diezelfde universiteit. Jordan was als kleine jongen een enorme fan van Thompson en het moet gezegd: dat Jordan zich heeft laten inspireren door de sprongkracht van Skywalker Thompson, hebben we geweten!

Mister Finger Roll

George Gervin, geboren in Detroit, Michigan, speelde het grootste gedeelte van zijn carrière voor de San Antonio Spurs. Ook hij heeft zijn sporen ruimschoots verdient in de NBA. Tussen 1977 en 1985 kreeg hij telkens een invitatie voor de reeds genoemde All-Star Game. Ook zijn rugnummer 44 wordt in ere gehouden door de Spurs en mag niet meer gedragen worden.

Zijn bijnaam Iceman dankt Gervin aan zijn koelbloedigheid. Hij was niet vatbaar voor spanning, alsof er ijswater door zijn aderen stroomde in plaats van bloed. Zijn meest kenmerkende manier van scoren was met een finger roll, die beheerste hij tot in perfectie. Waar de finger roll normaliter alleen van vlakbij de basket wordt uitgevoerd, daar kon Gervin zelfs vanaf een paar meter afstand nog succesvol scoren met de beweging, waarbij je de bal letterlijk van je vingers af laat rollen.

Mytische strijd

Gervin en Thompson waren twee spectaculaire spelers om naar te kijken, elk met hun eigen specifieke talenten. Hun nek-aan-nekrace om de topscorerstitel was één van de spannendste ooit en nam op 9 april 1978 mythische vormen aan. Die dag werden de laatste wedstrijden van de competitie gespeeld.

Gervin stond aan de leiding met een gemiddelde van 26,8 punten per wedstrijd, op de voet gevolgd door Thompson, gemiddeld goed voor 26,6 punten. De laatste competitiemiddag van dat jaar kreeg Skywalker Thompson het echter op zijn heupen tegen de Detroit Pistons. Zijn teamgenoten moedigde hem aan om vooral voor eigen succes te gaan in een ultieme poging Gervin van zijn titel te ontdoen. In de eerste helft maakte Thompson maar liefst 32 punten, een record. Halverwege had hij al 53 punten gescoord. Uiteindelijk eindigde hij met 73 punten. Alleen Wilt Chamberlain had toen met zijn legendarische honderd punten ooit meer gescoord in een NBA-wedstrijd. Thompson scoorde 28-uit-38 field goals en miste slechts drie van zijn twintig vrije worpen om tot dat absurd hoog puntenaantal te komen. Door die prestatie eindigde Thompson dat jaar met een gemiddelde van 27,15 punten per wedstrijd.

Gervin zal zich achter de oren gekrabd hebben in de wetenschap dat hij minstens 58 punten moest maken voor zijn scoringstitel. Die avond speelde Gervin met San Antonio Spurs in New Orleans tegen de Jazz. Gervin kreeg de bal bij bijna elke Spursaanval. Hij was goed voor twintig punten in het eerste kwart en verbrak nog diezelfde avond Thompson’s record van 32 punten in een kwart, door 33 punten te laten noteren in het tweede kwart tegen de Jazz. Daardoor totaliseerde de Iceman 53 punten bij halftime. In het derde kwart maakte hij vrij snel de benodigde zes punten, waarmee hij zich van de topscorerstitel verzekerde. Opgelucht ademhalend moet Gervin op de bank hebben gezeten, want in het restant van de wedstrijd werd hem veel rust gegund. Uiteindelijk eindigde hij met 63 punten in 33 minuten (Thompson maakte zijn 73 punten in 48 minuten). Hij schoot 23-uit-49 field goals raak en schoot, net als Thompson, 17-uit-20 vrije worpen.

Alles bij elkaar eindigde Gervin met een gemiddelde van 27,22 punten vlak boven Thompson’s 27,15. Een verschil van slechts 0,07 punten over een seizoen van 82 wedstrijden. Nooit was het verschil tussen de nummers een en twee op de topscorerslijst zo miniem. Of dit verschil ooit nog kleiner zal worden? Wie weet, maar een dergelijke race lijkt een uitzondering die maar eens in de honderd (duizend?) jaar voorkomt.

Foto: BBS

Ook leuk om te lezen