Op 17 januari wordt bekend welke sterren uit het rijke verleden van Major League Baseball zich in juli mogen melden om een plekje in de Hall of Fame in Cooperstown te claimen. Een man wiens naam de laatste jaren steeds vaker genoemd wordt, maar tot op heden altijd de boot miste, is Tim Raines.
Er is eigenlijk geen reden om Tim Raines Senior niet in de Hall of Fame op te nemen. Of je nu kijkt naar zijn prijzenkast (waarin drie World Series-trofeeën prijken, waarvan één als first base coach), zijn specifieke kwaliteiten (op de vijfde plek aller tijden met 808 gestolen honken) of allerhande diepgaande statistieken, Raines hoort er gewoon bij. En toch gaat ‘The Rock’ al zijn tiende en laatste jaar op het stemformulier in. Wat maakt dit jaar zijn jaar?
Career times reaching base
Tim Raines: 3,977
Tony Gwynn: 3,955This seems relevant.
— Jared Diamond (@jareddiamond) 12 januari 2017
Raines is in de afgelopen seizoenen uitgegroeid tot het lievelingetje van de sabermetrics-crowd. De mannen die gewapend met een Excel-sheet en een calculator op jacht gaan naar wat het blote oog niet kan waarnemen. Het zijn dezelfde honkballiefhebbers die van Bert Blyleven de Hall-of-Famer die met het laagste tussentijdse stempercentage ooit (14,1% in 1999) jaren later alsnog Cooperstown wist te halen maakten. Allemaal alleen maar omdat de cijfers meer vertelden dan de beelden. Net als bij Tim Raines.
Onopvallende reus
Raines, een imposante verschijning qua postuur al tijdens zijn loopbaan, werd lang als een stille kracht beschouwd. Zijn loopbaan voltrok zich net voor de opkomst van de statistische waarheid in het honkbal, tussen 1979 en 2002. Natuurlijk, in die tijd verzamelde hij 808 gestolen honken en was hij viermaal stolen base leader en eenmaal NL Batting Champion, maar denkend aan de echte helden uit die periode, dan zal de naam Raines niet snel opborrelen. Hij kwam in al die jaren die slechts eenmaal voor in de top vijf van een MVP voting. Ook al was hij van zijn jonge twintiger jaren tot na zijn veertigste een vaste verschijning in de league.
Inmiddels zijn de kaarten gekeerd. Cijfers die tien jaar geleden voor de buitenwereld verborgen bleven spelen nu een belangrijke rol. Zo is Raines de enige speler in de geschiedenis van de MLB die meer dan twee keer in zijn loopbaan tenminste 50 extra base hits én tenminste 70 gestolen honken in een seizoen verzamelde. Hij deed het zelfs vier jaar op rij. Hij is de enige speler met honderd triples, 150 homeruns en 600 gestolen honken. Zijn stole base percentage (84,9%) is hoger dan elke andere speler ooit, zelfs dan de vier die meer honken wisten te veroveren. Hij ondernam minder pogingen, maar was dus vaker succesvol. Zijn WAR is 69.1, hoger dan 15 linksvelders die wel in de Hall of Fame zijn beland. Raines kon raken en hij kon lopen.
91 procent
De reden waarom de man dan toch niet eerder de drempel van 75% van de stemmen haalde is even simpel als wenkbrouwfronsend. Raines speelde zijn beste honkbal in Montreal. Tegenwoordig is de Canadese stad het favoriete gespreksonderwerp van honkbalhipsters, maar destijds was Montreal het lelijke eendje in de Big Leagues. Het schrijversgilde dat zijn stem mag uitbrengen, verzameld in de BBWAA, hecht nog altijd veel waarde aan de onderbuik. Het was immers net zo goed hun glorietijd waarover nu gedebatteerd wordt.
Toch zijn er een aantal voordelen voor Raines bij de tiende en laatste mogelijkheid om tussen de absolute grootheden terecht te komen. In de eerste plaats zijn de regels om te mogen stemmen strakker geworden. Alleen de actieve leden van de BBWAA mogen nog stemmen. Dit betekent dat de schrijvers van nu, die dus ook meer gewend zijn aan de cijferwaarheid, meer gewicht in de schaal leggen. Van de stemformulieren die al zijn uitgelekt bevat 91% de naam Tim Raines.
Dat Raines’ naam nu wel wordt aangekruist komt naast de strengere regels ook door een andere geest uit het verleden, die van de prestatieverhogende middelen. De concurrentie van Raines bestaat voor een groot deel uit supermannen uit een verkeerd tijdperk. De mannen die zich bedienden van doping om harder te kunnen slaan en lopen. Voor velen zijn de cijfers van Barry Bonds, Sammy Sosa, Roger Clemens en zelfs nieuwkomers als Manny Ramirez niets waard omdat er altijd een chemisch tintje aan zal blijven zitten. Raines daarentegen is van onbesproken gedrag. Nou ja, als jongeling maakte hij in 1980 een misstap met cocaïne, een middel dat hij sindsdien nooit meer aanraakte.
Als laatste een slotargument om ook de wat jongere honkbalfan van Tim Raines te overtuigen. Wanneer alle feiten en cijfers bij elkaar worden opgeteld, vermenigvuldigd, gedeeld en alles wat verder nodig is om tot een definitieve score te komen, dan is Raines de nummer 8 op een ranglijst van beste linksvelders allertijden. In 2001 bezette hij die plek ook al. De enige speler op de lijst die sindsdien nog actief was, is Barry Bonds en die stond toen al boven Raines. Er is in het huidige honkbal simpelweg geen speler met hem te vergelijken. Voor Raines moet in het slotjaar daarom de cirkel eindelijk rond worden gemaakt.
Foto: Ronald C. Modra/Sports Imagery/Getty Images
Reacties