MLB Analyse: Maken de Twins een kans in de AL Central?

Door

Chicago Cubs v Minnesota Twins

Het MLB-seizoen is inmiddels twee maanden onderweg en langzaam maar zeker beginnen er in meerdere divisies grote verschillen te ontstaan. Zoals elk jaar zijn er teams die vooralsnog zwaar teleurstellen, maar ook teams die vriend en vijand op positieve wijze verrassen. De komende twee weken kijken we naar verschillende teams die deels boven verwachting presteren, of juist niet aan de verwachtingen weten te voldoen.

Minnesota Twins (29-19, 2de in AL Central, 0.5 wedstrijd achter Kansas City)
Voorafgaand aan het seizoen was je voor gek verklaard wanneer je de Minnesota Twins onder de kanshebbers had geschaard in de AL Central. Die divisie leek vooraf al een tweestrijd te worden tussen Kansas City (vorig jaar verliezend finalist) en Detroit (vorig jaar winnaar van de AL Central). Misschien dat Cleveland een rol zou kunnen spelen, maar de Chicago White Sox en de Minnesota Twins leken voorbestemd voor een rol in de marge. Maar zie nu: we zijn twee maanden verder en tot dusver mengen de Twins zich brutaal in de race om de AL Central…kunnen ze dit volhouden?

Wat gaat er goed?
Na een desastreus begin (1-6) waarin de ploeg gigantisch voor schut werd gezet, lijkt de ploeg nu een gevaarlijke outsider in de AL Central. Dit komt mede door de aanval, deze laat op papier weinig indrukwekkende dingen zien, maar ze slaan wel toe wanneer het er toe doet. Dankzij een slaggemiddelde van .294 met mannen in scoringspositie scoren de Twins gemiddelde 5.1 runs per wedstrijd: het beste gemiddelde in de MLB. Met name de oude rot, Torii Hunter (30 RBI) en hometown favorite Joe Mauer (28 RBI) zijn aanvallend de katalysators van de offense.

En dan zijn er de relievers, ook een groep die op papier niet bijzonder lijkt. Maar de jongens die het af moeten maken, die staan er wel. Closer Glen Perkins (0-1, 1.94 ERA) is net als vorig jaar één van de meest efficiënte closers in het honkbal. Perkins is de leider in de American League met 18 saves (uit 18 kansen!) en heeft in 23 innings slechts vijf runs opgegeven. Daarnaast bleek vorig jaar dat Perkins ook over een goed gevoel voor humor beschikt, toen hij Mike Pelfrey – die ook een goed seizoen beleeft met een ERA van 2.77 na 9 starts – in de maling nam tijdens March Madness:

Maar daarnaast beschikt hij ook over verrassende goede set-up relievers. De 32-jarige Blaine Boyer (1-1, 2.28 ERA), die een anonieme carrière kent die vooral gekenmerkt wordt door middelmaat, heeft na een slechte eerste week slechts één run opgegeven in zijn 20 laatste innings (!). En naast de rechtshandige Boyer, is de linkshandige Aaron Thompson (0-1, 3.42 ERA) de andere kant van het succesverhaal in de laatste innings. Thompson, 28 jaar, had tot vorig jaar slechts vijftien innings aan ervaring in de MLB. Maar sinds hij bij de selectie zit houdt hij linkshandige slagmannen tot een gemiddelde van .096, en is hij één van de meestgebruikte relievers in de American League.

Waarom het fout zal gaan
Zoals in het vorige stuk al werd verklapt: ondanks dat de Twins vooralsnog uitblinken in het clutch zijn wanneer het er toe doet, zijn er aanvallend nog wel vraagtekens. Zo beschikt de ploeg over relatief weinig power (iets waar de Astros, een andere verrassing in de AL, juist in uitblinken). Tweede honkman Brian Dozier leidt de Twins met 9 homeruns, maar op Torii Hunter (7) en Trevor Plouffe (7) na heeft geen enkele speler meer dan drie homeruns. Het gebrek aan kracht lijkt daarnaast tot weinig base on balls te leiden, want ook daarin staan de Twins laag. In zowel de homerun als de base on balls categorie staan de Twins namelijk dertiende in de American League van de vijftien teams.

Het ontbeert de aanval dus aan kracht, maar ook snelheid is vooralsnog geen kenmerk van het team van hoofdcoach Paul Molitor. Ook in de categorie stolen bases (18) staan de Twins op een dertiende plaats in de American League. En dan is er ook het vaak zeer gewaardeerde on base percentage. De Twins komen in deze categorie tot een percentage van .310, waarmee ze ook bepaald geen hoogvlieger zijn hun conference (elfde).

Tot slot is er de starting rotation, die in de eerste week ronduit dramatisch presteerde, maar later toch een positieve verrassing bleek te zijn. De vraag is echter voor hoelang, want vorig jaar was het werpen van Minnesota ronduit dramatisch, en zelfs nu is het vaak nog wisselvallig. Ricky Nolasco (5-1, 5.12 ERA) heeft ondanks zijn hoge ERA wel vijf winstpartijen achter zijn naam staan, en daarmee leidt hij het team. Dit terwijl Kyle Gibson (4-3, 2.61 ERA) en Mike Pelfrey (4-1, 2.77 ERA) de enige twee starters zijn die wekelijks een goed niveau halen.

Gaan ze het redden?
Ondanks het ietwat onverklaarbaar goede begin, lijkt er bij de Twins iets minder hoop dan bij de Astros. Naast het viertal Hunter, Dozier, Plouffe en Mauer is er weinig tot geen aanvallende productie. Wanneer deze er echter wel is, gebeurt het op cruciale momenten (bijvoorbeeld wanneer Nolasco weer vijf tot zes runs per wedstrijd opgeeft). De vraag is hoelang een team dit vol kan houden, en nog belangrijker: of ook de starting rotation dit vol kan houden. Deze is van ronduit slecht naar gemiddeld gegaan en dit houdt de ploeg vooralsnog in veel wedstrijden. Ook hier lijkt het echter onwaarschijnlijk, gezien het wisselvallige verleden van iemand als Mike Pelfrey, en de niet constante prestaties buiten Kyle Gibson om, dat dit een rotatie is waarmee je de ijzersterke AL Central kan winnen. Aan de Twins om aan iedereen, inclusief ondergetekende, het tegendeel te bewijzen. Tot dusver doen ze dat meer dan prima. Dus wie weet…

Foto: Getty Images

Ook leuk om te lezen