Het is dit seizoen 150 jaar geleden dat de Cincinnati Red Stockings als eerste organisatie een lineup van profspelers op de been bracht. Zij kregen natuurlijk niet de monstercontracten zoals die Trout, Arenado, Harper en Machado de afgelopen weken ondertekenden. Toch was het een grote stap voorwaarts voor de nog jonge sport.
Meer weten over dit onderwerp? Luister dan ook onze podcastaflevering!
CIVIL WAR
Een paar weken geleden gingen we op zoek naar de oervader van het honkbal. Deze bleek nog niet zo makkelijk aan te wijzen. Wat wel duidelijk is, is dat de sport tijdens de Amerikaanse Civil War (1861-’65) een groeispurt doormaakte. Soldaten speelde een variant op townball met elkaar om zo hun conditie op peil te houden, tegen de verveling en om hun aandacht af te leiden van de verschrikkingen van de oorlog. Elke stad en streek kende bijna wel een eigen variant van het spelletje. Omdat plots soldaten uit het hele land samen moesten spelen, begon één vorm van het spel de overhand te krijgen: die van de New Yorkse Knickerbockers.
NATIONAL ASSOCIATION OF BASE BALL PLAYERS
Al in 1857 was er een bond opgericht voor honkbalclubs. Aan het eind van de Civil War groeide het aantal leden van die bond al snel van 100 in 1865 naar 400 in ’67. Waar de eerste clubs vooral uit de buurt van New York kwamen, sloten zich nu clubs uit San Francisco en Louisiana aan. Hoewel de clubs in die tijd dus nog niet professioneel waren, werden sommige topspelers wel al betaald voor hun diensten.
HENRY CHADWICK
Zoals we al schreven, werd er dankzij de uitvinder van de boxscores, Henry Chadwick, in kranten steeds meer aandacht geschonken aan honkbal. Hierdoor groeide de populariteit van de sport, maar konden ook de beste spelers uitgroeien tot nationale sterren. De onderhandelingspositie van de gewilde honkballers werd hierdoor versterkt. Het was de clubs dan wel niet toegestaan om haar spelers een salaris te bieden, maar daar kon natuurlijk wel een mouw aan gepast worden. Soms werd een schijnfunctie bedacht binnen het bedrijf van de teameigenaar, andere keren ging een deel van de kaartverkoop naar de ster of sterren van de club.
JIM CREIGHTON
De eerste superster in het honkbal was Jim Creighton. Hij was niet alleen een buitengewoon talent, maar ook een spelvernieuwer. Tot die tijd was de pitcher slechts een speler die de bal in het spel bracht. Het was niet de bedoeling dat hij het de slagman lastig maakte. De bal werd dus vaak met een lobje over de plaat gegooid, waarna het spel pas echt losbrandde. Creighton ontwikkelde echter een techniek waardoor slagmannen hun knuppel niet zomaar tegen zijn pitches wisten te krijgen. Hij zou bovendien de eerste pitcher zijn geweest die beschikte over een curveball.
Creighton was al op jonge leeftijd de beste speler van zijn generatie. Hij was dus een uitmuntend werper, maar ook aan slag stond hij zijn mannetje. In een tijd dat homeruns nog niet zo vaak voorkwamen als nu, wist hij de bal geregeld over de hekken te slaan. Hij slaagde daarin, door een geheel eigen swing te ontwikkelen waarmee hij de bal extra veel vaart mee kon geven.
HEROÏSCHE DOOD
Zijn techniek zou hem echter wel fataal worden. Doordat hij zijn lichaam in onnatuurlijke houdingen wrong, zou hij een hernia hebben opgelopen. Hij was zich hiervan echter niet bewust. Toen hij in 1862 tijdens een wedstrijd van zijn Brooklyn Excelsiors een homerun sloeg, dacht hij te voelen dat zijn riem knapte. Het was helaas niet zijn riem. Inwendig was er iets gescheurd. Een paar dagen nadien overleed Creighton op 21-jarige leeftijd aan zijn verwonding.
CINCINNATI RED STOCKINGS
Na het einde van de Civil War keerde veel honkballende soldaten huiswaarts. De sport bleef groeien en het was langzaamaan algemeen bekend dat er spelers geld ontvingen voor hun spel. Toen aan het eind van de zestiger jaren een onderzoek hiernaar werd gestart en er uiteindelijk geen straffen uitgedeeld, was de weg vrij voor clubs om openlijk contracten uit te gaan delen. De Cincinnati Red Stockings waren in 1869 de eerste organisatie die een volledig betaald team op de been brachten.
In 1868 liepen de toeschouwersaantallen van de Red Stockings terug, omdat zij te weinig tegenstand ondervonden tegen plaatselijke tegenstanders. Teameigenaar Aaron B. Champion besloot dat de club door het land moest gaan trekken om sterkere tegenstanders te ontmoeten. Hij stelde outfielder en captain Harry Wright een kleine tienduizend dollar tot diens beschikking om een sterrenensemble bij elkaar te verzamelen. Hij wist grote namen als pitcher Asa Brainard, Cal McVey en zijn eigen broer George Wright over te halen voor de Red Stockings te tekenen. Met nepotisme had dat zeker niks te maken. George was een van de zo niet allerbeste honkballers van zijn generatie.
PERFECT SEASON
Het resulteerde niet in spannendere wedstrijden, maar dat het besluit om professioneel te worden de club geen windeieren legde, mag blijken uit hun ’69-seizoen. De Red Stockings wonnen dat jaar namelijk al hun 64 ontmoetingen. In de meeste van hun wedstrijden scoorde de ploeg uit Cincinnati meer dan 20 punten en eenmaal stopte de teller zelfs pas bij het duizelingwekkende aantal van 103. Logischerwijs zou het niet lang duren voordat andere clubs hun voorbeeld zouden volgen.
NAPBB
Twee jaar nadat de eerste clubs professioneel waren geworden, ontstond de wens voor een professionele bond. In 1871 werd de National Association of Professional Base Ball Players opgericht. Clubs hoefden slechts 10 dollar te betalen om lid te mogen worden, wat tot gevolg had dat er vele kleine clubjes, zoals één in Keokuk, Iowa en een ander in Middleton, Connecticut, zich in die periode profclub mochten noemen. Dit succes zou uiteindelijk de bonds ondergang vormen.
De thuisspelende ploeg en de bezoekers deelden de opbrengst van de kaartverkoop. Maar bij de kleine clubs lag deze beduidend lager dan bij de grote teams. Dat had twee gevolgen. De kleine clubs konden dan wel het lage lidmaatschaapsgeld betalen, maar zij konden niet altijd alle reiskosten ophoesten. Ten tweede was het voor een bezoekende ploeg uit het noordoosten van het land soms winstgevender om hun wedstrijd ver van huis maar helemaal te laten schieten en tegen een ploeg uit hun eigen regio te spelen.
REVOLVERS
Er vielen dus leemtes in het speelschema. Het bleek onmogelijk om een stevige structuur op te zetten met zoveel kleine leden. Bovendien was de dominantie van de Boston Red Stockings, waar spelers als George en Harry Wright, Cal McVey en Charlie Gould van de perfecte ploeg uit Cincinnati inmiddels waren gaan spelen, ook niet goed voor het voortbestaan. Zij wonnen alleen de eerste editie niet.
Een ander groot probleem waren de zogenaamde revolvers. Zo werden spelers genoemd die van de ene naar de andere club hopten, spelend voor het team dat het meest betaalde. De macht binnen de NA lag in die tijd immers handen bij de spelers. Dit was terug te zien in de contracten. Ze genoten veel vrijheid en konden van de ene week op de andere voor een nieuwe ploeg uitkomen.
NATIONAL LEAGUE
Hiermee gingen de clubs niet langer akkoord. Zij richtten in 1875 hun eigen National League op. Ze zorgden voor een duidelijke structuur, met een afgebakend aantal team, en scherpten de contracten van spelers aan. Die moesten wel volgen, want bij de nieuwe organisatie zat het geld. Bij de oprichting van de nieuwe competitie bestond deze uit acht teams: Chicago White Stockings, Philadelphia Athletics, Boston Red Stockings, Hartford Dark Blues, Mutual of New York, St. Louis Brown Stockings, Cincinnati Red Stockings en Louisville Grays.
AMERICAN ASSOCIATION
Professioneel honkbal was in die tijd dus voorbehouden aan een klein aantal steden, voornamelijk in het noordoosten van het land. En zelfs in die steden was het door de geldende regels bijna onmogelijk voor de gewone man om wedstrijden te bezoeken. In een tijd van de zesdaagse werkweek was het verboden om op de Dag des Heere te honkballen. Bovendien werd er een standaard toegangsprijs gehanteerd die niet iedereen zich zomaar kon veroorloven.
Om hier verandering in te brengen werd in 1882 de American Association opgericht. Deze competitie ging ook op zondag spelen en er werden bovendien goedkopere kaartjes aangeboden. Een andere verandering was de verkoop van alcohol in het stadion. De puriteinse NL verbood dit, maar de clubeigenaren in de AA zagen er een kans in om een mooi zakcentje aan de sport over te houden.
CHRIS VON DER AHE
Een van de eerste personen die deze kans inzag was een Duitse immigrant in St. Louis. Chris von der Ahe was als tiener berooid vanuit Duitsland naar Amerika getrokken, waar hij was gaan werken als hulpje in een kruidenierswinkel. Na een paar jaar had hij genoeg gespaard om zijn eigen saloon te openen. Het viel hem op dat vaste klanten vaak spraken over de hem onbekende sport honkbal. Toen hem via via ter ore kwam dat er aandelen te koop waren van de in oprichting zijnde St. Louis Browns, kocht hij er zoveel mogelijk van op, waardoor hij een meerderheidsbelang in de club bemachtigde.
Von der Ahe bleek een excentrieke eigenaar. Hij maakte van een dagje honkbal een waar uitje. Vanzelfsprekend verkocht de kroegbaas alcohol in het stadion, maar hij liet ook een renbaan om het stadion aanleggen en hij zou volgens sommige historici degene zijn die de hotdog als stadionsnack introduceerde.
DER BOSS PRESIDENT
Onder zijn bezielende leiding werd de Browns’ Sportman’s Park een heus attractiepark. De club was populair, won de competitie vier jaar op rij en het ging ook de eigenaar voor de wind. Om dit succes te vieren liet Von der Ahe, die zichzelf Der boss President noemde, voor het stadion een groot beeldhouwwerk oprichtte. Niet van één van zijn beste spelers, maar een levensgroot beeld van hemzelf. Het bleek hoogmoed voor de val.
John Montgomery Ward was een sterspeler van de New York Gothams. Maar belangrijker nog, Ward was ook de voorzitter van de eerste spelersvakbond: The Brotherhood of Professional Base-Ball Players. De onderhandelingen tussen de clubeigenaren en de spelers van de NL zaten muurvast. Door de reserve clause was het spelers ook na afloop van hun contract niet toegestaan transfervrij naar een andere club over te stappen. Deze clause was een duidelijke reactie van de eigenaren op de eerdere ‘revolvers’.
PLAYER’S LEAGUE
Zoals de eigenaren de macht van de spelers in de NAPBB niet langer meer accepteerden, konden de spelers nu de scheve machtsverhoudingen niet langer tolereren. En dus riepen ze een eigen Player’s League in het leven. Ondanks dat de nieuwe competitie absoluut niet onsuccesvol was, ging deze toch al na een jaar ter ziele. Maar niet zonder eerst ook de American Association de nek om te draaien.
Even bestonden er dus drie topcompetities naast elkaar, maar deze gingen in 1892 allemaal op in de National League. Wel werden er sommige van de vernieuwingen van de andere divisies overgenomen. Wedstrijden konden nu ook op zondag gespeeld worden, er werd alcohol toegelaten in de stadions en er werden verschillende toegangsprijzen gehanteerd. Wel bleef de reserve clause nog actief en zoals we in het verhaal over de Black Sox al zagen zou deze nog vaak van invloed zijn op de sport.
DER BOSS PRESIDENT GEKIDNAPT
Met Von der Ahe ging het ook steeds verder bergafwaarts. Nadat hij eerder een vertegenwoordiger van de NL had laten arresteren, omdat die had geprobeerd zijn spelers tot een overstap te verleiden, kreeg deze affaire voor Der boss President een vervelende wending. De arrestatie was onrechtmatig geweest en plots was Der boss President de aangeklaagde. De aanklacht werd ingediend in Pittsburgh en omdat Von der Ahe weigerde nog naar deze stad af te reizen, ontliep hij lange tijd vervolging. Tot een zakenafspraak een list bleek te zijn en Von der Ahe door een privédetective in de boeien werd geslagen en naar Pittsburgh gereden. Uiteindelijk kwam hij er vanaf met een boete.
THE GREAT SOUTH ENDS FIRE
De ooit zo zedige National League is na de samensmelting niet meer zo keurig als die geweest is. De competitie heeft aan het eind van de 19e eeuw zelfs een zeer slechte reputatie. Spelers vloeken als ketters en gaan vaak met elkaar op de vuist. Zelfs scheidsrechters zijn niet van dit geweld gevrijwaard. In 1894 gaat het echt fout als een wedstrijd tussen de Boston Beaneaters en de Batimore Orioles volledig uit de hand loopt.
Na een harde sliding van Tommy ‘Foghorn’ Tucker op Orioles-derdehonkman John McGraw slaat de vlam in de pan. McGraw laat dit niet over zijn kant gaan en schopt Tucker in zijn gezicht. Er ontstaat een opstootje, maar de scheidsrechters kunnen deze ruzie in de kiem smoren. Wel is het hele stadion in afwachting van de wraak van Tucker, die daartoe ook nog eens luid wordt aangemoedigd door zijn teamgenoot Wilbert Robinson.
Het aanwezige publiek is zelfs zo afgeleid door de heetgebakerde spelers, dat zij in eerste instantie nauwelijks oog hebben voor de rook die opsteekt in het rechtsveld. Hoe de brand ontstaan was, is nooit helemaal duidelijk geworden. Bostonbeaneater James ‘Foxy’ Bannon probeert de vlammen nog te doven, maar een plotse windvlaag laat hem kansloos. Supporters breken de muur in het outfield af en bestormen het veld om aan de vlammen te ontkomen. Binnen een uur worden de prachtige South End Grounds tot de grond toe afgebrand. Maar de schade zou niet beperkt blijven tot het stadion. Uiteindelijk sneuvelden 200 gebouwen en raakten 1.900 Bostonians hun huis kwijt.
AMERICAN LEAGUE
In 1900 doopt de Western League, een lagere competitie, onder aanvoering van Ban Johnson zichzelf om tot de American League. Het blijkt een eerste stap te zijn in een concurrentiestrijd met de door schandalen geteisterde NL. Een jaar later roepen zij zichzelf namelijk al uit tot tweede major league. Na twee jaar strijd wordt in 1903 met de ondertekening van een nieuwe National Agreement de strijdbijl begraven. Daarmee ontstaat de Major League. Sinds dat jaar wordt het honkbalseizoen traditioneel afgesloten met World Series tussen de winnaars van de National League en de American League.
Coverfoto: Cincinnati Red Stockings in 1869
Reacties