Coaches van NCAA naar NBA niet altijd een succes

Door

Bucknell v Butler

Met het aanstellen van Butler-coach Brad Stevens hebben de Boston Celtics een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan het leed dat van college naar NBA heet. Menig coach op het college niveau heeft zich stukgebeten op de overstap naar de NBA.

Over de oorzaak van het slechte presteren van succesvolle coaches op college-niveau bestaat geen algemeen gedeelde mening. “Ik denk niet dat het voor college coaches zwaarder is, ze hebben alleen allemaal slechte teams gehad”, zegt Los Angele
s Clippers-coach Doc Rivers. Phil Jackson is het daar niet mee eens, “Het is geen makkelijke klus. Je moet met veel meer sterren omgaan. Daarnaast is het ook een groot verschil of je dertig wedstrijden of 82 speelt”. Een andere vaak genoemde oorzaak is dat het bij college vooral draait om de naam op het shirt en de coach op de bank, terwijl in de NBA de spelers de echte sterren zijn.

Tim Floyd bij de Chicago Bulls
Als we teruggaan in de tijd komen we Roy Rubin tegen. Hij was een expert op het defensieve vlak, en bracht dat al elf jaar succesvol over als coach van Long Island University. Dat zagen ook de Philadelphia 76ers, vandaar dat ze hem aanstelden voor het seizoen 1972-1973. Vier van zijn 51 wedstrijden zou hij winnen voordat hij ontslagen werd.

Nadat Jordan, Pippen en Rodman om uiteenlopende redenen de Chicago Bulls verlieten, evenals Phil Jackson, was het tijd voor wederopbouw. Nieuwe coach daarbij werd Tim Floyd, nadat hij drie keer op rij Iowa State naar het NCAA-tournament had geloodst. Honderddertig wedstrijden als NBA-coach later had hij een record. Nog nooit was het iemand gelukt om zo snel honderd wedstrijden te verliezen. Uiteindelijk zou het tot 2001 duren voordat hij ontslagen werd. Het beste seizoen onder Floyd zou vijftien winstpartijen opleveren.

John Calipari wordt algemeen beschouwd als een van de beste college-coaches van zijn tijd. Op dit moment heeft een record van 568-166, een winstpercentage van 74,4%. Tegenwoordig is hij coach van Kentucky en van de Dominicaanse Republiek, maar ook is hij coach geweest van de New Jersey Nets.

Acht jaar lang coachte hij de University of Massachusetts, waarbij hij vooral geprezen werd om het teamgevoel wat hij smeedde. Daarna, in 1996, vertrok hij naar de NBA. In zijn debuutseizoen kwam hij niet verder dan 26-56, maar in zijn tweede seizoen haalde hij de play-offs na 43 overwinningen dat jaar. In de play-offs won hij echter geen wedstrijd en ging roemloos ten onder tegen de Bulls. Toen hij in zijn derde seizoen na twintig wedstrijden er pas drie gewonnen had, viel ook voor hem het doek.

Rick Pitino, de voorganger van Brad Stevens bij de Celtics
De grootste gelijkenis valt te maken met Rick Pitino. De huidige NCAA-kampioen, met Louisville, is naast coach van de New York Knicks ook coach geweest van de Boston Celtics. Nadat Pitino in 1996 kampioen werd met Kentucky namen de Celtics een gok en gaven Pitino ‘carte blanche’. Hij was niet alleen coach, maar ook GM, CEO en president van het team. In drie seizoenen en een beetje kwam hij tot een record van 102-146, niets vergeleken met zijn college record (662-235/.738).

Er wordt zelfs gezegd dat het enige wat de C’s in die tijd wonnen de persconferenties was, vanwege de dictoriale stijl die Pitino aanhield. Niet alleen tegenover de pers deed hij dit, maar ook tegenover zijn spelers. In de NCAA sloeg, en slaat, dat aan, maar bij de Celtics kreeg hij geen grip op de spelers. De daarnaast vreemde keuzes op het gebied van de draft werkte ook niet mee. Na de Celtics is hij nu al twaalf seizoenen coach van Louisville en sinds dit jaar lid van de Basketball Hall of Fame.

Maar natuurlijk zijn er ook coaches die het wel gered hebben, al zijn het er niet veel. Saint Joseph’s College was twaalf jaar lang het werkterrein van Jack Ramsay voordat hij de overstap naar de NBA maakte. Achttien seizoen zou hij het volhouden voordat hij afscheid nam van het coachen. In 1992 werd hij opgenomen in de Hall of Fame, mede door zijn titel in 1976 met de Portland Trail Blazers.

Van de huidige coaches zijn er ook een aantal die ervaring opgedaan hebben op het college-niveau. Vaak doen ze dit als assistent gelijk wanneer ze klaar zijn met school. Vervolgens worden ze assistent bij een NBA-team en daarna achten ze zichzelf klaar voor het echte werk. Van het echte werk als hoofdcoach van een collegeteam is dus geen sprake. Wie deze route onder andere heeft gevolgd is ‘Coach Pop’. Ook van Greg Popovich valt niet te zeggen dat hij tegenvallend gepresteerd heeft, vier ringen en meer dan negenhonderd overwinning heeft hij op zijn c.v. staan.

Brad Stevens heeft min of meer dezelfde route doorlopen. Na college al snel assistent geworden bij Butler, waarna hij het als hoofdcoach mocht proberen. Dit resulteert in het feit dat hij vijf maanden jonger is dan de nieuwbakken Net Kevin Garnett.

Bij de Celtics zal hij voor veel problemen komen te staan. Allereerst zijn leeftijd, hij heeft nooit in de NBA gespeeld, en van het team is niets meer over. Heel goede spelers kunnen fouten van een coach herstellen, bij Boston is Stevens bijna volledig op zichzelf aangewezen. Op een persoon na: Rajon Rondo. Diezelfde Rondo luisterde niet naar Doc Rivers, en haalde de woede van veel teamgenoten op zijn hals. Als het Stevens lukt om Rondo voor hem te winnen kunnen ze samen aan iets moois gaan bouwen. Lukt dat niet, kan hij voor veel problemen gaan zorgen. Dan is er altijd nog de NCAA.

Foto: Getty Images

Ook leuk om te lezen