De lezers hebben gesproken. Over een paar dagen verschijnen de resultaten van jullie MLB Hall of Fame-stemming op SportAmerika. Tot die tijd maakt een aantal MLB-redacteuren elke dag hun stembiljet voor de Hall of Fame openbaar. Wie kregen dit jaar onze stem? Welke spelers lieten we bewust (of strategisch) achterwege? Wie stemmen wij naar eeuwige roem in Cooperstown?
Vandaag op het programma: Lionel Stute.
LIONEL STUTE’S STEMBILJET
Er zijn vele manieren om een Hall of Fame samen te stellen. Eigenlijk zijn al die verschillende opties ook even goed te verdedigen. Wie kiest op basis van statistieken verzamelt daadwerkelijk de beste spelers die ooit de diamond hebben bevolkt. Wie meer ziet in het volgen van zijn hart, pakt de spelers die de grootste invloed op de sport hebben gehad. De manier waarop ik mijn stembiljet heb gevuld houdt ergens het midden tussen alle opties. Het is daardoor ook in de ogen van andere liefhebbers misschien een wat bont gezelschap geworden.
Wat voor collega Jasper Roos geldt, is ook op mij van toepassing. In ieder geval dit jaar vind ik dat er eigenlijk meer dan tien spelers op de lijst terecht zijn gekomen die een ticket naar Cooperstown moeten mogen boeken. Helaas is dat volgens de regels niet mogelijk, waardoor ik er een aantal de wacht moet aanzeggen. Al zal dat nog een lastig karwei worden. Volgend jaar komen bijvoorbeeld Mariano Rivera en wijlen Roy Halladay er alweer aan. Och man, de jaarlijkse keuzestress die daarbij komt kijken.
Voor dit jaar heb ik gekozen voor deze tien, in willekeurige volgorde:
- Barry BONDS
- Roger CLEMENS
- Vladimir GUERRERO
- Andruw JONES
- Chipper JONES
- Fred McGRIFF
- Mike MUSSINA
- Edgar MARTINEZ
- Jim THOME
- Larry WALKER
HIER KAN JE NIET OMHEEN
Bonds, Clemens, Guerrero, Chipper, Thome
Van de tien namen die op mijn stembiljet terecht zijn gekomen verwacht ik dat er dit jaar tenminste vijf zijn die op 75 procent van de BBWAA-biljetten terecht gaan komen. Er zijn immers in de Class of 2017 flink wat spelers die bovenaan belangrijke lijstjes prijken. Als de Hall of Fame iets moet zijn, dan is het wel een overzicht van de geschiedenis van de sport. Om die reden kan je dus in mijn ogen niet om Bonds, Clemens, Guerrero, Chipper Jones en Thome heen.
Voor de meeste mensen zal dit niet gelden voor dopingzondaars Bonds en Clemens. Mijn visie op het hele Steroid Era is echter door de jaren heen enigszins gematigd. We moeten namelijk niet blijven doen alsof er binnen de MLB niemand wist van wat er zich in de kleedkamers en de behandelkamers van de heren afspeelde. Toen de MLB daar baat bij had omdat de sport in de lift zat, was dat geen probleem. Toen de publieke opinie echter voorschreef dat de bond afstand moest nemen, stonden de heren vooraan met hun veroordeling. Het dopingtijdperk is nu eenmaal onderdeel van de honkbalgeschiedenis en als zodanig horen in ieder geval de twee grootste exponenten van die generatie thuis in Cooperstown.
Dat neemt niet weg dat mensen als Jim Thome en Chipper Jones met hun schone prestaties aardig in de buurt hebben kunnen komen van de dopers. Daardoor is het niet meer dan logisch dat zij rechtstreeks naar de 75 procent schieten. Als er ooit cases waren die zichzelf maakten, dan zijn het deze twee wel. Vlad Guerrero had dat vorig jaar eigenlijk ook al moeten doen, maar kwam toen om onduidelijke redenen net tekort. Dat zal dit jaar worden rechtgezet.
THE EXCEL-SHEET OF FAME
Walker, McGriff, Mussina
Een belangrijke reden om spelers de Hall of Fame in te sturen in recente jaren, is de aantoonbare klasse dankzij de harde cijfers. Aangezien we langzaam maar zeker de groep spelers bereiken die allemaal in het Moneyball-tijdperk hebben gespeeld, wordt het steeds minder lastig om de pareltjes te vinden. Dit was voorheen wel anders. Zo zijn in het recente verleden voor mensen als Bert Blyleven en Tim Raines nog flinke campagnes gevoerd. Spelers die niet in het oog sprong tijdens hun carrière, maar toen de rekenmeesters hun werk hadden gedaan achteraf toch wel heel goed bleken.
Twee van de laatste pre-Moneyball-spelers die echt naar Cooperstown moeten zijn Larry Walker en Fred McGriff. Zoals ook Jasper al aangaf zijn deze twee mannen misschien op papier niet te vergelijken met mannen als Bonds en Mark McGwire (die overigens vorig jaar al van de ballot viel), maar dat zou waarschijnlijk wel anders zijn geweest als Balco zich gewoon bij paardenmiddelen had gehouden. Vergelijk het met andere non-dopers en het is top. De tijd gaat langzaam dringen, deze mannen moeten er nu echt in worden gestemd. Voor Mike Mussina is de zaak iets gemakkelijker te maken, ook zijn cijfers zijn simpelweg ruimschoots genoeg.
GUILTY PLEASURES
Andruw, Martinez
In tegenstelling tot wat sommige hipsters binnen de BBWAA willen doen geloven zullen er maar weinig stembiljetten zijn die niet doorspekt zijn met persoonlijke voorkeuren. Sterker nog, hoe kan je anders verklaren dat Bonds en Clemens nog altijd op een telefoontje wachten?
Ook het juist wel verkiezen van een speler kan je natuurlijk op deze wijze doen. Andruw Jones is zowel voor Curacao als voor Nederland van levensbelang geweest voor de honkbalsport. Jones vormt voor mij met Han Urbanus, Bert Blyleven, Robert Eenhoorn en Hensley Meulens het kwintet onaantastbaren van het Nederlandse honkbal. Daar zal geen enkele Amerikaanse honkbalschrijver zich iets van aantrekken, maar dat zouden ze wel moeten doen. Naast zijn prima cijfers vertegenwoordigt Andruw namelijk het deel van de nieuwe honkbalwereld waar de MLB de afgelopen zeventien jaar zo hard naar op zoek is geweest. Dankzij Andruw zijn baseball, de MLB en de WBC in Nederland belangrijker geworden dan de Hoofdklasse, de EC en het EK. Precies wat men in huize Manfred graag ziet gebeuren in veel meer landen.
Dan is er nog de man die de Edgar Martinez Award net iets minder vaak won dan David Ortiz: Edgar Martinez zelf. Ik wil graag nogmaals benadrukken dat ik vind dat de Hall of Fame een afspiegeling van de geschiedenis van de sport moet zijn. Je kunt een Designated Hitter slechts een halve honkballer vinden, maar dat neemt niet weg dat de inbreng van de aangewezen slagmannen daadwerkelijk een wending aan de sport heeft gegeven. Roep je anti-DH-sentimenten nog maar een keer als Shohei Ohtani straks in april aan slag komt. De man die het huidige beroep van DH vorm heeft gegeven is zonder twijfel Edgar. Voor mij is dat voldoende voor een ticket.
WIE NIET?
Ramirez, Sheffield, Hoffman, Vizquel
Waren er meer dan tien plaatsen op de biljetten, dan waren dit mijn nummer elf, twaalf, dertien en veertien. Trevor Hoffman gaat het ook zonder Lionel Stute wel redden dit jaar. Sheffield en Ramirez zijn misschien voor meer mensen gevalletjes ‘nog even niet’. Voor Ramirez speelt wat mij betreft vooral ook mee dat hij nog in allerlei hamburger leagues heeft rondgelopen tot enkele maanden geleden. Hij is helemaal nog niet toe aan de Hall. Ergens in de komende tien jaar komt hij vanzelf, al bellend, binnenwandelen.
Vizquel zal voor veel mensen een twijfelgeval zijn. Het zal interessant worden om zijn ontwikkeling de komende jaren te volgen. Volgens de berekeningen zou hij het bijvoorbeeld meer waard zijn dan Andruw en McGriff. Wat mij betreft is hij het waard.
Schilling, Sosa
Al mijn mooie woorden over uitzonderingssituaties ten spijt, sommige mensen hebben gewoon te veel op hun kerfstok om ooit ook maar op de deurmat van de Hall te mogen staan. Als Pete Rose en ‘Shoeless’ Joe Jackson de as van het honkbalkwaad zijn, dan zijn Schilling en Sosa de duivel en zijn zoon zelf. Tussen racisme en kurkknuppels zit weinig speling om het goed te praten. Prima cijfers zonder achtergrond, maar juist die achtergrond telt hier voor mij mee.
DE REST
Johnny Damon, Jason Isringhausen en al die anderen zijn prima spelers geweest waar ik in meer of mindere mate met veel plezier naar heb gekeken. Als we die allemaal naar Cooperstown moeten sturen, dan kunnen we nog wel driehonderd cases uit het verleden afstoffen die dan alsnog naar binnen zouden moet mogen. Soms is een carrière op zichzelf ook al gewoon een mooi aandenken.
Cover photo: Getty Images
Top photo: John Greim/LightRocket
Reacties